Het grote zeebaarsinterview (deel 2)
Door Joop Folkers
In deel 2 opnieuw 2 specialisten met de billen bloot!
Onberekenbare drils en spectaculaire aanbeten maken het vissen op zeebaars zo aantrekkelijk. Was het jaren geleden nog vriend kabeljauw die ongekend hoog op de verlanglijst van iedere zeevisser prijkte, tegenwoordig is mister zeebaars nummer één met stip!
Ik heb een aantal vragen voorgelegd aan Peter Bosman sportvisser in hart en nieren wonende te Delft. De tweede die antwoord op deze vragen geeft is Eric van Veen uit ’s-Gravenzande. Een verwoed zeebaarsvisser die graag experimenteert met alle soorten kunstaas.
Waarom heb je gekozen voor de zeebaars visserij?
P: Als kunstaasvisser, was ik altijd al op zoek naar een manier van vissen waarbij de adrenaline door je lichaam jaagt. Nadat ik vissend vanaf een breker voor ’s-Gravenzande mijn eerste knallende zeebaars aanbeet kreeg, was ik voor goed verloren…
E: Omdat het een snelle, sensationele visserij is waarbij je altijd weer zeer alert moet zijn.
Welk materiaal gebruik je voor de kantvisserij (lengte/molen etc.)?
P: Ik vis vanaf de kant graag met een Shimano Diaflash 3 meter hengel met een werpgewicht van 50 tot 100 gram. Da’s een prachtige strakke hengel waarmee je elke beweging van het kunstaas kunt volgen en bovendien de nodige power tijdens de dril kunt uitoefenen om te zorgen dat de vis niet in de stenen of andere obstakels duikt. Als molen gebruik ik al enkele jaren een Shimano uit de 5000 serie. Een robuuste en sterke molen die geschikt is voor zware omstandigheden.
E: Ik zweer al jarenlang bij mijn vertrouwde Sportex”jes”. Met deze hengels met een lengte van 3 meter met een werpgewicht van 60 gram vis ik al ruim 7 jaar en ik kan er mee lezen en schrijven. Ook ik gebruik de Twinpower 5000F mede omdat deze molen perfect opspoelt en goed zoutwater bestendig is.
Idem bootvisserij
P: Mijn kant- en bootmateriaal verschilt niet zo veel van elkaar. Uit de boot gebruik ik als het even kan graag een (3 meter) hengel met wat meer topactie. Op die manier beleef je zo mogelijk nog meer plezier van de dril. Bovendien ben je ook in staat om lichtgewicht kunstaas verder weg te zetten doordat de hengel meer zwiept.
E: Ook vanuit de boot gebruik ik dezelfde hengels en molens. Alleen tijdens de plugvisserij gebruik ik de nieuwe Exage 4000FA. Een kanjer van een molen voor een heel klein prijsje die fantastisch voldoet aan de eisen die worden gesteld voor de plugvisserij. Voordeel van deze molen is ook dat hij een stuk lichter is.
Heb je voorkeur voor bepaalde getijen (springtij/doodtij etc.)?
P: Ik heb geleerd dat je bij zeebaarsvissen nooit echt zal weten wanneer zij azen. Ik heb het jaren lang in mijn boekje bijgehouden en ik moet zeggen ik een aantal keren succesvol was toen ik viste in de periode van het zogenaamd Eerste Kwartier. Deze maanstand staat in de meeste getijde tabellen als EK bijgeschreven.
E: Neen, niet bepaald. Het is wel altijd een kwestie van de juiste stek op het juiste moment uitzoeken. Wel vind ik het belangrijk dat er een stevige getijdestroom loopt ivm. mijn aasaanbieding.
Is er veel verschil tussen de boot- en kantvisserij en waarom?
P: Naar mijn mening is het grote voordeel van de bootvisserij, dat je makkelijker een groot gebied kunt bestrijken. Wanneer je langs een pier of een ander obstakel drift kan je moeiteloos door de stroming of de wind verplaatsen. Terwijl je vist doen de elementen het werk voor je. Bovendien kun je tijdens de drift eventueel een tweede hengel gewoon mee laten driften, waardoor je twee kansen op een aanbeet hebt.
E: Vanuit de boot ben je veel mobieler dus niet stek gebonden. Kortom je kunt je stek zelf bepalen en opzoeken. Vanaf de kant moet je goed rekening houden met het tij. Wil je op een bepaalde stek lekker kunnen vissen dan moet je op tijd zijn anders staat er een ander op je stek.
Heb je een eigen manier van vissen ontwikkeld en waarom?
P: Een speciale eigen manier van vissen zou ik het niet willen noemen. Ik ben iemand die altijd nadenkt over en rekening houdt met de omstandigheden van de dag. Wind, regen, (felle) zon, stroming, helderheid van het water enz. bepalen in feite de strategie die ik die dag zal hanteren. Over dit onderwerp kan ik boekdelen schrijven, maar ik maar ik zou iedere aspirant zeebaarsvisser willen adviseren om op deze manier te beginnen.
E: In principe zoek mijn vis altijd zeer dicht rond de bodem. Dit levert me soms heel veel vis op, maar daartegenover staat wel dat ik veel materiaal verspeel. Maar je moet onze gestekelde vrienden nu eenmaal dicht bij de bodem zoeken. Ik vis altijd uptide en zorg ervoor dat mijn kunstaas voor mijn gevoel net boven de bodem “zweeft”. Ik vis graag op stekken waar ik te maken heb met stroomnaadjes.
Wat is je favoriete kunstaas / of heb je voor iedere stek wel een “speciaaltje”?
P: Als ik met de boot op een stek met veel stroming voor anker lig, vis ik graag met een gebonden jig die voorzien is van een shad of een twister. Vis ik daarentegen op een ondiepe plek met weinig stroming, dan komen de drijvende en ondiep duikende pluggen uit de tas. Zo zou ik nog wel wat voorbeelden kunnen geven van de gekozen aassoort ten opzichte van de visplaats. Je zou dus kunnen zeggen dat ik voor iedere omstandigheid wel een speciaaltje heb.
E: Als speciaaltje, prefereer ik mijn eigen gebonden jig-twister combinaties. Hier heb ik tot op heden toe toch altijd wel mijn beste vangsten mee geboekt. Ik heb twee favoriete kleuren. Uitgaande van een witte buik combineeer ik deze het liefst met hard-groen of chatreuse. Als twister zweer ik al jaren bij de originele Lankhorst, in de parelmoer uitvoering. Uiteraard gebruik ik ook andere kunstaassoorten als shads en niet te vergeten pluggen.
Het seizoen, heb je voorkeur?
P: Voor mij heeft ieder seizoen zo zijn bekoring. In de lente zeg maar de periode gelegen tussen begin april en half mei is het altijd weer leuk om die eerste dreunen op de hengel te ontvangen. De zomer periode kan wel eens een taaie visserij opleveren. Het lijkt wel eens moeilijk de vis aan de schubben te kunnen komen. Soms biedt de nachtvisserij dan uitkomst. De periode gelegen tussen eind augustus en november zijn voor mij favoriet. Dat vang je vaak de zwaarste vissen.
E: Zelf ben ik gek op het najaar. Zeker omdat je juist in deze periode vaak de zwaarste baarzen kunt verwachten. Ook zijn ze in bovengenoemde periode veel sterker. Omdat ze in enorme scholen samenkomen zie je ze regelmatig aan de oppervlakte verschijnen waar ze spontaan op zowel wijting als steenbolk jagen.
Noem enkele favoriete stekken en waarom?
P: In het voorjaar ben ik gek op stekken waar ik te maken heb met brak water. Zeebaars paait namelijk in brak water omdat de eitjes in het zoute naar de oppervlakte komen. Deze omstandigheden kan je natuurlijk op meerdere plaatsen in Nederland vinden. Later in het seizoen zoek ik naar stekken met veel obstakels, waar het flink kan stromen. Ook van dit soort stekken zijn er in langs onze kust zat te vinden.
E: Zelf vis ik tijdens het voorjaar ook het liefst op die stekken waar het relatief warmere zoete water wordt vermengd met koudere zeewater. Juist door deze mengeling is de zeewatertemperatuur ter plaatse altijd een paar graden hoger dan verder op zee waardoor de zeebaars volgens mijn visie wordt aangetrokken. Logisch want juist dit warmere water trekt ook kleine vis en garnaaltjes aan wat op zijn beurt weer voedsel voor de zeebaars betekent.
Naarmate de temperatuur van het zeewater stijgt trekken ze verder langs de kust en zijn ze in principe overal te vangen.
Is het waar dat zeebaars zich het liefst ophoudt op stromend water en waarom?
P: Ik ben ervan overtuigd dat zeebaars een voorliefde voor stromend water heeft. Dat hij alleen zou azen in stromend water is een fabeltje. Ik heb regelmatig aan den lijve ondervonden dat de zeebaarzen zich als wilden op ons aas stortten terwijl er geen spatje stroming stond. Vaak ligt de zeebaars in de luwte van een obstakel te wachten op aas dat door de stroming langs hem heen wordt gestuwd. Snel grijpt de baars het aas en gaat weer heerlijk in de luwte liggen wachten op het volgende hapje.
E: Zeebaars voelt zich het beste thuis in stromend water. Dit heeft volgens mij alleen maar te maken met de voedsel aanbieding. De getijdestroom zorgt er namelijk voor dat kleinere visjes in paniek raken waardoor ze een makkelijke prooi vormen.
In percentages: hoe ligt bij jou de verhouding boot-kantvisserij
P: Mijn voorkeur gaat uit naar de bootvisserij. Het is afhankelijk van de wind (aantal afvaarten) hoe het percentage kant/boot ligt. Gemiddeld zal dit rond de 60-40 % liggen.
E: Het liefst vis ook ik vanuit mijn boot, terwijl ik ook de kantvisserij een warm hart toedraag. Maar in ons kikkerlandje ben je natuurlijk altijd weer afhankelijk van het weer. Een dagje bootvissen betekend voor mij meer dan alleen maar een dag vissen. Kortom de enorme vrijheid die je hebt op die grote zoute plas.
Voor wat voor stekken kies je meestal als je met je boot weg gaat?
P: Ook hier is het een kwestie van gebruik maken van de omstandigheden. Als er weinig wind staat, lonken de (verre) wrakken. Staat er een flink windje uit het zuiden, dan bieden de pieren en de dammen, de luwte waar ik naar zoek. Ondertussen is het zaak de ogen open te houden en altijd blijven speuren naar duikende meeuwen in het wijd. Niet zelden duidt activiteit van onze gevederde vrienden op een school jagende zeebaars.
E: Uiteraard heb ik een aantal favoriete stekken. Maar zoals ik net al even door liet schemeren ben je met de boot altijd afhankelijk van het weer. Dus eigenlijk heb je voor ieder weertype wel een bepaalde stek. Andere belangrijke factor is de getijdestroom op een bepaald moment van de dag. Ik houd een dagboek bij waarin ik mijn vangsten vermeld. Zo weet ik precies welke stekken ik op een bepaald tijdstip wel of niet kan bevissen.
Hoe ben je aan je goede stekken gekomen?
P: Door eindeloos dingen uit te proberen en ervaringen met bevriende zeebaarsvissers uit te wisselen.
E: Door regelmatig contacten uit te wisselen met andere vissers en door zelf zoveel mogelijk uit te proberen. Sterker nog je verplaatst je gewoon in de positie van een zeebaars en bedenkt hierbij hoe en waar hij op een bepaald moment zijn voedsel zou zoeken.
Heb je tips voor mensen die op zoek zijn naar goede stekken?
P: Na het lezen van dit interview heb je al aardig wat informatie om mee aan de slag te gaan. Geloof in je eigen kunnen en geef niet na een paar mislukkingen op. Zelfs de meest ervaren jongens hebben visloze dagen !
E: Zoveel mogelijk informatie lezen. Zoek naar stekken waar je te maken hebt met een stevige getijdestroom. Dit zijn in de regel de stekken waar je zeebaars kunt verwachten. Denk hierbij aan steenstortingen en andere obstakels. Ook bijvoorbeeld strekdammen die je tijdens het afgaande of lage water kunt bevissen. Kortom gewoon blijven zoeken.
Is het zinvol lid te worden van een club oid en zo welke en waarom?
P: Het is zonder meer zinvol om lid te worden van een club. Je krijgt alle informatie misschien wel niet meteen op een presenteerblaadje, maar als je het goed aanpakt heb je in no time voldoende informatie verzameld!
E: Voor je eigen veiligheid is het zondermeer aan te raden lid te worden van een bootvisvereniging. Hierdoor heb je contact met andere vissers waardoor je veel dingen kunt leren. Ook kun je stekken uitwisselen.
Wat is je (top 3) favoriete natuurlijke aas?
P: Ik heb vrienden in Engeland die soms leuke resultaten met makreelstrips boeken.
Mijn top 3 ziet er als volgt uit a: levende zandaal b: levende zachte krab en c: levende steurkrab.
E: Zelf hebben we hele leuke vangsten geboekt aan zachte krab bevist middels een schuifloodje rond de bodem. Ook een hele steekzager net rond het koppie geprikt zorgt soms voor mooie baarzen.
Wat zijn je favoriete kunstaassoorten?
P: shad (4inch) gebonden kop en een plug.
E: mijn favoriete kunstaas is zonder enige twijfel de jig-twistercombinatie. Verder vis ik regelmatig met allerlei andere soorten shads en andere softbaits.
Maakt de kleur van de hoofdlijn wat uit?
P: Ik gebruik nooit gekleurde lijnen. Ik vis uitsluitend met Fireline (smoke) of een transparante nylon lijn.
E: Neen, volgens mij niet. Als het maar geen fel gekleurde lijnen zijn zoals bijvoorbeeld signaal-rood of geel. Vroeger wisten we eigenlijk niet beter en visten we uitsluitend met een antracietgrijze nylon lijn waar we zondermeer gewoon goed vis aan vingen.
Hoe zwaar is de lijn die je gebruikt?
P: In alle gevallen gebruik ik minimaal 1 meter voorslag van 60/00, terwijl de hoofdlijn uit 20/00 fire line bestaat.
E: Indien ik nylon gebruik vis ik met een lijndikte van 38/00 mm (extra strong) Vis ik met een dyneema lijn dan houd ik het op een dikte van 20/00 mm wel voorzien van een voorslag.
Welke wartels gebruiken jullie?
P: Bij het vissen met de plug gebruik in te allen tijde crosslock wartels, zodat de plug lekker vrij heen en weer kan schudden. Het overige kunstaas knoop ik rechtstreeks aan de voorslag.
E: voor mij geldt hetzelfde antwoord. Voor de plug gebruik ik een crosslock terwijl ik mijn andere kunstaas allemaal middels een halve bloedknoop bevestig.
Vis met je molen of reels en waarom?
P: Over dit onderwerp kan ik kort zijn. Bij deze visserij gebruik ik altijd een molen, omdat er heel vaak precies en ver geworden moet worden. Met een reel lukt dit stukken minder, zeker als je met heel licht aas tegen de wind in moet werpen.
E: Ook ik vis uitsluitend met een molen. Ik ben dat nu eenmaal zo gewend en het vist perfect dus waarom zou ik veranderen.
Waaraan moet een goede zeebaarsmolen of reel minimaal voldoen
P: Allereerst moet het een sterke molen zijn. Ik bedoel daarmee dat hij uitgerust is met een stevige as en een duurzame beugel. Daarnaast moet natuurlijk de lijn rol (op de beugel) van het hardste staal zijn omdat de rekloze lijn dan minder snel in kan snijden. Voorts moet vanzelfsprekend de slip in staat zijn om de snelle uitvallen van onze vrienden te pareren. Last but not least vind ik dat de molen “snel”moet zijn, wat vooral bij de plugvisserij van belang is.
E: Omdat een zeebaars molen iedere dag weer zwaar op de proef wordt gesteld, zal je begrijpen dat mijn keuze uitgaat naar een stevige, degelijke molen. Kortom een molen moet voldoen aan de eisen die de zware zeebaarsvisserij stelt. Je staat de hele dag te gooien dus moet het binnenwerk perfect in orde zijn (goede tandwielen en lagers) Daarbij komt dat een molen goed moet opspoelen. Hierdoor werp je niet alleen verder, maar is de kans dat je een pruik gooit (en zeker met een dyneema-lijn) vrijwel nihil. Ook moet de molen een perfecte slipafstelling bezitten, die tijdens de dril goed hoorbaar is.
Als je met softbaits vist heb je dan liever twisters of shads en waarom?
P: Er is tegenwoordig onvoorstelbaar veel kunstaas in de handel. Toch gaat mijn voorkeur nog steeds uit naar de ouderwetse shad, een echte killer! Ik denk dat deze het natuurlijke aasvisje het best benaderd en daardoor vaak onweerstaanbaar is voor de zeebaars.
E: Ik vis het liefst met een twister. Heel belangrijk vind ik wel dat je een uitgebreid assortiment kleuren bij je hebt want zeebaars is samen met neef snoekbaars bijzonder kleurgevoelig. Mede daarom verander ik regelmatig van kleur. Afhankelijk van het aasaanbod kies ik soms ook voor een shad.
Welke kleur gebruik je het meest (3 stuks in volgorde van belangrijkheid)?
P: De kleur van het water is voor mij bepalend met welke kleur kunstaas is vis. Als ik nu echt een top drie moet noemen luidt die als volgt:
Pepper and salt, chartreuse(groen) donker paars.
E: Mijn favoriete kleur is en blijft parelmoer net als goede tweede Salt & Pepper. Indien het water echt “dik”is schakel ik vaak over op wijnrood.
Welke loodkoppen (gewicht) gebruik je waar en wanneer?
P: Als ik voor anker vis tijdens een sterke stroming op ongeveer 10 meter diep water gebruik ik loodkoppen met een gewicht dat varieert van 22 tot 28 gram. Belangrijk is altijd dat je zo ver mogelijk uptide gooit. Vis ik geankerd op waterdiepte tussen de 2 en pakweg 5 meter tijdens een matige stroom dan kies ik voor loodkoppen van 10 tot 14 gram.
Eigenlijk is ook bij deze vraag het motto, kijk naar het water en gebruik je verstand ! Het is de bedoeling om je aas zo dicht mogelijk langs de bodem aan te bieden. Voel je geen bodem, dan vis je gewoon te licht!
E: In mijn viskoffer heb ik een assortiment loodkoppen met gewichten die varieren van 7 –10-14-18-22- tot 28 gram. Afhankelijk van de getijdestroom en de diepte ter plaatse bepaal ik het gewicht. Ik vis het liefst zo licht mogelijk omdat ik mijn aas dan op de meest natuurlijke wijze over de stek kan laten “hobbelen”.
Koop je de jigkoppen of giet je ze zelf zo ja, hoe kom je aan de mallen b.v.?
P: Een stukje huisnijverheid is erg leuk, maar ik laat mijn koppen door een vriend gieten die ze precies naar mijn idee kan maken. Dat is voor mij erg belangrijk.
E: Ik verkeer in de gelukkige situatie dat mijn vader alle loodkoppen voor mijn giet. Hij als “oud”-zeebaarsvisser heeft de nodige ervaring en weet dus precies wat ik nodig heb. Daarbij komt dat hij vele soorten mallen bezit. Belangrijk is dat je tijdens het zelf gieten van je loodkoppen in een goed geventileerde ruimte staat of gebruik maakt van een sterke afzuiginstallatie, de looddampen zijn namelijk zeer giftig.
Welk model haak?
P: In de koppen met een loodgewicht van 7 tot 14 gram gebruiken wij een langstelige bronzen haak terwijl we bij de zwaardere jig koppen overschakelen op kortere haken met een wijdere bocht. Ook dat zijn het overigens bronzen haken van het merk O’Shaughnessy.
E: Voor mijn jigkoppen gebruik ik de Round Bent haak van Eagle Claw 5/0 omdat deze een perfecte grote bocht bezit waardoor hij veel vlees pakt. Voor de shadvisserij zweer ik bij de
zilverkleurig Seaguard uitvoering van O’Shaughnessy (4/0 en 5/0)
Als jullie met natuurlijk aas vissen hoe kom je daar aan.
P: Soms slepen we met een garnalennetje even rond de strekdammen. Meestel heb je dan ruim voldoende aas zoals zandaaltjes, garnalen en (steur)krabben. Overigens bestaat de laatste jaren ook de mogelijkheid om levende zachte krab in Engeland te bestellen.Mijn steekzagers bestel ik gewoon bij mijn hengelsportwinkelier.
E: Soms zijn we uren bezig om wat zachte krabben tussen de stenen vandaan te “peuteren” kortom mijn hobby is het niet. Steekzagers haal ik gewoon bij mijn hengelsportwinkelier.
Is het belangrijk volgens jullie dat het aas vers is of speelt dat geen rol?
P: Het is natuurlijk van groot belang dat het aas lekker levendig is. Vis je met dood aas dan moet het wel kersvers zijn.
E: Er gaat natuurlijk niets boven vers aas.
Zou een zeebaars kunnen ruiken en speelt dat een rol bij het vissen?
P: In de biologieboeken staat dat de zeebaars wel degelijk een reukvermogen heeft. Ik ben ervan overtuigd dat ze dit “extraatje” van moeder natuur onder bijzondere omstandigheden als bijvoorbeeld dik water enz. zullen gebruiken.
E: Ik heb me laten vertellen dat onze zeebaars heel wat smaakpapillen bezit waarmee hij een bepaalde aassoort kan herkennen. Leuke van het verhaal is dat zeebaars in vies water alleen kan reageren op de trillingen die worden veroorzaakt door je kunstaas, dus echt niets kan ruiken. Kortom ik denk dat een zeebaars geen reukvermogen bezit maar bepaalde dingen wel kan proeven.
Wissel je van stekken in een bepaalde periode of vis je altijd op dezelfde plekken?
P: Ik ben een groot voorstander van het wisselen van de stekken tijdens het lopende seizoen.
E: Dit is altijd weer sterk van het tij en weer afhankelijk.
Zit er een bepaalde trek in zeebaars waarbij je kunt zeggen dat ze in mei op een ander plaats zwemmen dan in september/oktober?
P: Ik heb in het begin van dit interview al even aangehaald dat ik in het voorjaar vriend zeebaars het liefst rond brak water zoek. Voor de rest heb ik niet echt aanwijzingen dat ze een bepaald patroon volgen.
E: Zelf denk ik dat ze tijdens slecht weer, dus een ruwe zee verder uit de kust verblijven. Ook is volgens mij de invloed van de warme golfstroom van groot belang. Door noordelijke winden wordt de warme golfstroom verder uit de kust verdreven waardoor de scholen naar dieper water trekken. We zijn sterk afhankelijk van het voorjaar. Bij een mooi rustig (warm) voorjaar weer verschijnen ze vaak al vroeg in grote scholen dicht onder de kant.
Wat zijn de beste tijdstippen voor de zeebaarsvisserij?
P: Voor mij is hier maar een antwoord op mogelijk. Het eerste ochtend gloren en dan nog het liefst 2 uur voor hoog water. Als goede tweede het moment dat de duisternis invalt!
E: ’s-Ochtends vroeg tijdens het krieken van de dag en op het moment dat het begint te schemeren.
“Als de zon langzaam in zee verdwijnt maak je een heel goede kans”
Tot wanneer (periode) kan je mooie zeebaars vangen vanaf zo’n 40 cm?
P: Het lijkt wel of de zeebaars steeds langer in onze kustwateren blijft hangen. Was het vroeger zo dat je je laatste zeebaarzen rond eind september ving, de afgelopen jaren heb ik zelfs nog mooie vissen rond eind november gevangen!!
E: Zolang de zeewatertemperatuur zo rond de 10 a 12 graden blijft hangen maak je kans op zeebaars.
Hebben jullie de indruk dat de zeebaarsstand zich steeds verder uitbreid?
P: Tot voor kort had ik die overtuiging wel ja. Nu de kabeljauw populaties echter steeds verder worden gereduceerd, gaat de beroepsvisserij steeds uitgebreider op de ongeqouteerde zeebaars vissen. Mede hierdoor durf ik nu reeds de sombere voorspelling te doen, dat indien de wetgeving niet snel wordt aangepast, het aantal zeebaarzen snel zal worden gereduceerd!
E: Mijn ervaring is dat de populaties zeebaars steeds groter worden. Wel moet ik hier nadrukkelijk bij vermelden dat je jaarlijks steeds minder volwassen exemplaren vangt.
Vertel je mooiste zeebaarsmoment.
P: Oei, dat is niet zo eenvoudig want ik gelukkig al zoveel onvergetelijke momenten mogen beleven. Ik zal er echter een uit moeten pikken. Dat was een gedenkwaardige dag, enkele jaren geleden toen ik ergens rond de zuider Blokkendam viste met een van mijn beste vismaatjes. We vingen toen binnen een tijdsbestek van hooguit een uur maar liefst 11 zeebaarzen boven de 10 pond!! Toen ineens kreeg ik weer een machtige aanbeet gevolgd door een unieke run. Dat het hier om een super vis moest gaan was mij dan ook al snel duidelijk. Er volgde een super dril op het scherpst van de snede. De adrenaline knalde werkelijk door mijn lijf ! Uiteindelijk belandde een monster van bijna 16 pond en 92 cm.in het landingsnet. Mijn grootste ooit…!
E: Eigenlijk is iedere aanbeet voor mij een nieuw avontuur. Juist omdat een aanbeet altijd onverwacht en snoeihard is, blijft deze visserij werkelijk onberekenbaar en attractief.