Gul aan de pilker; reel of molen?
Door Joop Folkers
Zoals je regelmatig op Total Fishing kunt lezen wordt er heel wat heen en weer gepraat/geschreven over het te gebruiken materiaal tijdens de pilkervisserij. Zo zweert de een bij een reel, terwijl de voorkeur van een ander uitgaat naar een “dood-ordinaire” zeemolen. Uiteraard hebben beiden zowel voor- als nadelen.
“Het pilkeren op gul in deze tijd kan echte kabeljauw opleveren, hoewel het steeds moeilijker wordt om ze te vangen”
Tijdens mijn vele gul-avonturen met o.a.Ted Jager (huidige Ned. recordhouder kabeljauw van 62 pond) wordt uitsluitend met molens gevist. Voordeel van een molen is o.a. dat je makkelijker wat grotere afstanden werpt. Verder heeft de praktijk bewezen dat een pilker bevist met een molen, (open spoel tijdens het zakken) (veel) sneller beneden is dan tijdens het gebruik van een reel. Op het moment dat je pilker de bodem heeft bereikt, hou je je vinger op de hoofdlijn en volgt de pilker als het ware tijdens zijn “wandeling”over het wrak. Heb je even geen contact met het wrak, dan geef je weer enkele meters lijn. Simpel maar zondermeer doeltreffend. Uiteraard hebben we tijdens deze manier van vissen ook diverse reels uitgeprobeerd. Maar omdat je met een reel meer handelingen moet plegen, (vrijloop indrukken- daarna je duim op de spoel houden/afremmen om pruiken te voorkomen) duurt het langer voordat je pilker weer snel op de juiste “vang”-diepte is! Je bent dus eigenlijk altijd even een fractie later, dan wanneer je met een molen vist Dit kan nadelig zijn, zeker op die dagen, dat we te maken hebben met een felle getijdestroom. Stel dat je pilker te langzaam naar beneden “dwarrelt” en de bodem dus “te laat” bereikt. Dan mis je gewoon een groot deel van je visserij, omdat je pilker dus gewoon te laat op de juiste “vangdiepte”is! Wel moet ik hierbij vermelden, dat ik hier uitsluitend praat over de ervaring die we hebben opgedaan tijdens de ankervisserij! Het is tijdens deze manier van vissen van groot belang dat je de pilker op zo’n 20 meter voor het wrak al aan kunt bieden. Dit is noodzakelijk, om hem zo dicht mogelijk over het wrak te kunnen voeren! Oke, ik geef toe het kost zo nu en dan een pilkertje extra,maar de resultaten zijn er dan ook meestal naar.
Driftend vissen.
Vanaf de meeste boten wordt er al driftend over wrakken gevist. Een visserij die de uiterste concentratie van de vissser vraagt omdat je je (kunst)-aas hier al ruimschoots voor het wrak rond de bodem aan moet bieden. Als je het wrak nadert is het van belang dat je je pilker met het wrak mee omhoog laat komen. Reageer je een fraktie te laat, dan kun je het in de meeste gevallen wel schudden. Tijdens het driftend vissen, is een reel goed bruikbaar. Je hoeft je pilker alleen maar naar de bodem te laten zakken en ervoor te zorgen dat deze op de juiste diepte blijft. Laat je reel na het bereiken van de bodem altijd op zijn vrijloop staan, en blokkeer de lijntoevoer doormiddel van je duim. Door zo nu en dan wat lijn te geven kun je je pilker makkelijk op de juiste diepte houden. Aanslaan heeft geen zin, omdat vriend gul zich vrijwel altijd zelf haakt. Wel is het van belang dat je een vis zo snel mogelijk uit de zogenaamde “gevarenzone” ziet te drillen. Hiervoor heb je een molen/ reel met kracht nodig. De druk die op de as van de molen komt te staan is in de regel groter als dan wordt aangenomen. Ik heb dan ook al zat “goede”molens zien sneuvelen omdat de as gewoon begaf! Hier scoort een reel dan ook een stuk hoger dan een molen!
“Een geweldige vis die je in dit formaat maar zeer zelden tegenkomt”
Korte hengels en trage molens.
Er zijn heel wat goede molens en reels op de markt. De wrakvisserij is eigenlijk een lucratieve manier van vissen, waarbij ons materiaal het vaak zwaar te verduren heeft. Zeker op een schommelende boot verlies je makkelijk je evenwicht, waardoor je nog al eens met je materiaal tegen de reling of ander obstakel valt. Belangrijk is dus dat we voor een robuuste, sterke molen kiezen. Een hoge inhaalsnelheid is niet belangrijk omdat je de vis in combinatie met je hengel naar boven moet drillen. De molen en de hengel moeten dan ook samen een goede combinatie vormen. Vis je voor anker, kies dan voor een korte (rond de 5,5 ft) niet al te zware pilkerhengel. Juist omdat je vrijwel de gehele dag met je hengel in je handen staat is het van belang dat deze combinatie niet al te heavy is, anders ben je halverwege de dag gewoon “versleten”. Een paar molens die perfect aan deze eisen voldoen zijn o.a. de Daiwa Gold GS-9 en de Daiwa Black-Gold 90. Twee molens die dankzij hun stevige/dikke as en dito tandwielen meer dan een stootje kunnen hebben. Ook de Ultegra 10.000 van Shimano voldoet hier perfect. Let wel op, want het niets ontziende zeewater vreet werkelijk overal op in. Daarom is het advies spoel je materiaal na ieder visavontuur even af onder lauw water dit verlengt zondermeer de levensduur!
“Een stukje kleiner maar nog steeds een respectabele vis!”
Voor de driftende manier van wrakvissen, gebruik het liefst een iets langere hengel. Hierdoor heb je net even meer body om de vis tegen de stroom in naar boven te pompen.
Zoals ik net al even aanhaalde is een reel hier zeer goed bruikbaar. Maar ja, aan iedere reel hangt echter een prijskaartje. Mocht je er toch een aan willen schaffen, laat je dan goed voorlichten door een door een met de wrakvisserij bekende winkelier. Kies voor een handelbare, lichte uitvoering. Je staat tenslotte de hele dag met dat ding in je knuisten! Zelf zweer ik al jaar en dag bij de Calcutta 700 van Shimano. Een echte topreel, waaraan ik naast zowel dikke gullen ook al de nodige zware heilbotten en zeewolven heb weten te vangen. Ander voordeel van een reel is de lijncapaciteit. Oke, ik geef toe dat we hier op onze Noordzee nauwelijks plekken tegenkomen waar het dieper is dan hooguit 35 meter, maar een grote lijncapaciteit is altijd lekker meegenomen. Denk hierbij bijvoorbeeld maar eens aan het gebruik in de diepe Noorse fjorden.