Diep trollen in de winter op snoek
Door Luc Coppens
Al begint de winter officieel pas op 21 december voor het onderwaterwereld gebeuren zal er al veel veranderingen in de loop van oktober. Meestal gaan in de loop van deze maand de nacht temperaturen fors naar beneden met als logisch gevolg dat de watertemperatuur snel om de 10 graden gaat bewegen.
Als begin november de eerste nachtvorst er nog eens bij komt dan mag je wat mij betreft het snoekvissen op groot en open water als wintervisserij beschouwen. Natuurlijk worden er nog wel eens snoeken gevangen op ondiep water maar dat zijn dan de bekende uitzonderingen.
Scholen witvis vind je ook niet meer in de oevers en deze zoeken ook de diepere waterlagen op, daar waar het water zijn zomertemperatuur het langst vasthoudt.
“Elke met een diepe en koude snoek”
Als de vis de gelegenheid heeft om zich te laten afzakken in dieper water dan zullen ze dit ook zeker doen. Uiteraard op een meer of plas waar de maximale diepte 4 meter is gaat dit verhaal niet op. We spreken hier over grote wateren met dieptes vanaf 10 meter en meer.
Spreken we over diepe grindgaten die verbinding hebben met grote rivieren dan zullen die ook als een magneet op snoek werken, hoe kouder het wordt des te meer vis er deze plassen zal optrekken en het diepere water opzoeken. Bijkomend voordeel is dat het betreffende water dat je gaat bevissen opeens een stuk kleiner geworden is en het lokaliseren en vinden van de vis lijkt een stuk eenvoudiger. Een goede visvinder kan daarbij een goed hulpmiddel zijn.
Zelf gebruik ik mijn Lowrance X 19 in deze tijd van het jaar om de scholen witvis op te zoeken, gemakkelijk herkenbaar aan de wolken vis op je scherm, die soms tot wel 3 meter boven de bodem reiken. Neem van mij maar aan dat daar snoek in de buurt zit. Nu is het niet simpel om een kunstaas op 10 meter diepte effectief te vissen, laat staan te trollen.
Verticaal vissen kan een optie zijn, maar we willen deze keer de rovers verleiden door te trollen met kunstaas om zo grote delen van het water te bevissen en de kans een snoek tegen te komen te vergroten. Downriggers zijn ook een mogelijkheid maar ook daar kleven weer verschillende nadelen aan, je hebt met deze apparaten helemaal geen gevoel meer of b.v. de plug het nog doet ! Ook gebeurd het dat je even de bodem raakt en vuil opraapt zonder dat je een signaal krijgt en nog veel te lang doorvist zonder dat er aktie in je plug zit. Persoonlijk vind ik het ook niet leuk dat je bij een downrigger de hengel in een steun moet plaatsen, je mist die aanbeet in de hand, wat voor mij juist weer het leukste aspect is om een snoek trollend te vangen.
”.”
Zeker in november en december wil het wel eens gebeuren dat snoek zich zeer dicht tegen de bodem ophoudt en om daar in de buurt te komen met een getrolde plug is niet altijd een gemakkelijke opgave. Natuurlijk kan je aan de slag met dieplopende pluggen maar dan zit je opgescheept met pluggen die dikwijls zo’n grote schoep hebben dat subtiel vissen niet meer mogelijk is en ook deze pluggen hebben hun beperkingen. Meestal houdt het op bij zo’n 6 tot 8 meter en dat is net niet diep genoeg onder veel winterse omstandigheden. Om dit probleem op te lossen ben ik begonnen te experimenteren met een driewegsysteem. Op een dunne hoofdlijn monteer ik tussen de 60 a 80 gram lood, een meter boven het lood komt een driewegwartel waar een zijlijntje van 80 cm aankomt. Hoe groter de plug des te zwaarder het lood dient genomen te worden hetzelfde geld voor de waterdiepte op 15 meter wordt het met zestig gram moeilijk en schakel ik meestal over op tachtig gram.
“Met een rotary uptrace bead maak je in no time een verstelbaar driewegsysteem. Is ook mogelijk met een driewegwartel”
Aan het zijlijntje knoop ik meestal een ondiep lopend plug en geloof me in de maanden november en december geven de snoeken volgens mij de voorkeur aan klein aas. Waarschijnlijk omdat hun metabolisme op een laag pitje staat door de lage watertemperatuur hebben ze minder behoefte aan een grote hap maar een klein aasje dat traag voorbij komt laten echt niet gaan.
Traag, ik zei het al in mijn vorige zin één van de trefwoorden van dit artikel. Dit kan een bijkomend probleem zijn. De snoeken zijn in deze tijd meestal al voorzien van een vetlaag die ze in oktober vergaard hebben dus het hoeft niet zo nodig meer. Als je van plan bent om te gaan trollen met een buitenboordmotor van b.v. meer dan 10 PK zul je waarschijnlijk te snel gaan, meestal zit je dan rond de 3 a 4 km per uur en dat is nu net het dubbele te snel voor dit soort visserij. Er zijn verschillende oplossingen voor dit probleem.
Misschien ben je, net als ik sinds kort, voorzien van een electrische boegmotor die nu ideaal van pas komt. Met deze motor kan je perfect tegen 2 km per uur trollen en de diepte aanhouden waar je denkt dat de snoeken zich verzamelen. Heb je echter geen electro boegmotor geen probleem want dan kan je nog altijd uit de voeten met je brandstofmotor. Wie mij beter kent heeft me verschillende winters na elkaar in mijn achteruit stand met brandstofmotor zien trollen en dit is voor mijn namelijk de perfecte snelheid om diep met kunstaas te trollen.
Zeer belangrijk bij deze stijl van vissen is de dikte van de hoofdlijn. Vergeet die 20 of 30 lb gevlochten lijn die op je reel staat en die gebruikt wordt om met zwaar kunstaas te gooien. Dit soort lijnen vangt veel te veel waterdruk op tijdens het trollen en zal veel te ver naar achter gedrukt worden waardoor bodemcontact wordt bemoeilijkt. Meestal gebruik ik 8 of 10 lb fire line en met een perfect afgestelde slip want op een niet al te zware hengel hoef je geen enkele vis te verspelen.
Enige voorzichtigheid is geboden met deze dunne lijnen, je kan deze soms zware snoeken niet naar boven draaien als een bezetene en dat komt deze vissen eigenlijk alleen maar ten goede. Je moet wel beseffen dat zowel snoek als snoekbaars gevoelig zijn voor veranderingen van diepte. Dril je vis op een kalme en beheerste manier uit, is er geen vuiltje aan de lucht.
Tijdens het trollen is bodem kontact is heel belangrijk, laat regelmatig je hengel achterwaarts naar beneden zakken en probeer de bodem te raken, voel je deze niet dan moet je nog wat lijn bijgeven. Voel ook af en toe door een haal naar boven te doen of de aktie in de plug nog aanwezig is , je hebt er niets aan om te trollen met een plug waar bodemvuil ingehaakt is of een plug die misschien wel in de hoofdlijn geraakt is.
De aanbeet is meestal zeer duidelijk en ondanks ik bij deze stijl doorgaans kleine pluggen gebruik valt het op dat de vissen dikwijls voor in de bek gehaakt zijn. Zoals ik al eerder zei klein kunstaas heeft mijn voorkeur, ook let ik er op dat ik onder deze omstandigheden kunstaas gebruik dat een uitdagende beweging heeft met trage snelheden.
Mijn favoriet is een kleine tweedelige bomber van 13 cm of de kleinere modellen van Manns. Een kleine crane bait heeft ook een goeie aktie bij lage snelheden en heeft ook de neiging om te stijgen. We proberen immers ons kunstaas een metertje van de bodem te presenteren. Wees voorzichtig met pluggen die een duikende eigenschap hebben, veel kans dat die via de zijlijn naar de bodem kruipen en dat is net niet de bedoeling. Dus nogmaals kies voor ondiep lopende en drijvende pluggen
”Met een beetje geluk schuift er zo eentje over je plugje…”
Natuurlijk is er ruimte om te experimenteren met verschillend kunstaas, dat is wat snoeken met kunstaas zo boeiend maakt. Wat dacht je van twisters, bulldawgs etc zonder loodkop zoals die tegenwoordig te verkrijgen zijn ? Zelfs shads kan je op deze manier vissen, om te voorkomen dat de shad rond zijn as gaat draaien monteer ik ze dan op een jighaak zonder lood. Och ja voor ik het vergeet hou er rekening mee dat er af en toe een snoekbaars op je kunstaas zal knallen maar dat vind je waarschijnlijk niet erg. Probeer het maar eens en geniet van elke aanbeet.