De snakehead expeditie (deel 2)
door Luc Coppens
Om 6 uur moet iedereen verzameld zijn in de lobby. Na het inladen van de minibus vertrekken we richting Khao Laem reservoir. De reis vordert aanvankelijk maar matig, maar begint te vlotter te gaan naarmate we Bangkok verlaten. Eenmaal buiten Bangkok is het op de wegen niet drukker dan bij ons thuis en kan er vlot doorgereden worden. Iedereen kijkt intensief rond, verwonderd als we brommers zien rijden met daar soms 4 tot 5 personen op. Zonder helm! Welcome in Thailand, this is the Thai style, verklaart Francois. Na een uurtje of drie arriveren we in Kanchanaburi, de laatste grote stad die we tegenkomen. Hier maken we even een sanitaire stop en gaan we in een lokaal restaurantje iets eten. De eigenaars kijken anders naar ons westerlingen dan in Bangkok, ietwat verbaasd. Je merkt dat deze plaats al veel minder toeristisch is. We nemen met zijn allen plaats aan een paar van de povere tafeltjes. Een soepje met een schoteltje rijst met kip en groenten, vergezeld van enkele pikante sausjes is wat hier op het menu staat. Met een colaatje erbij kost alles per man net geen twee gulden. Hoe bedoel je goedkoop? In trance Hoe verder de reis met de minibus vordert hoe stiller het wordt onder de bemanning. Iedereen geniet en is bezig het panorama in zich op te nemen. De omgeving verandert langzaam van stedelijk en druk naar bergachtig. Een natuurlijke schoonheid met slechts hier en daar nog een rieten of een houten huisje. Meer en meer kilometers worden gemaakt tussen wuivend riet en enorme bamboeplanten die langs de weg staan. Na een tijdje kunnen we beneden in het afgrond de eerste aanblik zien van het 65 km lange Khao Laem reservoir. Ons kamp ligt aan het einde van het meer en we moeten nog een half uurtje rijden. Net voor we in Sangkhlaburi arriveren, stoppen we in een plaatselijke tempel. “Het is gebruikelijk om deze tempel te bezoeken voor het vissen,” zegt Francois, “we zullen hier eerst gezegend worden. De monnik zal Boeddha in zijn gebeden verzoeken om de kwade geesten van het meer te verdrijven.” “Eindelijk op weg..” |