**KLAAR**              200e               artikel van Co Sielhorst voor Total Fishing!

200e artikel van Co Sielhorst voor Total Fishing!

Vanaf het begin beschrijft Co Sielhorst op Total Fishing zijn wekelijkse avonturen voor het inmiddels zeer uitgebreide lezerspubliek van deze site en nog steeds zijn de verhalen altijd weer leuk en boeiend om te lezen. Co heeft gezien de reacties die bijna dagelijks op de redactie binnenkomen, bij heel wat sportvissers een plekje in hun hart veroverd door zijn ongecompliceerde manier van schrijven én vissen. De bijdrage van deze week is samen met de 119 afleveringen van Karperpassie, het 200e artikel dat hij voor zijn Total Fishingpubliek heeft geschreven. Namens de Redactie werd door Berend Masselink aan Co een bos bloemen en een presentje overhandigd. Op naar de volgende 100!

                       


”Berend Masselink overhandigde Co een bos bloemen als blijk van waardering voor zijn wekelijkse bijdrage aan Total Fishing”

Megasnoek 81

Door Co Sielhorst

30 oktober 2004.
Mist… Zaterdagmorgen rij ik met één hand op de vangrail naar het water. Beetje overdreven maar erg hard gaat het niet. Het is een wazige wereld. Ik kom tot de ontdekking dat mijn laarzen nog thuis staan. Aan ieder sprietje hangen dikke druppels.

Spinrag is anders bijna onzichtbaar. Nu zie ik pas hoeveel spinnen er op iedere vierkante meter kunnen leven. Overigens wel interessant om te zien dat niet alle spinnen hetzelfde web maken. Hoe krijgen ze het in godsnaam voor elkaar om overspanningen van drie meter te maken.

                       


Nu eerst die hengels opzetten. Een met de dobber, sardien op de bodem. Het is windstil. Zeilen gaat voorlopig niet lukken. Op de andere hengel dan maar een loodje en een reepje vis. De lucht is vol ganzen. Ik zie er niet één maar hoor er des te meer. Het is niet erg koud. Die laarzen kan ik dus wel missen. Straks komt de zon er ook nog door. De mist wordt al dunner. Ik kan nu vaag de overkant zien. De eerste karper geeft een enthousiaste roffel. Tien seconden later nog eens, op precies dezelfde plek. Nee, ik val niet van mijn geloof. IJl geluidje. IJsvogel. Door de mist ziet de blauwe schicht ook niet veel. Strijkt bijna op mijn hengel neer. Ziet mij op het laatste moment en verdwijnt weer in de mist. Ik blijf bij de les.

Mijn dobber schokt! Hij gaat niet door. Ik reageer met een korte haal. Even de aandacht trekken. Kort daarop stuift hij weg. Ik reageer meteen. Raak! Een piep! De andere hengel. Ik kijk of ik met de woesteling door de lijn zit. Nee. Het is een sterke vis. De andere pieper staat weer te zeuren om aandacht. Nee, ik zit echt niet door de andere lijn. Ik moet iets doen. Met een kromme hengel in de linkerhand draai ik de lijn van de andere hengel strak. Er gebeurt niets. Toch haal ik zo hard mogelijk uit met de wakerhengel en leg hem meteen weer op de steunen. De vis die ik aan het drillen ben werkt helemaal niet mee. Hij dendert zich slingerend steeds weer een eind van me af. Heel traag kan ik weer een klein stukje lijn terug winnen.

Weer die vreemde slingerende beweging. Die vis is niet in de bek gehaakt. De vluchtpogingen worden korter. Tien meter uit de kant zie ik iets. Een staart. Weer een vluchtpoging. Uit mijn ooghoek zie ik de lijn van de wakerhengel door het water kruipen. Ik hou mijn kop bij de dril. Ik zie nu dat het een snoek is. Dikke negentig. In de staartwortel gehaakt. Ik laat de vis stranden. Pak heel soepel de dreg uit haar staart. Op twintig centimeter water blijft de vis roerloos staan als ik haar terugschuif. Ik zie haar grote ogen draaien. Ze beseft nog niet dat ze gewoon weg kan. Een kleine beweging van mij is genoeg. Prachtig, die explosie.

Nu snel kijken wat er aan de andere hengel hangt. Ik had recht naar het midden gegooid. Nu loopt de lijn naar rechts. Ik draai twintig, dertig meter op zonder weerstand. Ik voel zelfs het lood niet. Zal toch niet gebroken zijn? Vlak voor de kant, een meter of tien naar rechts ineens contact. Die vis is in paniek bijna de kant op gezwommen. Een furieuze snoekbaars heeft mijn reepje vis opgepakt. Keurig. Zo hoort het.

De mist is verdreven. Licht windje. Steeds meer zon. Een buizerdpaar zoekt naar thermiek. Bewegingloos op een spiraal omhoog. Dan met opgevouwen vleugels in een spectaculaire vrije val weer naar beneden. Uitslovers. Is dit al een windje om te zeilen? Kracht is goed, richting nog niet. Kan nog komen.

Ik heb het water nog steeds helemaal voor mezelf. Een fuut waagt zich dicht bij mijn stek. Komt twee meter vóór mijn hengels boven met een baars van misschien wel veertien centimeter. Hij maakt korte metten met de heftig spartelende vis. Het speelt zich af op een zanderig stuk waar nog geen halve meter water staat. Er liggen grote stenen zover ik kijken kan. Het water is vandaag opvallend helder.

Aan de overkant springt weer een karper. Nee, ik krijg niet de neiging om vreemd te gaan. Het is best een vrolijk schouwspel. Ik heb de indruk dat het een positief signaal is. Even later zie ik de lijn voor de top van de rechter hengel strekken. De waker beweegt nog niet. De pieper komt ook nog niet tot leven. Ik probeer het gewoon. Draai de lijn bijna strak. Waker weg. De lijn voor de top moet de aanbeet registreren. Het is bijna windstil. Moet kunnen. De lijn komt weer tot leven. Korte trilling. Verdwijnpunt loopt verder weg. Nu de hengel achterover… helemaal mis. Stuk vis is van de haak. Toch geloof ik dat het kan als er een fatsoenlijke vis aanbijt. Misschien zijn dit wel krabben. Het gaat allemaal erg voorzichtig.

Tegen het eind van de dag pak ik een kunstaashengeltje. Ik heb een paar lichtgevende dubbelstaart twisters in de tas gedaan. Ze zijn gemaakt van zeer rekbaar latex. Iets te groot voor snoekbaars lijkt me en voor snoek aan de kleine kant. Door de platte loodkop valt de dubbelflapper altijd met de haakpunt omhoog op de bodem. Mooi voor gevaarlijke plekken. Ik trek het kunstaasje over de zandbodem voor mijn voeten. Er wervelt een mooi krullend modderspoortje op achter gefladder van de dubbelstaart. Even proberen bij welk tempo de actie minder aantrekkelijk wordt. Het materiaal is zo licht dat het bijna zweeft. Het is ook zo soepel dat het bij de minste beweging blijft fladderen. Dit is perfect spul om uiterst traag over de bodem te krabben. Leuk is ook om zicht te hebben op wat ik voel. Heel duidelijk voel ik wat er gebeurt als ik een steentje aantik. De haak blijft steeds omhoog wijzen na een hobbeltje.

Eerst een paar worpen huppelend binnen vissen. Dan traag en diep over de bodem. Ik gedachten zie ik nu het modderspoortje achter de fladders aan komen. Bij de eerste worp tast ik de bodem af. Bij de tweede worp voel ik ongeveer hetzelfde. Steentjes, hobbeltje, vastloper. Wat vastloper? Ik kan een reflex niet eens bedwingen. Sta ineens een snoek te drillen. Perfect gehaakt. In het velletje op de rand van de lip. Daar zit niet veel vel. Ik wil het snoekje pakken. Hij rolt eraf en schiet als een speer het strand op. Ik keer het visje om en help even om de juiste koers te vinden.

                       

Leuke manier om de dag af te sluiten. Er komt een vleermuis over de dijk fladderen. Het diertje laat zich boven het water zakken en drinkt wat in een duikvlucht. Misschien is het tijd om naar huis te gaan.

ANDEREN LAZEN OOK

image description
Co Sielhorst stopt met wekelijkse column Total Fishing
Total Fishing Import -
image description
Megasnoek 166
Total Fishing Import -
image description
Megasnoek 165
Total Fishing Import -