Voorjaarsgoud
Tekst en foto’s André Pawlitzki
Begin maart, voor velen het startsein van het nieuwe karperseizoen! Ondanks de geringe watertemperatuur, kun je nu toch al aardig vangen. Het is wel handig om je tactiek op de nog koude omstandigheden af te stemmen. Karper is anders gezegd nu nog niet in zijn comfortzone.
Met een lichte matchhengel in het vroege voorjaar op karper vissen. Veel visserijen vind ik mooi, maar dit is toch wel een van mijn favorieten. Doordat het water nog koud is, valt het met de plantengroei nog mee. Bovendien staat de stofwisseling van karpers zelf ook nog op een laag pitje.
Mais en wormen zijn favoriet in het vroege voorjaar
Deze twee gegevens zorgen ervoor dat zelfs grotere vissen vangbaar zijn met ontzettend licht materiaal, zoals mijn matchhengel. Het enige wat de karpers nodig hebben om uit hun haast lethargische wintertoestand te komen is een warm voorjaarszonnetje. Enkele dagen met zonneschijn zorgen er voor dat het ondiepe water in de buurt van de oevers al flink opwarmt. Dit zijn dan ook de plaatsen waar karpers als eerste op zoek gaan naar wat te happen.
Het water hoeft slechts 30 tot 60 cm diep te zijn, genoeg om al lekker op temperatuur te kunnen komen. Ieder jaar weer sta ik er van versteld hoe gluiperig grote vissen kunnen zijn. Ondanks hun lompe afmetingen komen ze toch redelijk ongezien de ondiepte op. Topstekken zijn bijvoorbeeld kanten met riet, oude plantenbedden en in het water gevallen bomen. Vooral riet verdient nu extra veel aandacht; riet is namelijk enorm goed in het ‘opslaan’ van warmte. De eerste warme zonnestralen gaan namelijk niet zo snel verloren in de wirwar van rietstengels. De stengels geven de ‘opgeslagen’ warmte vervolgens langzaam af aan het water, waardoor het water hier net iets warmer wordt dan elders… Hotspot!
Precies aanvoeren
Zo vroeg in het jaar is het enorm van belang om niet teveel te voeren. Waar je normaal gesproken drie tot vier handjes voer brengt, volstaat nu één hand! Daarnaast is het nu crucialer dan ooit dat het voer ook precies daar ligt waar je vist.
Zelf maak ik graag gebruik van donkergekleurd grondvoer om de eetlust van de karpers op te wekken. Voor het visuele aspect voeg ik er nog wat maïskorrels en maden aan toe, maar absoluut niet teveel! Deze vaste voedselitems verzadigen snel, en verzadigde karpers vang je nu eenmaal niet.
Donker grondvoer, mais en maden zijn de ingrediënten die ik gebruik
Als haakaas gebruik ik twee korrels maïs die ik op zo’n manier op mijn kleine haakje prik dat het voor de karper net lijkt alsof het twee losse korrels zijn. Soms maak ik ook gebruik van pieren of maden als haakaas. Als ik dat doe, dan voeg ik ze ook altijd aan mijn voer toe.
Ik plaats het voer altijd direct op mijn onderlijn. Niet met pva of dergelijke producten, maar met een aas mal van Preston. Dit dingetje stelt mij in staat om los voer op de lijn te knijpen. Als er water bij komt lost het voer op en valt het van de lijn af. Op die manier ligt er een mondje vol lekkers rechtstreeks bij mijn haakje.
Handige aasmal van Preston
Als haak gebruik ik een maatje tien, waarbij ik er goed op let dat deze niet te dundradig is. We vissen immers op karper en de eerste uitval van een gehaakt exemplaar kan enorm hard zijn, ook in koud water. Met dundradige haken resulteert dit in het uitbuigen van de haak en dus verspeelde vissen…
Het resultaat: een samengeperste voerkubus
Sluipmeesters
Het materiaal moet ook aangepast worden aan de koudere omstandigheden; zware dobbers van 5 tot 8 gram hebben niets te zoeken in dit ondiepe, koude water. Bij voorkeur gebruik ik een 1,2 grams Crystal dobber van Drennan. Deze dobber bevestig ik met een ‘dobber adapter’ op de lijn, die ik vastzet tussen twee siliconen stoppertjes zodat de dobber niet kan schuiven.
Tijdens het vissen gedraag ik me zo rustig mogelijk, zeker wanneer ik vanuit de boot vis. Je hoeft maar iets in de boot te laten vallen en dat klinkt onwijs hard door onder water; weg karpers! Dat wil je niet natuurlijk! Datzelfde geldt natuurlijk voor wanneer je vanaf de kant vist; gewoon zo rustig mogelijk bewegen en zo min mogelijk geluid maken. Tijdens deze visserij ben je in de regel niet ver van de karper verwijderd, en geloof maar dat karpers jou eerder doorhebben dan je zou denken.
Deze grote voorzichtigheid voer ik door in mijn kleding; camouflage kleding dus. Om goed te kunnen zien of er karper op je stek aanwezig is moet je er kort op zitten. Een kleine werveling kan alles zijn wat je ziet, maar dat kan al meer dan genoeg zijn om te weten dat er activiteit gaande is. Met een fel oranje t-shirt zul je zien dat dat vis afschrikt als je dichtbij komt!
Overigens zul je in de meeste gevallen niet meer zien dan wat belletjes. De karpers zijn niet enorm actief, het water is immers nog koud. zelfs als ik kleine visjes weg zie springen op mijn stek, kan dat al een goed teken zijn en zal mijn vertrouwen toenemen. Vaak doen ze dit omdat ze verjaagd worden door een grote vis, karper bijvoorbeeld! Als dit gebeurt kan de dobber ieder moment wegwandelen, of onderduiken! Zelfs als je niets ziet, wil dat niet zeggen dat er geen karper op de stek aanwezig is. Karpers zijn meesters in het sluipen.
Parabolisch
Karpervissen met de matchhengel vraagt om een blank met een snelle actie, in mijn geval een Carp-Match II van Sensas. Deze hengels zijn eigenlijk bedoeld voor de visserij op commerciële karpervijvers, waarbij een parabolische actie gewenst is, omdat er vaak kort onder de kant gevist wordt. De zachte hengels vangen alle uitvallen van de hard vechtende karpers goed op, precies zoals ik het graag zie.
Een snelle parabolische matchhengel heeft mijn voorkeur
Sowieso is dit een visserij van het lichtere materiaal, in het koude water kun je anders gezegd maar beter lekker subtiel aan de slag gaan. De vis is nog extra schuw en daar kun je maar beter goed op voorbereid zijn.