KarperPassie 259

KarperPassie 259

Door Co Sielhorst

Het is een prettig gevoel om weer in contact te zijn met een water. Er gaat om de dag een hand gekneusde knikkers te water. Het is ook een mooie gelegenheid om het voorjaar te zien vorderen. Het vriest af en toe nog wel in de donkere uurtjes, maar dat hoort er gewoon bij. Er komen steeds meer plompenbladeren aan de oppervlakte. De katjes raken uitgebloeid en maken plaats voor fris groen blad. Kleine vogeltjes buitelen achter elkaar aan door de struiken.

In een rustig hoekje zit al een meerkoet op een nest. Nog geen meter er vandaan is een futenpaar een eilandje van rottend blad aan het maken. Plotseling springt de meerkoet van haar nest om een bedreiging onder water te lijf te gaan. Woest pikkend achtervolgt ze iets. Een flinke boeggolf stormt naar het midden. Ik denk eerst aan een fuut. Even later is het weer rumoerig onder water.

De meerkoet springt weer op haar nest. Weer een dikke golf. Precies op dezelfde plek. Alleen de twee knutselende futen bemoeien zich nergens mee. Het zijn snoekbaarzen. Ze leggen hun eitjes in een soort nest en verdedigen hun legsel fanatiek. Ik herken de furieuze uithalen naar alles wat beweegt. Ik heb er ooit een in mijn topoog zien bijten. Dan is het knap druk op die ene vierkante meter.

Na een kilo of vijfentwintig zeelt in een paar uurtjes zonder deeg laatste keer. Dat gaat me vandaag niet overkomen. Ik heb voor vier dagen vooruit gemaakt. Ongeveer een kilo voor één visdag. Drie voor de vriezer dus en één om vandaag mee te nemen.


Een kilo.

Ik kom heel voorzichtig het pad afrijden. Er komt een flauwe bocht waar ik weinig uitzicht heb. Stapvoets stuur ik door de berm om tegemoet komend fietsverkeer ruimte te geven. Het is tot nu te niet gebeurd, maar traag als een slak moet ik vol in de ankers. De bejaarde dame op de elektrofiets stuitert bijna de struiken in. Gelukkig gaat het mens niet liggen vallen.Volgende keer stap ik voor de bocht even uit om tegemoetkomend verkeer te onderscheppen. Na de bocht heb ik een flink stuk zicht op het weggetje.

Het is lang droog geweest dus ik zet de auto zo ver mogelijk de berm in. Warmtepak is niet nodig, maar een extra broek is wel prettig. Er staat een fris windje. Mijn spullen staan snel. Hengel, net, stoel en tas. Meer heb ik niet meer nodig tegenwoordig.

Er komt steeds meer blad aan de oppervlakte. Toch is het nog niet genoeg om met een wat zwaarder systeem wat verder weg te kunnen vissen. Zullen grotere ballen deeg enigszins selectief zijn? Ik heb er weinig vertrouwen in, maar ik probeer het toch. Formaat stevig kippenei, beetje afgeplat. Onderhands worpje, paar meter voor de top. Hengel op een hoge graspol. Lijn recht naar beneden. Ik vertrouw niet meer op een wegduikend pennetje. Ik reageer pas als ik de lijn zie strekken.

Dan krijg ik weer tijd om even aan mezelf te denken. Ik ben nog steeds zo beurs als een overrijpe peer. Door een soort blafhoest doe ik mezelf steeds weer pijn. Er knakt iets rechtsonder bij mijn ribben. Alsof er iets los zit. Misschien toch nog eens naar laten kijken. Man, zit toch niet zo te zeuren. Het is prachtig weer. Er komt zelfs nog een waterig zonnetje door de sluiers. Er spelen ook al weer ruisvoorntjes aan de oppervlakte. De wind heeft een groezelig laagje mijn hoek ingejaagd. Daar is van alles te halen voor ze.

Door het groezelige laagje blijven bellen véél langer hangen dan in het kabbeltje rechts van me. Ik heb wat kleine deegballetjes rondgestrooid. Er gaat een rustig uurtje voorbij. Dan krijg ik ineens de indruk dat mijn voeren effect krijgt. Steeds vaker belletjes die duidelijk van azende vissen zijn. Door de vettige oppervlakte blijven ze lang liggen. Een soort geheugen dus. Even later trekt de wind wat aan. Er rolt een kabbeltje voor me langs. Het pennetje hobbelt op het ritme van de kabbel mee. Dan wordt ineens het ritme verstoord. Het is maar heel even, maar toch een reden om dichter bij de hengel te gaan zitten.

Ietsje hoger, ietsje lager. Ik durf al een voorspelling te geven. Pennetje zakt weg, ik doe niets. Wacht rustig tot ik beweging op de slaphangende lijn zie. Het duurt een tiental seconden voor de lijn kalm omhoog kruipt. Even later stuitert er een dikke zeelt onder de top. Precies wat ik dacht. De onthaaktang ligt al klaar. Dit gaat werkelijk perfect. Het is een vrij grote haak waar ik goed houvast op kan krijgen. Ik hoef niet met mijn vingers aan de vis te komen. Hij hoeft zelfs het water niet uit.


Dikke zeelt.

De wind valt weg. De middag loopt ten einde. De zon doet het ook niet meer. Donkere wolken pakken samen. Het gaat nu nog niet regenen, maar vanavond zeker wel. Het lijkt wel of de schemering een soort startschot is. Overal aasbellen. Wat verder van de kant staat een grote vis te spitten. Een imposante bellenbaan gaat langzaam steeds verder weg. Nog een week dan gaat mijn ijsbal te water.

Rond mijn pennetje gebeurt ook weer iets. Belletjes links verplaatsen zich langzaam in mijn richting. Ik kniel naast de hengel. Komt ie. Iets zakken. Even helemaal weg. Weer terug. Een halve minuut helemaal niets. Weer iets zakken. Het hele riedeltje weer opnieuw. Zit mijn deeg nog wel op de haak? Ik wacht even rustig af. Een minuut of zo later een schok. Eindelijk gaat het dan gebeuren. Pen weg, lijn gestrekt. Natuurlijk, wéér een zeelt.

De tangverlossing verloopt weer voorspoedig. Mijn net gaat alweer droog het foedraal in. Ik begin de vissige geur te missen. De lucht van iemand die wel eens een vis vangt. Ik heb nog een mooie bal deeg over. Ik laat nog een paar balletjes achter op mijn stek. Van de rest ga ik luchtgedroogde knikkers maken. Hard van buiten en zacht van binnen. Gewoon voor de broodnodige afwisseling.

ANDEREN LAZEN OOK

image description
KarperPassie 243
Total Fishing Import -
image description
KarperPassie 280
Total Fishing Import -
image description
KarperPassie 279
Total Fishing Import -