KarperPassie 255

KarperPassie 255

Door Co Sielhorst

Het is ruig. Storm en regen. Het waterpeil in de polder stijgt. Al snel zie ik aan de eerste polderslootjes dat het water hier al over de graskant staat. Extreem bruin water. Het gras wordt uitgeperst onder de waterdruk. Uit de greppeltjes stroomt nog veel bruiner water de slootjes in. De baggerdepots die in het voorjaar gevuld zijn, worden platgewalst.

Met grote shovels worden sleuven in de baggerbende getrokken. De sleuven worden doorgetrokken naar slootjes. Hier komt dus nog veel meer bruine blubber in het water terecht. Na het zeeltenfeest wil ik graag snel weer naar de waterkant. De eerste dagen is het me te woest. Ik voer wel gewoon door.


Baggerbende.

Op de heenweg heb ik altijd snel een indicatie van de waterstand op het fort. Dat zit nu al een paar dagen goed. Op de terugweg neem ik een andere route. Ik kom nu ook langs een polderwater. Hier wordt het water in vakken verdeeld oor een paar stuwen. Het water komt er met hoorbaar geweld overheen donderen. Dat een karperbestand zich kan handhaven in dit water is een wonder. Het zijn hier bijna allemaal schubkarpers. Dertig-plus is hier allang geen uitzondering meer. In een van de stuwvakken zwemmen een paar graskarpers rond van meer dan een meter. Eenvijftien is mijn grootste grasbak.

Toch ben ik er niet gerust op. Als het gemaal zo hard draait, dan is het waterpeil tussen de stuwvakken snel weer gedaald. Ik vraag me dus af wat er dan met het polderwater gebeurt dat in verbinding staat met het fort. Waar ik bang voor ben gebeurt dus ook: kilometers voor mijn stek zie ik al hoe beroerd het ervoor staat. Tegen beter weten in ga ik toch naar het water. Voor ik bij mijn stek ben zie ik al dat complete plompenvelden droog liggen.
 
Natuurlijk wél spannend om een inkijkje te krijgen in de structuur van deze knollentuin. Ik heb er middenin gevist. Niet zo vreemd dat de meeste vissystemen hier niet werken. Dat een kale haak ergens blijft hangen tussen de wortelstokken is haast niet te voorkomen. Het is wonderlijk dat een zeelt of karper mijn deegbal er zonder problemen tussenuit kan plukken. Ik maak er snel een paar plaatjes van.


Inkijkje…

Dan ga ik verder naar mijn stek. Ja, daar zijn ze weer. De dikke houten balken steken weer boven het bruine koffiewater uit. Ik zit nog even in de lekkere warme auto te dubben. Weet wat er gebeurt als ik omkeer en naar huis ga. Dan zit ik de rest van de dag op de bank met een donkere wolk boven mijn hoofd. Niet te genieten dus. Ik hak de knoop door en tuig de hengel op. Plan is om even verderop wat rond te gooien en proberen in te schatten hoeveel water er nog staat op mijn stek.

Wat verder uit de kant dan anders staat nog ongeveer tachtig centimeter. Het is niet veel maar ik probeer het toch maar. De grond op mijn stek is doorweekt. Ik probeer op het dikke, dorre gras te blijven om te voorkomen dat het één grote zwijnenbende wordt waar niet meer te lopen valt. Het waait niet dus ik kan vrij ver uit de kant blijven met mijn pennetje. De zachte deegbal doorstaat de onderhandse worp wel.

Het begint zachtjes te miezeren. Het zal niet veel helpen maar ik zet tóch de plu op. De grond is hier vrij zacht. Ik kruip er diep onder. Ik schrik me wild als er ineens een zeiknatte zwarte labrador op mijn schoot springt. Enthousiast likt het beest mijn handen af. Hij vindt u wel héél leuk zegt het vrouwtje. Ze trekt met enig geweld het komische beest onder mijn paraplu uit. Ik leg haar uit dat het doldrieste gedrag veroorzaakt wordt door mijn aas. De vrolijke hond doet nog een speelse aanval op mijn handen en schudt zich even flink droog. Die paraplu heb ik dus helemaal niet nodig vandaag. Het speelse beest heeft weer iets anders ontdekt kennelijk.

De rust keert weer. Overtrekkende ganzen maken melancholieke geluiden. De laatste tijd zie ik steeds vaker meldingen van overlast door ganzen. Het gaat om een honderdduizenden. Daar geloof ik niets van. Ik denk dat er alleen in de West Betuwe al honderdduizenden ganzen rondzwerven. Kolgans, Nijlgans, Indische gans, Canadese gans en tenslotte, sorry hoor gans, de Rotgans. Dat zijn er een paar die hier veel voorkomen. Daar komen er als overwinteraar nog een flinke handvol soorten bij.

‘Vergassen,’ lopen sommigen te schreeuwen. Nooit zoiets stoms gehoord. Bij de meeste vogels is het gevolg dat ze beter hun best gaan doen om zich voort te planten als er grote gaten geslagen worden in een populatie. Dat bijna niemand ziet dat de landbouw steeds beter ganzenvoer produceert. Gras wordt steeds eiwitrijker. Grote groene vlaktes vol eentonig gras. Perfect, goed uitzicht, prima eten. Ze hebben het nog nooit zo goed gehad.

Het blijft erg rustig rond mijn pennetje. Misschien zijn de karpers vertrokken naar wat dieper water. Er is water in de buurt waar nu zeker nog anderhalve meter onder een de dobber staat. Ik ga komende week nog een keer kijken. Na een paar uurtjes pak ik in. Ik zie er niets in om mijn visserij te verplaatsen. Wat ik wél ga doen is uitkijken naar een diepere plek om me volgend jaar op te richten. Waar ik ook naar uitkijk is een uitstapje naar platbekkarpers. Dikke luie snoeken die gemakshalve graag een dode aasvis oppakken.

Dat ga ik doen op een zandwinplas met helder, diep water. Ik weet al waar ik graag heen wil.
Door mijn stekkenkennis op deze plas weet ik zelfs al vrij secuur waar ik ga zitten. Bij storm en regen, meestal uit westelijke richtingen, met een bos als rugdekking. Steile wanden van taaie klei. Mooie onderwaterbergen. Prachtige mogelijkheden om te zeilen.
 
Het begint echt aan me te trekken. Deze week eerst maar eens een verkennend rondje maken.
Niet omdat ik het water niet ken. Wat ik wel graag weet is of er meer mensen vissen. Ik hecht er nogal aan om het hele water voor mezelf te hebben. Niet omdat ik zo eenkennig ben, meer omdat ik weet hoe snel een snoek uitgekeken is op een dode vis als hij al eens gevangen is.

 

ANDEREN LAZEN OOK

image description
KarperPassie 243
Total Fishing Import -
image description
KarperPassie 280
Total Fishing Import -
image description
KarperPassie 279
Total Fishing Import -