Karperpassie 250

Karperpassie 250

Door Co Sielhorst

Het duurt zeker nog een week voor ik weer een beetje pijnvrij kan bewegen. Na een halve dag in een schakelauto kom ik helemaal niet meer vooruit. De zware koppeling in deze trapauto doet me de das om. De avond erna heb ik zelfs moeite om de trap op te komen. Ondanks het ongemak blijf ik iedere dag voeren. Ik moet een aantal dagen mijn linkerbeen handmatig de auto inslepen.

De dagelijkse voertrip geeft veel vertrouwen. Op stille dagen zie ik nog steeds activiteiten. De signalen worden steeds subtieler. Er is nog steeds voedsel te vinden in de afgestorven plompenvelden. Er wordt wel beweerd dat karpers in de winter niet meer eten omdat er geen voedsel meer beschikbaar is. Onzin. Ik durf het tegenovergestelde te beweren.

Ieder watergebonden insect dat in de zomer rondvliegt, leeft in koudere periodes als eitje, maar ook heel vaak als larve onder water. Mosselen zijn er in de winter ook niet minder en waterslakken zijn er ook net zoveel als in warmere tijden. Ik heb jaren geleden eens een testje gedaan met een net van fijn gaas in een gelast frame, héél stevig en aan een lange steel heb ik staan scheppen in een van onze stadsgrachten.

Het eerste doel is het vangen van grote rode muggenlarven. Is gelukt, een superaasje voor witvis. Naast de muggenlarven zie ik dat ik op iedere vierkante meter minstens een ons kleine waterdiertjes tegenkom. Waterpissebedden, volkreeftjes, een hele sliert kleine slakkensoorten, erwtenmosseltjes, libellenlarven en keverlarven. Naast de begeerde grote muggenlarven kom ik ook witte, zwarte en kleine rode muggenlarven tegen. Allemaal in de winter dus.

Naast deze ervaring denk ik ook terug aan mijn aquariumperiode, een vrij fanatieke tijd. Met grote regelmaat zorgde ik voor dagelijks levend voer. Door bewaarcapaciteit zorgde ik ervoor dat ik niet iedere dag door weer en wind op jacht hoefde. Met vallen en opstaan leerde ik waar ik zelfs in barre kou nog steeds dikke zwangere watervlooien kon vangen, daphnias. De overwinteraars zaten zichtbaar vol met eitjes. Cyclops, een kleinere soort, is ook rijk vertegenwoordigd. Ook karper is er dol op. Het watervlooienvolkje is heel lichtgevoelig. Heb ik ook met mijn neus tegen het glas ontdekt.

Doorschakelen naar de visserij is niet zo heel moeilijk. Op water met straatverlichting ontdekte ik al vrij snel dat karpers in de lichtvlek watervlooien uitfilteren. In spookachtig oranje licht zie ik bleke lippen vlak onder de oppervlakte. Dit verschijnsel is te bewonderen tot aan de nachtvorst.

Vlokreeftjes zijn ook jaarrond beschikbaar. Hou dus maar op met die verhalen dat er in de winter geen voedsel beschikbaar is. En dan heb ik het nog helemaal niet over de zaden van een hele reeks van planten die in het water terechtkomen. Er speelt iets heel anders. Het wordt echt koud. Voor de vertering van voedsel zijn enzymen nodig. Hoe kouder het wordt, hoe minder actief deze enzymen zijn.

Kijk naar een emmer tarwe, veel mee gevist én gevangen. Bij kamertemperatuur wordt het spul binnen twee dagen boterzacht en geurt het weldadig naar bier. In de tarwekiemen beginnen al enzymen te werken aan de voorvertering. Ook in ons speeksel werken enzymen mee om voedsel op te nemen. Gaat de temperatuur richting tien graden of minder, dan werken de enzymen niet meer mee. De tarwe verliest zijn aantrekkingskracht. Gekookt blijft het wél bruikbaar. Maïs echter is een prima winteraasje geweest. Het verschil is dat maïs, vooral blikmaïs, gekookt is. Koken breekt celwanden af. Zo kan voedsel toch benut worden.

Ik loop nog wat stijfjes. Zet eerst de plu op. Het regent pittig. Onderweg zie ik overal bruin water. Via drainagepijpen wordt de modder van het grasland de sloten ingespoten. Ik zet de spullen onder het nieuwe regenscherm. Ik zet het voor het eerst op. Zo licht mogelijk, is de reden geweest om deze paraplu aan te schaffen. De kleur is perfect. Alleen het bedieningsmechanisme ziet er vrij gammel uit, een beetje plastiekerig allemaal. Bij mijn vorige plu is dat ook zo geweest, maar die heeft het minstens acht jaar uitgehouden.


Via drainagepijpen wordt de modder van het grasland de sloten ingespoten.

Na een felle bui breekt de zon door. Woest vlammend licht voert samen met rondzwiepende brandnetels een fraai schimmelspel uit op het bijna doorschijnende doek. Afgewerkt met parelende droppeltjes een mooi plaatje.Er zijn bijna geen waterplanten meer om de lijn op te leggen. Niet te ver weg vissen dus. Het duurt eeuwig voor ik de eerste tik zie. Gaat niet door. De middag kruipt voorbij. Ik ververs mijn aasje. Draai een rolletje van het deeg. Vouw het op en herhaal dat een aantal keren. Het wordt lekker soepel. Ik zet het pennetje wat verder van de kant. Gaat goed nu het wat minder waait.

Plotseling stormt er een Engels bulletje achter de meidoornstruik uit. Lollig beest, dolenthousiast. Snuffelt rond en likt aan mijn handen. Natuurlijk, ik heb mijn deegje zitten kneden. Binnen een fractie van een seconde heeft het beest het zakje met mijn deeg gevonden. Ik kan nog net voorkomen dat de hond mijn deeg met plastic zak en al opvreet. De baas zit er duidelijk een beetje mee. Beau, een prachtige naam voor een prachtige hond.

Voor het eerst sinds weken heb ik de indruk dat ik vandaag niets ga vangen. Ik blijf zitten tot het gaat schemeren. Ik zeg af!! De wind gaat liggen. Voor het eerst zie ik hoopgevende signalen. Er knappen fijne belletjes aan de oppervlakte. Het licht gaat onvermijdelijk toch uit. Het is bijna donker. Inpakken. Stoel weg. Tas weg. Paraplu in het foedraal. Ik jaag de laatste knikkers het afgestorven plompenveld in. Als laatste pak ik mijn hengel op. Stomverbaasd… er trekt iets terug. Ik trek harder. Aan de andere kant wordt er ook een tandje bijgezet. Ik sta ineens een vis te drillen.

Een knettergekke zeelt knalt roffelend door de oppervlakte. Dat kunstje herhaalt het beest drie keer. Dan probeert de woesteling zich in de takken te begraven. Gaat maar net goed allemaal. Heb ik nou wel of niet iets gezien aan het pennetje? Ik weet dat ik één keer mijn hand boven de reelhouder gehouden heb. Toch is dat al weer een poosje geleden.


Deegsabbelaar…

Die gekke zeelt zal toch niet al een half uur op mijn deegbal hebben liggen sabbelen?

 

ANDEREN LAZEN OOK

image description
KarperPassie 243
Total Fishing Import -
image description
KarperPassie 280
Total Fishing Import -
image description
KarperPassie 279
Total Fishing Import -