Karperpassie 211
door Co Sielhorst
10 augustus 2007.
Even wat wapenfeiten. Ik loop erbij als een toegetakelde zwaardvechter. Een flinke houw aan de linkerzijde. Van oksel tot heup dieppaars. Geen pijn. Beetje stijf. Er is flink wat weggehaald ja, maar daarvan was volgens de artsen de garantie verstreken.
De eerste stapjes zijn weer gezet. Tot op heden gaat alles soepel. Plotselinge bewegingen geven nog probleempjes .
Vandaag huiswaarts. Met beter weer in het vooruitzicht.
Ik weet inmiddels hoe zwaar het voordeel weegt van een kortere hengel. Eigenlijk wel stoer om gewoon te kunnen zeggen: zaterdag vis ik. Kan zomaar gebeuren. Het is weer bezoekuur. Ik besluit met Toos een poosje boven in de grote hal neer te strijken. Ze gaat even op zoek naar een ijsje of zoiets.
Uit het trapgat zie ik ineens een bekend gezicht omhoog stormen.
Ik ben stomverbaasd. Arie, wat doe jij hier? Ik kom kijken of je nou eindelijk eens een keer mee gaat vissen.
Het duurt nog even voor Toos terug komt. Hij wist niet wat hem te wachten stond. Zichtbaar opgelucht brengt hij me op de hoogte van het laatste nieuws. Ik geniet van de barbeelverhalen.
Hij is niet helemaal op zijn gemak in deze omgeving. Ik ook nog steeds niet. Prachtig en dapper, dank man. We gaan zeker weer samen op pad. Zaterdag durf ik nog niet denk ik. Terug op mijn kamer kijk ik met Toos nog even langs de groeiende collectie kaarten. Veel natuuronderwerpen. Van verzopen katten tot vlinders. Ze komen van A tot B. Lijkt niet ver op het eerste gezicht maar dat valt mee. Van Afghanistan tot aan de Buren.
De stroom mailtjes droogt ook maar niet op. Ik krijg alles even te lezen. Tot antwoorden kom ik nog even niet. Ik zal er op korte termijn nog niet de tijd voor krijgen want ik ben nog maar één volle dag in ziekenhuis Rivierenland. Best een mooie naam eigenlijk. De Waal stroomt hier niet ver vandaan. In de vroege en late uurtjes zie ik grote troepen ganzen boven de uiterwaarden vliegen. Dat geeft een schrapend gevoel van heimwee.
Net als bij de ganzen in het echte rivierenland is het ook hier een komen en gaan. Alleen zijn het hier gaan ganzen maar patiënten en grote stromen bezoekers. Of sommigen slimmer zijn dan ganzen valt zwaar te betwijfelen. Er loopt hier zelfs een man rond die de hele dag pendelt van de longafdeling naar het bankje buiten om maar te kunnen blijven roken. Een beetje zelfbeschouwing brengt me weer in het gareel. Ik ben toch niet de aangewezen figuur om hier over te oordelen.
Ik mag alleen maar héél dankbaar zijn voor alle steunbetuigingen van de laatste weken. Die hebben een hele sterke muur om me heen gebouwd. Er moeten nog een paar kleine dingetjes bekeken worden maar ik kan me niet voorstellen dat de muur nu nog omgaat. Ik heb ergens gelezen dat iemand waarvoor gebeden wordt, bewezen sneller geneest. Het kan niet anders of er hebben mensen voor me gebeden.