Karperpassie 207

Karperpassie 207

door Co Sielhorst

30 juni 2007.
Bizarre week gehad. Ik moet er uit dit weekend. Weet alleen niet waar ik heen moet met dit weer. Zaterdag wat zon. Zondag maakt zijn naam ook waar. Maandag wind en regen. Dinsdag weer een onderzoek. Woensdag een dag zonder narigheid. Wél heel veel regen en mogelijk onweer. Ik ga er gewoon in zitten. Ik voel me toch een beetje vogelvrij dus dat kan er ook nog wel bij.

Het hoost de hele ochtend. Tegen de middag vallen er gaatjes. Ik ben weg. Het begint weer te regenen. Ik ga de polder in. Kies een stuk waar ik nog maar zelden geweest ben. Door alle regen stroomt het water pittig. Karpers azen stroomopwaarts. Mijn redenering is dat de meeste vissen zich voorlopig in oostelijke richting verplaatsen. Dat bepaalt dus mijn stekkeuze.

Nog vóór in onder de plu zit begint het weer te hozen. Ondanks de kletterende regen zie ik activiteit. Ik kan makkelijk even voeren bij al dit geweld. Midden in een plompenveldje leg ik wat brokken neer en bewust geen los voer. Bij deze stroomsnelheid is dat binnen een paar minuten gewoon verdwenen.
In straf tempo wisselen stortbuien en miezerregen elkaar af. Dit zijn weer prima omstandigheden voor mijn pen en schuifloodsysteem. Een vrij lange wapperlijn onder het lood moet vertrouwen geven.


..heel veel regen..

De lompe stroomdobber reageert, en het is te laat voor de karper. Hij hangt gewoon. Er is volop snoek aan het jagen aan de overkant. Met enige regelmaat flitsen voorns het water uit. Op mijn stek ook al leven. Ik zit in stilte te jubelen. Stekkeuze is in orde. Nu die aanbeet nog. Het duurt niet lang. Raar gezicht, pen komt omhoog en drijft kalmpjes met de stroom mee. Instinctief reageer ik. Helemaal mis. Het kan ook niet. Een vis kan mijn lood niet optillen tenzij hij een halve meter met zijn kop boven het water uit komt.  Dat moet een lompe lijnzwemmer geweest zijn. Wéér een bevestiging dat er vis op mijn stek zit.

Een paar minuten later zakt mijn dobbertje even weg. Ik ben er klaar voor. Doortastend zwemt de vis weg met mijn aas. Ik beuk vast op iets van formaat. Het beest begint traag stroomopwaarts te zwemmen. Mijn lijn wijst naar een vast punt onder de oppervlakte terwijl mijn spoeltje gestaag lijn afgeeft. Ik voer de druk op. De lijn veert op. Plompenblad fladdert in het rond. Dertig, veertig, vijftig meter. Stug in hetzelfde tempo. Dit is gróóót.

De lijn is vrij. Het beest zwemt tegen de stroom in zonder de plompenveldjes mee te pakken. De hengel buigt dieper en dieper. Door de rek in de nylon lijn durf ik verder te gaan dan ooit. Ik loop van mijn stek af om er de rust te bewaren. Krijg dan ineens een mokerslag. Het is me allemaal te veel. Ik zak op mijn knieën in het natte gras. Pak de hengel véél hoger vast om de hefboom te verkleinen. Hij gaat harder dan ik hebben kan, galmt het door me heen. Ik hap naar lucht, kan niet genoeg binnen krijgen. Een onweersbui dendert achter de bomen vandaan. Hier sta ik, helemaal stuk, midden in de hel. Kom maar op dan. In het harnas, het heeft wel wat.

Net voor ik denk dat ik in ga storten denk ik aan de vis. Kan ik verder? Wat is er met me aan de hand? Ik ben na een honderd vijftig meter eindelijk wat lijn terug aan het winnen. Zonder te draaien loop ik terug naar mijn paraplu. Ik moet er bij gaan zitten, anders ga ik hier helemaal stuk. Happend als een vis op het droge win ik lijn terug tot ik de dobber en het lood zie op dertig meter van de vis. Voorzichtig probeer ik door te draaien, niet te verplaatsen. Ik blijf de vis kort houden. Een grote zwarte peddel. Wist ik eigenlijk al. Een monstergrasbak. Het beest stampt het plompenveldje in waar ik hem haakte. Perfect geparkeerd. Ik leg de hengel neer en grijp de lijn vóór de top. Ik schuif lood en pennetje tientallen meters naar beneden. De spanning is geen moment van de lijn geweest. De operatie slaagt. Ik kan weer verder. Dat denkt de vis ook. Tussen mijn vingers laat ik de lijn vieren terwijl ik de hengel weer oppak. De laatste loodjes. Ik begin weer een beetje vat op mijn ademhaling te krijgen. Wéér overweeg ik om een voortijdig einde te maken aan de strijd. Dat beest moet het net in. Daar zit ik echt even over in. Een korte ruk en de haak valt er misschien uit. Die stumper.

 Heeft het nu net zo benauwd als ik. De hebzucht wint. Ik haal door, de laatste krachtinspanning, zowel voor de vis als voor mij. Ik heb de lange armen erop staan. Tóch lijkt het net aan de kleine kant. Twee pogingen. Hij is binnen. Ik ben niet blij maar helemaal kapot. Ik zit nog minuten lang naar adem te happen. De vis hangt veilig in het grote net, tegen de graskant. Moet even wachten. Mijn hart wil tussen mijn ribben door. Pas op, niet in paniek raken.
Terwijl de rust in mijn lijf terugkeert, moet ik een exit strategie bedenken. Even in de auto. Plaatje? Ja, eigenlijk wel. Mannetje-vis ga ik zeker niet redden. Eerst maar even de spullen opruimen.

De tas en de stoel. Ik heb mezelf zwaar overbelast. Wéér die verstikkende ademnood. Rustig aan. Paraplu, hengel en net met grasbak moet ik nog opruimen.. Eerst die plu. Valt niet tegen. Waar is de camera? Klaar leggen. Handdoek bij de hand houden. Even uitblazen weer.

Plaatje? Ik zie geen kans om iets zinnigs op te zetten zodat ik samen met de vis op de plaat kan. Kom  op, dat beest moet er even uit. Plaatje in het net dan maar. De vis ligt op één van de armen. Eenmeterdertig lang. Bijna helemaal afgedekt. Vooruit, ik haal er tien centimeter vanaf. Haak hangt al in de mazen. Ik kan er verder niets meer mee. De vis ligt op een licht hellende oever in het zachte, natte gras. Bij de eerste beweging begint de vis richting water te glijden. Beetje bijsturen. Mooie zachte tewaterlating. Plaat terug kijken. Mijn voet staat er ook op. Maatje zesenveertig, geeft de verhoudingen redelijk weer. Dit kan ik niet nóg een keer aan. Nog even plaatje terug kijken. Met weemoed ga ik zwaar piepend mijn natte net en hengel inpakken. Een sensationele dag in zwaar weer. Alle elementen getrotseerd. De bliksem is niet ingeslagen.


..verhoudingen..

Russisch roulette. Daar lijkt het wel een beetje op. Heel stoer allemaal, maar ik weet precies wat er met mij aan de hand is. Ik heb al een half jaar moeite om de wereld een beetje bij te houden. Dwars tegen de stroom in probeer ik nog zoveel mogelijk natuurmomentjes mee te pikken. Maar de diagnose van longarts dokter Q is glashelder. U heeft longkanker. Een rokersgerelateerde ziekte. Ik voel woede in me opwellen. Ik ben er zo vroeg mogelijk mee begonnen. Opgehouden toen het echt niet meer ging. Inhaleren als een paard. Sigaren, pijp, shag, alles waar rook uit kwam. Ik heb zelfs mijn buren wijs gemaakt dat ik hennep aan het kweken was om mee te vissen. Ook in rook opgegaan. Geen gezeik. Niets meer in een kastje stoppen. Het uur der waarheid is nabij.


ANDEREN LAZEN OOK

image description
KarperPassie 243
Total Fishing Import -
image description
KarperPassie 280
Total Fishing Import -
image description
KarperPassie 279
Total Fishing Import -