Karperpassie 191

Karperpassie 191

door Co Sielhorst

10 maart 2007.
Het voorjaar zet aardig door. Dat wordt een hele dag genieten. Ik heb de hele formule overgezet naar een ander water. Vorige week heb ik er ook al even aan gesnuffeld. Heeft nog niet veel opgeleverd. Nu heb ik er hoge verwachtingen van.

De hele week iedere dag een paar handjes gevoerd. Ik ken het water al heel lang. Heb er mijn eerste karper gevangen van boven het toen nog magische gewicht van tien pond. Met een schok realiseer ik me dat het dertig jaar geleden is. Het heeft even geduurd, ik krijg door dat er meer in het vat zit. Met een matchhengel kom ik er ook af en toe een vis tegen die het dubbele weegt. Die hengel is er niet meer. Ik ben dus al heel lang officieel lid van de “broken rod club”. Iets teveel gevergd van het materiaal.


Voorjaar…

Is er veel veranderd sinds die jaren? Er zijn een paar prachtige struikwilgen verdwenen. Ze groeiden diep door in het water. Er rommelden altijd een paar vissen langs. Een grote elzenhaag is niet meer zo wild maar hersteld zich langzaam maar zeker weer. Het populierenbos heeft zijn beste tijd gehad. Bij iedere storm sneuvelen er weer een paar. De ruimte die erdoor ontstaat wordt snel opgevuld door braamstruiken. Het is een paradijs geworden voor allerlei kleine zangvogeltjes. Weinig planten in het water. Heel voorzichtig komt er een veldje gele plompen op gang. In de diepte zijn de eerste bladeren al in de maak. Ze zijn nu nog opgerold. In de zomer ligt er wat verderop een dicht veld fonteinkruid. Aan het water en de omgeving is dus niet veel veranderd.
 
Ik ken het dus heel goed maar ik voel nu nog geen contact. Door veel tijd langs een water door te brengen ontwikkel ik meestal een gevoel voor een water. Dat lijdt dan na verloop van tijd tot inzichten. Ik heb nu eigenlijk geen idee waar de karpers zich ophouden. Ze laten zich nu ook nog niet zien.

Dat is dus wél even iets anders. Waar ik vroeger als eerste en enige de karpers belaagde met aassoorten die de beesten nog nooit gezien hadden is het nu een héél ander spelletje geworden. De vissen krijgen het hele jaar rond van een aantal uitgekiende jonge karpervissers van alles voorgeschoteld. Afgelopen week dus ook een tent aan de overkant. Die gast ligt te pitten denk ik. Hij vist vast tegen mijn kant aan. Er staat drie hengels die mijn kant op wijzen. Even denk ik aan opgeven.  Kan toch niet!! Ik voer gewoon waar ik altijd voer. Ook al is dat over de stek van die gast heen. Met een duivelse grijns stap ik even later weer in de auto.

Aan de wil om een vis te vangen is dus ook nog niets veranderd. Zou dat ooit over gaan? Er is natuurlijk wel iets aan de hand. Dát is dus ook veranderd. Er zijn steeds mooiere prijzen te winnen. Ook op dit water worden de karpers zwaarder dan ooit. Er zijn mensen die dat aan onze voerinspanningen toeschrijven. Ook op water waar nooit gevist wordt zijn de vissen zwaarder geworden. Een veel betere verklaring lijkt me het oplopen van de temperaturen. Vooral in de zachte winters groeien de vissen veel langer door. Ik zie het ook bij andere soorten. Zeelt, giebel en kolblei van een halve meter of meer is écht iets van de laatste jaren.

Zaterdag zit ik weer een beetje onwennig op mijn stek. Zit ik hier goed? Er komen geen signalen van het water. Na een vrieskoude nacht is dat niet zo vreemd. Volkomen verrast reageer ik binnen een kwartier op een vloeiende wegloper. Een geschrokken grote brasem weert zich dapper. Ik ben niet meer zo bang dat brasems mijn stek verstoren. Als karpers mijn stek gevonden hebben de afgelopen dagen dan komen ze heus wel even buurten. Een half uur later staat de veer alweer strak gespannen. Ik kan het nu zonder waker af. Het is gewoon weer raak. Zestig centimeter brasem. Die groeien ook steeds groter, ook op klein water.


Weer brasem..

Er breekt een lange stille periode aan. Is het te koud? Zit ik op de verkeerde stek? Daar gaat mijn zelfvertrouwen. Ik zit zelfs al te overwegen om nog even weg te sluipen. Stiekem even de polder in om een karper te vangen. Zo leer ik natuurlijk niets.

Nee, niet zeuren. Ik blijf zitten. Gewoon tot het donker wordt. Jammer dat het zo koud wordt als de zon weg is. Dan komt ineens weer een droomaanbeet. Ook deze keer is het raak. Zoals bij de voorgaande aanbeten is er minstens twee seconden spanning. Natuurlijk, wéér een brasem. Wat kan ik hiermee? Wordt mijn stek leeg gevreten door brasems? Drie vissen per dag lijkt niet veel, maar die paar handjes eten ze toch echt wel op. Meer voeren dan? En dan nog meer brasem vangen zeker. Ik krijg huiswerk mee vandaag.

Ik stop in ieder geval met dagelijks voeren. Dat heeft weinig zin, ik weet gewoon niet waar de vissen zijn. Deze benadering werkt niet. Stop, ander plan.Voeren en dan na twee keer vissen geen resultaat is natuurlijk wél een resultaat. De boodschap is gewoon dat het niet werkt. Doorgaan is niet zinvol. De stek kan verkeerd zijn. De kale plekken geven aan waar de tentjes altijd staan. Ik moet de rimboe in. Het voeren ga ik ook aanpassen.

Van mijn aas heb ik ook een baal in poedervorm. Een soort basismix waar ik alle kanten mee op kan. Ik ga er een voertje van maken zoals witvissers dat ook gebruiken. Ballen die snel uit elkaar vallen in het water. Vissen, ook witvissen hebben uren werk om een stek leeg te vreten. Karpers zullen ook aanschuiven als ze langs komen. Zo is het goed te doen om een grote stek aan te leggen die heel lang aantrekkelijk blijft. Een waas van aas is niet zo makkelijk te behappen. De brok die onder de haak hangt is de kers op de pudding. Ik kan ook nog wat speelse dingen doen met een deegbal, ook wat in de vergetelheid geraakt in de karperwereld.



ANDEREN LAZEN OOK

image description
KarperPassie 243
Total Fishing Import -
image description
KarperPassie 280
Total Fishing Import -
image description
KarperPassie 279
Total Fishing Import -