Karperpassie 188

Karperpassie 188 

door Co Sielhorst

17 februari 2007.
De winter kabbelt voort. Ik zie nog steeds kansen op karper. Er ligt nog een klein drama in de vriezer. Nee, geen lijk of zo. Alhoewel, toch wel een paar dooie vissen.  Het drama is een mislukt Frankrijk avontuur van Arie. Honderd vijftig kilo knikkers gedraaid maar geen mogelijkheden om ze te gebruiken. Och, een kilo of tien kan ik wel wegwerken.
  

Het plan was eigenlijk om afgelopen najaar een gezamenlijk project op te zetten. Gezondheidsredenen gooiden roet in het eten. Er rust geen zegen op deze partij knikkers. Zal ik ze dan gebruiken om mijn tijdelijk gebrek aan inspiratie op te vullen? Arie maakt een goed aas. Daar twijfel ik geen moment aan. Ik heb al eens een poosje gevist met de basismix van de zelfde knikker. Prima spul. Bovendien doe ik niet aan voodoo.

 
..heel parmantig..

Ik ga gewoon voeren. Iedere dag kan lastig worden maar vier dagen van te voren kan ik wel wat strooien. Ik gooi een paar handenvol knikkers door de patatsnijder. Ziet er al heel anders uit. De grove bollen van een centimeter of vier doorsnee worden grappige korte frietjes. Ziet er toch veel leuker uit.

Het wordt een natte week. Koude nachten. Ik tel de dagtemperatuur op bij de nachttemperatuur. Het resultaat deel ik door twee. Globaal kom ik dan voor deze week op vier graden. Dat zal ongeveer de watertemperatuur zijn. Na jarenlang volgen met de thermometer in de hand kan ik wel stellen dat deze simpele regel op ondiep water wel opgaat in dit jaargetijde. Op diep water ligt het allemaal heel anders. Kwelwater heeft ook invloed, maar in de polder duwen alleen weer en wind de temperatuur omhoog en omlaag.

Het weekeind staat in het teken van de twijfel. Tot overmaat van ramp krijgt Toos ook nog problemen met haar P.C. Gevoelige tik voor het thuisfront. De snelste weg om alles weer in het gareel te krijgen betekent een doodsteek voor mijn visdag. Op zaterdagmiddag vier uur kan het apparaat weer opgehaald worden. Grotere ellende kan ik me haast niet voorstellen. De hele dag aan de klok denken. Ik heb zelfs een raar oud horloge aan mijn tas gegespt. Het laatste uur wordt haast ondraaglijk. Komt er nu een aanbeet dan ga ik hem ook nog missen. Ik ga inpakken. In het laatste kwartier een vis haken betekent dat ik te laat thuis kom. Ik kan maar één voordeel bedenken. Punten scoren.

Mijn schat is helemaal in de wolken. Alles loopt op rolletjes. Ik ben keurig op tijd. Het apparaat is ook weer helemaal klaar voor zware toepassingen. Alleen de auto doet wat vreemd. Zolang ik het spel van gassen en remmen in de hand heb gaat het wel. Achter een bejaarde of zo wordt het een heel ander verhaal. Zonder waarschuwing een kickback en een snerpende sprint. Bijna wat ik wel eens zou willen. Het enige bezwaar is dat mijn auto dit volledig zelf beslist. Niet trutten maar rammen. Het is natuurlijk een automaat, maar ik vind het op dit moment meer een gokautomaat.

Zondag kan ik dus met mijn vergaarde punten aan de slag. De dag temperatuur sleept de watertemperatuur weer iets omhoog. Die auto hou ik wel onder controle. Zolang ik niet teveel hoef in te houden gedraagt hij zich voorbeeldig.  Het waait wat harder dus ik ga met mijn rug naar de wind zitten. Het is bijna tien graden. Een bleek zonnetje draagt niet echt bij. Toch steekt er al heel parmantig een paardebloem zijn kop op. Bij de eerste zon gaat de gele stralenkrans open.

 Ik doe weer hetzelfde als gisteren. Er zijn toen een paar handen verhakselde knikkers in gegaan na afloop. Nu voer ik helemaal niets. Die vissen zijn er wel. Daar ben ik helemaal niet bang voor. Na een uurtje komt er een auto de brug over. Heel rustig. Het is geen zware auto. Misschien is het ingehouden tempo anders dan anders.Vlak naast me schuift een grote vis naar het midden. Hij schrikt duidelijk van de auto. Vreemd, er komt wel meer verkeer over de brug. Ik heb nog nooit deze schrikreactie gezien. Ik krijg dus wél gelijk. Die vis is er wel. Het valt me alleen tegen dat ze nog niet op de gekneusde knikkers azen. Ik geef het nog niet op. Ga zeker nog een week door met voeren. Misschien lijkt dit spul nog teveel op de gewone boilies die de meeste andere karpervissers voeren.

 Ik acht karpers prima in staat om onderscheid te maken tussen verse knikkers en aas dat al langer dan een dag in het water ligt. Ik ga de proef op de som nemen en een handvol halve knikkers voorweken. Al met al zit ik hier al weer uren alleen met mijn hersenspinsels. Het wordt eigenlijk tijd dat ik de spinnenwebben eens uit mijn hoofd laat waaien. De drijvende brokjes van afgelopen zomer! Waarom denk ik daar niet eerder aan. Geweldige instant respons, overal waar ik er mee gevist heb. Het feit dat ze drijven is geen probleem. Dat is misschien wel een voordeel.

Het enige waar ik wel een beetje mee zit is dat ze vrij hard zijn. Doorboren lukt niet altijd. Ze breken vaak. Daar zit ik nog even op te puzzelen. Ze blijven lang in model als ze eenmaal week worden. Plastic zak, plantenspuit en stokbrood zijn ooit de ingrediënten geweest voor gouden tijden. Ik heb nog een hele week de tijd om dit probleempje op te lossen. Weer inspiratie genoeg maar ik ben hier toch gekomen voor een vis dus ik sluip naar de overkant. Daar zet ik weer héél voorzichtig mijn stoeltje neer en laat mijn pennetje onder de top zakken.

 Nog even superconcentratie. Pennetje staat vrijwel meteen te schokken. Er is geen enkele weerstand door stroom of wind. Die vis heeft het aas in de bek. Ik haal vinnig uit. Hangt! Het is weer een grote brasem. Met de camera in mijn hand probeer ik de vis met de hand te landen. Vlak voor de palen lost de haak. Ik ga hier zeker nog een keer met superlicht materiaal zitten, maar dan een heel eind van de brug.


..voor de palen..


ANDEREN LAZEN OOK

image description
KarperPassie 243
Total Fishing Import -
image description
KarperPassie 280
Total Fishing Import -
image description
KarperPassie 279
Total Fishing Import -