Karperpassie 181

Karperpassie 181

Door Co Sielhorst

14 oktober 2006.
De wind heeft me verplicht om aan de andere kant van het water te gaan voeren. Het is er bijna onbereikbaar. Vrijdagmiddag ga ik kijken of ik er een stek kan vinden. Zonder hengels is het al zwaar genoeg. Ik moet een keuze maken.

Helemaal in de verste hoek is optimaal maar de oever verloopt zo flauw dat het riet ver in het water groeit. Om een bevisbare stek te maken moet er wel heel rigoureus gesnoeid worden. Nee, daar begin ik niet aan. Een pol opzei duwen is wel het uiterste. Waar de brede plompenstrook begint is het een stuk beter begaanbaar. Hier moet het gebeuren. Ik strooi brokken uit over een flink oppervlak. Ze moeten er lekker naar zoeken.

Er zit natuurlijk een risico in. Er wordt op zaterdag hooguit door één man gevist vanuit een bootje. Dat realiseer ik me als ik zaterdagmorgen op pad ga. Het kost toch niet veel moeite om even door de polder te rijden. Heb ik iets om zonodig op terug te vallen. De wind blaast nogal nadrukkelijk uit het oosten. Dat brengt me in de richting van het sluisje. Er lopen wat mensen schuw om zich heen te kijken. Aan het type hengel zie ik al wat er aan de hand is. Telescoophengels. Bij uitstek het wapen van levend aas vissers. Ik kom dichterbij.

Krampachtig wordt geprobeerd om het steekdobbertje dicht onder de kant te houden. Twee anderen hebben de hengels quasi achteloos in het gras liggen. Dat hebben we ons toch maar af laten pakken, denk ik onder het voorbijrijden. Aan de andere kant zie ik hier ook het signalement van de meenemer die gewoon een polder leegvist. Het is een kleine moeite om even een blokje om te gaan. Gewoon de roofvisstand laten slopen vanwege de kiloprijs kan eigenlijk niet. Ik kijk het gewoon even aan van een afstandje. Leg ik ook meteen een stek aan.
Het lijkt wel of ze het aan hebben gevoeld. De vogels zijn al gevlogen.

Ik ga voeren en dan rij ik snel verder naar het fort. Op de dijk word ik al nerveus. Uit de verte zie ik een auto staan. Hij zit er. Vanuit iedere hoek van het water duidelijk zichtbaar. Iedere plek op dit water is goed bereikbaar vanaf de kant. Waarom iemand op dit kleine watertje met een boot moet vissen ontgaat me helemaal. Ik heb helemaal geen zin om hier de hele dag tegenaan te gaan zitten kijken. De polder in dus.

Een boom aan de andere kant van het pad markeert de plek waar ik gevoerd heb. Van een afstandje speur ik het water af. Door een kabbel is het alleen aan de overkant rustig. Erg rustig zelfs. Een paar koude nachten hebben misschien al meer invloed dan ik verwacht. Ik laat me niet ontmoedigen. Het gebeurt hier vaak dat er uit niets is af te leiden dat er vis op mijn stek zit.

Een late vlinder trekt de aandacht. De spreeuwen zijn op doortocht. Met grote regelmaat komen er zwermen van vijftig tot honderd vogels voorbij. Ze hebben geen haast. Scharrelen wat te eten bij elkaar en gaan dan weer verder. Regen? Het spettert maar de lucht is strak blauw. Een spat op mijn hand. Vogelpoep. Ik zie niets maar hoor druk gekwetter. Er zitten honderden spreeuwen in de grote populier. Aan mijn auto is dat goed te zien. Zwart met witte vlekken. Ook de ruiten zijn helemaal vol gescheten. Moet de jaarlijkse wasbeurt maar wat eerder. Het houdt weer op met regenen. De schijtlijsters gaan verder.

Ik zit nu drie uur tegen mijn pen aan te kijken. Ik ga het wat verder weg zoeken. Dobber iets dieper. Worpje tegen de overkant. Iets terug. Mooi zo. Er staat nauwelijks stroom. Het spul staat er keurig bij zo. Het wordt wat rustiger. Kan aan de oppervlakte wat activiteit aflezen. Niet dat ik daar op zit te wachten. Meestal zijn dat de andere soorten. Brasembellen verspringen hier vaak, soms maar een klein stukje. Zeelten stomen meestal iets intensiever voor ze weer veder op gaan kijken. De belletjes zijn vaak ook veel kleiner. Karper blaast hier allang geen schuimplaten meer. Ze hebben al veel te vaak een aasje voor hun bek gehad onder het bellenblazen. Aanbeten komen hier compleet onverwacht. Alleen duurt het niet zo lang als er vis in de buurt is. Zal de temperatuur toch iets te scherp gedaald zijn?

Ik ga proberen om die hengel nog een keer krom te krijgen vandaag. Inpakken en weg wezen. Hier, in de polder, kom ik alleen met langere voerinspanning nog aan de bak. Daar heb ik dus geen zin in. Ik ga nog een paar uurtjes onder een treurwilg zitten. Gewoon op een cultuurwatertje in mijn woonplaats. Pen voor het groene gordijn. De takken hangen in het water. Net onder de oppervlakte hebben zich wortels gevormd. Het is de enige begroeiing in dit water. Dáár verwacht ik dus wel een visje. Ik zet de pen er tegenaan. Een paar losse brokjes er bij. Er volgt al snel reactie. Ik let even niet op. Lijn strekt. Ik ben te laat. Gemiste kans.

Uit balorigheid strooi ik een lading hondenbrokken langs de kant. Ze worden tegengehouden door de takken die diep doorhangen. Een paar minuten later steekt een grote muskuseend zijn kop om de hoek. Dat geeft wat golfjes. Tot mijn opluchting vertrekt het beest zonder de brokken op te merken. Maar de golven gaan door! Er zitten al een paar vissen op de brokken. Ineens gaat het allemaal snel. Er komen overal koppen omhoog. Aan ieder blaadje slurpt een karper. Dolenthousiast als er weer een brokje gevonden wordt. Bij de brokken die ik strooi zit ook wat geplet graan. Dat zakt meteen naar de bodem. Zelfs op dat spul staan nu staarten door de oppervlakte te zwaaien. Het zijn allemaal visjes van een pond of vier, misschien vijf. Moet ik dat af gaan tuigen met mijn stevige materiaal? Nee hoor. Ik ga gewoon zitten kijken. Zelfs midden op het water worden gevallen blaadjes naar beneden gezogen. Prachtig gezicht.

 


 

ANDEREN LAZEN OOK

image description
KarperPassie 243
Total Fishing Import -
image description
KarperPassie 280
Total Fishing Import -
image description
KarperPassie 279
Total Fishing Import -