Karperpassie 180

Karperpassie 180

door Co Sielhorst

7 oktober 2006.
Het is allemaal nog een beetje vaag. Ik slaap de hele week al de helft meer dan normaal. Nachtvissen? Nee, het zit er niet in. Overdag vissen dan? Ik denk het wel, maar waar? Donderdag probeer ik even hoe het fysiek gaat. Lekker even met de camera erop uit. Voor de zekerheid een jas mee. Ook een vest. Gewoon even wat keuze.

Al na een paar honderd meter voel ik het zweet uit al mijn poriën persen. Mijn thermostaat is naar de klote. In de schaduw loop ik te rillen. In de zon breekt het zweet me weer uit. Ik ben nog lang niet in orde. Dat is een gegeven om rekening mee te houden.


Microklimaatje…

Toch moet ik er de volgende dag weer op uit. De bak voer staat in de auto. Geen slecht idee. Lekker een paar uurtjes op het fort aankomende zaterdag. Ja, ik ga als een speer naar het fort. De voorspellingen zijn goed. Zeker wat de windrichting betreft. De hoek langs het riet is een prettige stek. Daar blaast de wind heen. Vest aan, jas aan, weinig zon hier. Wel veel wind. Ik werk snel de bak voer te water. Niet te lang blijven hangen. Ik voel me de rest van de dag goed bij het idee. Zaterdag op een vertrouwde stek, twee keer voeren, gaat gewoon goed komen.

Vrijdag herhaal ik de grap nog eens. Dat is niet slecht voor het vertrouwen. Het is vreselijk weer. Harde wind en pittige buien. Geen tijd voor omzwervingen ook. Snel er heen en zwiep, de hele bak in één keer over de stek.
Zaterdag moet het gaan gebeuren. Plan is om rond negen uur op te staan. Dat lukt niet helemaal. Een uur later dan gepland kom ik bij uit een zware slaap vol wonderlijke dromen. De helft ben ik vergeten maar wat er overblijft, is nog steeds genoeg voor een hele vreemde film. Leuk begin van de dag. Ik heb geen haast. Potje thee, ontbijtje met mijn maatje, kan slechter aan de dag beginnen. Niet vergeten om mijn pilletje te slikken.

Het is rond elf uur. Zon hoog aan de hemel. Stormachtige wind uit de noordwest hoek. Ik benader mijn stek op kousenvoeten. Sluip naar beneden. Zet het stoeltje neer, laat de tas zakken. Steuntje of niet? Ik leg eerst de hengel over het zwiepende riet. Kijken of ik het deel vóór me even onder de druk van mijn hengel kan vangen. Het is véél te wild. Misschien dat ik het met mijn net kan vangen. Zelfs dat is niet genoeg. Mijn venster door de rietkraag zwiept de hele dag heen en weer. Een ouderwets hulpmiddeltje brengt uitkomst. Ik vouw een reepje alufolie om de lijn tussen start oog en volgende oog. Is het zicht even weg dan heb ik tóch een beetje controle.

De hengel ligt vóór op een steun. De achterkant rust op mijn tas. De wind gaat nu zo vreselijk tekeer dat ik verwacht dat de hengel ieder moment uit de steun gezwiept kan worden. Ik leg mijn hand erop. Druk erop houden. Er leunt nu een hele rietkraag over de hengel heen. Met een ruk wordt het riet weer de andere kant op gezwiept. Waar is mijn pen. Ik kijk meteen naar de foliewaker. Die stijgt in rap tempo richting hengel. Meteen pluk ik de hengel tussen het riet uit. Er stampt meteen een furieuze vis over mijn stek. Deze harde bonken doen me meteen denken aan graskarper.

Een paar seconden later weet ik het zeker. De dril is geen probleem. Zelfs de takken links van me kan ik omzeilen. De stop start tactiek werkt weer als vanouds. Iedere keer als het link wordt stop ik even. Pak ik de draad dan weer op dan kiest de vis steeds weer een andere richting. De landing is wat lastiger. Drijfvuil, takken en een stevige rotte plank. Alles wil mee het net in. Voor mij mag deze vis er wel afrollen. Ik heb mijn pleziertje wel gehad. Nee hoor, dat wordt puin ruimen. De vis zal een pond of zestien zijn. Een achterblijvertje tussen vissen die vaak de twintig voorbij gaan. Ik zeur niet want ik ben veel te blij dat ik weer eens iets vang.

Mijn volgende worp plaats ik wat verder van de kant. De speciale lange pauwenpen heb ik voorgelood. Gooit lekker en staat als een rots in de branding. Ik strooi nog wat rond en ga weer zitten. Er ritselt iets langs mijn oor. Ik kan een mepneiging onderdrukken. Het is een grote libel. Weet het microklimaatje in de rietkraag goed te benutten. Achter de rietkraag zitten er nog veel meer. Hou je in, let nou op die pen.

Verder weg heb ik er veel beter zicht op. De storm krijgt de pen er niet onder. Het lood is verdeeld over zes snippers. Vanaf de pen naar beneden worden ze steeds kleiner. Ik zoek naar vertrouwen als een vis mijn aas oppakt.Het werkt want bij een volgende aanbeet zie ik de lijn tussen de ogen al snel strekken. Aanslaan is al bijna onmogelijk. Ik kan nog net de hengel een stukje heffen voor er een zak zand opvalt. Het zijn weer zware bonken die me aan een grasbak doen denken. Toch is dit een heel ander verhaal.

Tussen de dreunen trekt het beest woeste spurts. Van graskarpers word ik meestal niet nerveus maar dit is een topper. Ik probeer de vis zoveel mogelijk uit te putten nu hij op het open water is. Teveel naar links kan nog ingewikkeld worden. Er ligt een plompenveld waar ook nog een populier ingetuimeld is. Het zijn vreemde beesten. Ze gaan meestal knalhard tegen de zwaarste druk in. Haaks op de oever drillen heeft nu ook weer tot gevolg dat de meeste vluchtpogingen naar het midden verlopen en niet naar rechts of naar links. Het wordt dus een keurige dril. Wat harder dan anders maar zonder nare verrassingen.

Dan zie ik voor het eerst een stoere rug door de oppervlakte rossen. Prachtvis. Zwaar gebouwd. De sprints worden korter. Afstoppen is er nog niet bij. Steeds weer slaat de vis een diepe krater in het troebele water. Dit is een fase om geduldig te blijven. Rek is minder. Woeste klappen steeds harder. Het net zorgt nog even voor een woeste uitbraak. Dan gaat de grote grazer bellenblazend en proestend plat. Het puin ruimen bij de eerste vis voorkomt nu vrijwel zeker paniek. Probleemloos rolt er een meterbak het net in


 

.

ANDEREN LAZEN OOK

image description
KarperPassie 243
Total Fishing Import -
image description
KarperPassie 280
Total Fishing Import -
image description
KarperPassie 279
Total Fishing Import -