Kantsnoek! (deel 98)

Kantsnoek! (deel 98) 

Door Sjak Kroet 

Het is zondagochtend 18 januari, de dobbers staan al en een grote groep kauwen komen luidkeels over het viswater gevlogen. Het zijn er dik vijftig, misschien wel meer. Het doorbreekt de stilte zo vroeg aan de kant. Ook twee reigers zijn gefocust aan het staren in het ondiepe gedeelte aan de overkant van deze kolk waar misschien wel een kikker of een klein visje te bemachtigen valt. 

Het viswater is kraakhelder en als je er vanaf de kant zo tegenaan kijkt, lijkt het pikzwart te zijn! Omdat er nog geen beweging is te bespeuren, knip ik wat voervisjes aan gort, trek een zakje lokvoer voor witvis uit mijn draagtas, een flesje visolie, een flesje water en maak er een smeuïg mengsel van.


Vroeg aan de kant.

Dan loop ik naar het kantje, voerballen kneden, ingooien en maar hopen dat dit de juiste formule is. Emmertje schoonmaken, handjes wassen onder aan de kant en een fotootje maken van een bijzonder hoopje schelpjes!  


Bijzonder hoopje schelpjes!


Als ik dan uiteindelijk weer achterover zit in mijn luie stoel met een warme kop koffie tussen de vingers, is het wachten op een aanbeet begonnen.

De twee dobbers die op half water rondhangen, geven de eerste uren geen krimp en ik besluit dan ook om na het middaguur de beide doodaasvisjes op de bodem te presenteren!

Net als ik vervolgens wil gaan zitten, zie ik tot mijn grote verbazing dat de dobber op links direct tegen het stuitje aanloopt. Met de hengel in de hand volg ik het signaal. Dan zijn er twee diepe kringen rond de dobber, een klein hupje en weg is die, beet! 21, 22 en bij 23 sla ik snoeihard aan…hangen.

Meteen buigt mijn hengeltop diep door en vliegen de meters vislijn achter mijn dobber aan, wat een geweld. De druk is enorm. Meer dan controleren kan ik in de beginfase van de dril echt niet.

Na een aantal minuten win ik meters vislijn terug en zie ik een zwarte rug een meter of tien voor de kant omhoog komen. Een goudgele schim kantelt van links naar rechts door het water als de snoek de enkele dreg probeert te lossen.

Als ze dan in de gaten krijgt dat ze in de richting van het schepnet zwemt, draait ze ineens om en knalt de diepte van de kolk in. Hoezo gas op die lolly, haha…

Dit is toch echt sportvissen in het hoogste kwadraat wanneer je vanaf de kant gewoon op je donder krijgt en efkes helemaal niks kunt doen tegen het natuurlijke geweld van deze kantsnoek.

Voor de tweede keer komt ze omhoog, de druk neemt af en het vertrouwen groeit met de seconde dat het landingsnet opnieuw te water kan. Nog een paar wilde kopstoten, een klap met die dikke staart en de overgave is nabij!   

Ik schuif het schepnet eronder. De snoek die echt prachtig is getekend qua kleur, is binnen. Op de onthaakmat los ik meteen de ene dreg, die in het schaniertje van de bek vastzit en waar ook nog een klein deel van de dode spiering aanhangt.
 
Meer dan de helft van het doodaasvisje heeft ze in hele korte tijd toch snel naar binnen gewerkt, wat maar weer eens bevestigd dat aanslaan niet al te lang moet duren!
 
Als de zelfontspanner dan weigert, maak ik snel een foto met de camera in mijn linkerhand. Een reus is het zeker niet, 81 centimeter, als ze met de staart over mijn laars haar schitterende flank laat zien.


Schitterende flank!


Als ze niet veel later even rustig bij komt in het ondiepe gedeelte van het viswater waar ik haar begeleid via de staartwortel tot aan het moment van wegzwemmen, bedenk ik dat het smeuïge lokvoertje misschien wel het succesje met deze wintersnoek heeft verzoorzaakt.

Na nog een klein uurtje nagenieten in de buitenlucht waarbij de koffiekan compleet droogvalt, de dobbers niet meer in beweging komen, de voorspelde natte sneeuw gelukkig niet is gevallen en ik meer dan voldaan een einde kan maken aan deze prima visdag, is opruimen een feit!

Als alles dan over de schouders hangt, kijk ik nog efkes om naar mijn zithoekje, aan deze fantastische kolk!


Zithoekje!


Aankomende zondag 25 januari dan ga ik slepend dobbervissen in een riviertje waar een aantal bruggen mij voorbijgaande herfst compleet met lege handen liet staan. Tijd om daar een dode spiering te laten ronddobberen en zien of dat de kantsnoeken daar dat ook kunnen weerstaan…

Tot dan!

ANDEREN LAZEN OOK