Kantsnoek! (deel 87)

Kantsnoek! (deel 87) 

Door Sjak Kroet

Het is zondagochtend 2 november en de herfstperikelen die nu toch echt met de dag toenemen ondanks het milde weertype, zorgen voor de juiste details om de spinhengel op te bergen en de doodaashengel in de hand te nemen! 

Tja, het klassieke dobbervissen op snoek, slepend vanaf de kant met een dood aasvisje, is wat mij betreft toch echt de mooiste maar ook de spannendste methode, om de snoek aan de schubben te komen.

Bij het struinen stroomafwaarts, waarbij je alle eigenschappen van het viswater gebruikt en je vooral de snoeken vangt die je met kunstaas zeker niet vangt 'door argwanend gedrag', is de spiering voor mij de juiste verleider!


De spiering.

Dat de spiering de perfecte vismagneet is door zijn uitstekende geur, dat mag duidelijk zijn. Maar voor mij persoonlijk zijn eigenschappen zoals compactheid, uitbundigheid, verleidelijkheid en inzetbaarheid tijdens het struinen, zeker zo belangrijk.
 
Omdat ik altijd met een enkele dreg vis, is de spiering tijdens het slepen ook goed te controleren met mijn doodaashengel. Deze hengel is nabij de vier meter lang en ik kan het aasvisje prima manoeuvreren langs obstakels en hinderlagen.

Je kunt natuurlijk ook met een takeltje vissen. Zorg er wel voor, dat die ene dreg vlijmscherp is zodat je alle druk kunt behouden en uitoefenen tijdens drilmomenten!

De spiering die al enige tijd ronddobbert, nadert een zeer kansrijke zone bij een stuw.  


Kansrijke zone bij een stuw.

Langzaam haal ik de spiering een metertje terug. Hierdoor verschijnt het doodaasvisje even verleidelijk in de bovenste waterlaag, voor de stuw. Het gaat allemaal heel traag maar dat is nu ook juist de bedoeling waardoor de snoek vol overgave zal toeslaan.

Ineens komen er drie roofvissers luidkeels op mij afgelopen met de woorden: "hier zit niks, wij zijn hier vanochtend al geweest!" Dat kan, zeg ik heel rustig maar je weet het ook maar nooit, toch!?

Verbaast blijven ze staan kijken naar mijn snoekdobber, die na enige tijd plots opwipt en vervolgens onderploft……Beet! De dobber die heel snel verder doorzakt, geeft het juiste signaal door, aanslaan… Wat een moment zeg, als ineens de snoek omhoog komt!


Wat een moment!.

Met drie hijgende roofvissers in mij nek probeer ik de snoek vakkundig af te remmen…… Prachtig zoals de snoekdobber elk signaal doorgeeft en een aantal zware dreunen worden netjes door de slip geblokkeerd. Dit is toch een knappe vis, hoor ik ze achter mij zeggen.

Als de strijd na een aantal minuten is beslecht, heb ik ze zomaar ineens in handen, top! "Hoe kan dat nou?", vragen ze verbaasd. "Hier hebben we vanochtend toch echt met drie verschillende soorten kunstaas gevist."

"Dressuur!" Hoor ik ze in koor zeggen! "Nee, roofvisgedrag", zeg ik dan lachend….. "De grote snoeken van het kleine water zijn niet meer te foppen met kunstaas maar wel te vangen met dood aas, haha."

Spontaan lachen ze met mij mee en maken ze kort aan het kantje een aantal prachtige foto’s van deze zondagse kantsnoek!


Zondagse kantsnoek!

Mooi donker getekend, compact gebouwd en met 84 centimeter voor dit kleine water een beste snoek, die al weer vrij snel voor de stuw zijn weg terugvindt naar zijn verblijfplaats. Het luidruchtige drietal verdwijnt langzaam uit beeld via de bosrand die hier aan het viswater grenst.

Een nieuwe spiering fladdert al weer gauw rond maar nu een twintig meter onder de stuw vandaan. Ik leg de hengel efkes op de kant leg met de vismolen in de vrije stand. Tijd voor een wel verdiende kop koffie, dacht ik zo!

Heerlijk een lekker bakkie koffie en dat na al die chaotische toestanden, maar wat een mooie vangst. Tja, dit heb ik in de winter al een keer eerder meegemaakt. Toen hadden twee roofvissers een hele ochtend staan gooien met kunstaas en werd mijn spiering binnen 10 minuten gepakt, echt bizar!

Of dressuur nu de oorzaak is…? De snoeken kunnen volgens mij de verleiding van dood aas niet weerstaan. Ook gaat de presentatie een heel stuk trager waardoor het aangeboden aas langer in het water ligt en je automatisch de pakkans vergroot.
 
Argwanende snoeken zijn meestal geslepen rovers, die al heel wat hebben doorstaan, en worden ook wel ‘liggers’ genoemd. Vaak zijn deze statisch azende roofvissen later in de winter in een haventje of bij een grote brug terug te vinden. De voorns komen daar in grote aantallen bijeen dus zullen de liggers toeslaan, als een zwevende dode spiering passeert.
 
Laat in de middag ver achter de stuw, waar de spiering tegen een volgende t-splitsing aandobbert, is het eindpunt voor de dag bereikt. Aankomende zondag zal dit het beginpunt zijn.
 
Daar gaat de klassieke methode dan verder in een prachtige natuurlijke omgeving waar meerdere sloten onderbroken worden door diverse t-splitsingen, ik kijk er nu al naar uit!

Tot dan.

ANDEREN LAZEN OOK