Kantsnoek! (deel 57)
Door Sjak Kroet
Het is vrijdagochtend 8 februari en de laatste sneeuwrestanten van afgelopen woensdag zijn nog duidelijk zichtbaar vanaf de kant. Ik sta in een waterkoud winterlandschap waar een kanaaltje doorheen kronkelt. De shad die blauw gekleurd is vandaag, zwemt al enige tijd rond.
Binnen tien minuten was er al contact en werd de shad voor de eerste keer geschept, maar ook meteen weer gelost. Jammerlijk, want je wilt vooral nu elke aanbeet verzilveren, wetende dat de trefkansen zeldzaam zijn. Verder is het wisselend bewolkt, 3 graden en met een zwakke noordwestenwind redelijk weer om aan de waterkant te zijn.
Na anderhalf uur struinen is het een boerenhekwerk dat mijn doorgang blokkeert, kort aan het kanaaltje.
Boerenhekwerk.
Het is een prima rustpunt om even een kop koffie te drinken, de benen te strekken en vooral te genieten van het moment. Zo, en nu snel die hindernis over en door met de geit, meters maken zodat die shad in beweging blijft!
Het is deze winter wel alles of niets! Het wisselvallige weerbeeld dat de laatste weken ons landje teistert, geeft het gevoel of dat je in de achtbaan zit: zo sta je in een regentenue te vissen en nog geen week later loop je weer rond als een eskimo waardoor bewegen moeizaam gaat omdat een extra overjas weer zo nodig aan moet tegen de winterkou.
Het mooie van dit kanaal is dat er werkelijk tientallen aanliggende zijsloten binnenstromen, die telkens weer, bij het nauwkeurig uitpeuteren, de vangkans van een kantsnoek vergroten. Vergelijk het maar met het leggen van een puzzel en je op zoek bent naar dat ene puzzelstukje wat ontbreekt.
In de namiddag wanneer ook de zon nog even langs komt, is er een zoveelste zijsloot die vanuit een aanliggende bosrand, nadert! Tjonge, wat een standplaats…
Tjonge, wat een standplaats…
Heel voorzichtig nader ik de opening van de zijsloot in het kanaal. Het blauwe shadje dat goed zichtbaar is, komt bij de eerste inzet gestaag naar de kant. Maar niets of niemand lijkt geïnteresseerd te zijn in de rubbervis.
Totdat een aantal kleine kringetjes vanonder de duiker vandaan een signaal van onrust en paniek doorgeven! Bij de tweede inzet zie ik de shad traag wegzakken. Heel even wacht ik een tel met het optikken van de catcher, wat beloond wordt met een reusachtige knal… Beet!
De shad is bij de neerwaartse beweging richting de bodem geschept en het contact zet mijn spinhengel direct hoepelkrom. Thjoo, dit is wat ik bedoel met dat ene puzzelstukje, als een behoorlijke snoek voor het eerst net voor de kant wegdraait en mijn slip test. Omdat ik deze rover niet wil verspelen draai ik tijdens de dril de slip van de spinmolen iets losser. Hierdoor verklein je de spanning op de hoofdlijn waardoor de druk op de enkele haak afneemt en je ruimte creëert tijdens het drillen.
Verschillende zandwolken ploffen uiteen zodra de snoek kort over de zandbodem sprint en waarschijnlijk denkt: “Waar is hier de nooduitgang?!” Dan hangt ze ineens doodstil op een metertje voor de kant, met de bek wijd opengesperd. Snel heb ik het handvat gevonden en is ze op de kant. De shad die prima door de bovenlip hangt, geeft een mooi plaatje!
Mooi plaatje!
Bij het lossen van de shad is een oude haakwond in het schaniertje zichtbaar, wat verraadt dat ze al een keer eerder is gevangen maar gelukkig is teruggezet. Omdat ik wat spiering bij mij heb is het bijvoeren van deze zoute snacks een prima beloning voor dit dametje voordat ze teruggaat in haar element.
Na de vangst van deze rover en de komst van een lichte sneeuwbui, besluit ik naar huis te gaan waar de carnaval voor de komende dagen staat te wachten. Aankomende vrijdag zullen uiteindelijk de weerkaarten beslissen over hoe, waar of wat!
Voor nu zeg ik: “Alaaf!”