Kantsnoek 111
Door Sjak Kroet
Het is zondagochtend 19 november, ik sta al aan een veensloot tussen het riet.
Echt geweldig dit ultieme gevoel, want ook dit is een stukje Nederland waar je als snoekvisser in alle stilte kunt zoeken naar 'de zoete dood' die hier zomaar onder een rietkraag vandaan kan opduiken!
Rietkraag…
Wel zijn het vaak de kleinere snoeken die je hier vangt. Soms als echt alles klopt en alle puzzelstukjes in elkaar vallen kun je hier ook zomaar met een strakke, oude dame geconfronteerd worden want een metervis huist hier tussen deze rietkragen voor het leven omdat er geen verbindingen meer zijn.
Deze beek stond in de jaren ’80 in verbinding met het Peelkanaal en ook de doorgang naar de Zuid-Willemsvaart was toen nog intact. Als beginnend snoekvissertje, een manneke van een jaar of 13, ving ik hier mijn eerste snoeken en ging mijn hartslag de hoogte in als mijn rood/witte dobbertje onderplofte.
Nu ruim 35 jaar verder in de tijd, is deze beek door de mens compleet aangepast aan de omgeving en buitengesloten, losgekoppeld van deze kanalen.
Buitengesloten, losgekoppeld…
Tja, de innovatie heeft er letterlijk voor gezorgd, dat de waterstand wordt bepaald door de hoeveelheid neerslag en dat de visstand geen doorgang meer heeft naar beide kanalen. Hierdoor is het bestand aan witvis gigantisch verminderd omdat deze zoetwatervissen zoals de blankvoorn en de brasem hun paaiplaatsen niet meer op konden.
De overgebleven witvissen werden in de ondiepe beek dan ook makkelijk een prooi voor de reigers, aalscholvers en natuurlijk de snoeken. Dit proces van een laag bestand aan witvis zie je ook terug aan het postuur van de snoeken die hier nog huizen.
Ze zijn strak en slank en pakken echt alles wat zomaar plots voorbij fladdert. Vandaag vis ik met krijtwitte shads die aan een licht loodkopje prachtig zijn te presenteren alsof er een witvisje opspringt.
Telkens weer werp ik het shadje tot aan de rand van de rietkraag en laat deze dan effe kort wegzakken zodat er voor de rietkraag onrust en paniek ontstaat. Zodra ik het shadje dan met een felle tik gretig op tempo terug vis, is de pakkans gigantisch groot.
Dit is echt geweldig want heel vaak is het zo, dat bij de eerste opwaartse actie van de shad, de snoek meteen keihard toeslaat. Zoals nu: Hangen…. Yes, een dapper snoekje springt hoog op, als ik nog eens doorhaal. Een korte dril volgt en al snel springt ze onder mijn voeten het schepnet in.
Meteen los ik het shadje in het schepnet. Een diepgetekend snoekje kan op deze manier meteen terug, zonder enige beschadiging; noch aan de vis, noch aan mijn vingers.
Meteen terug…
Effe het rubbervisje checken en verder. Misschien zijn ze wel los vandaag! En zo is het, want voor de middagklok van 13:00 uur vang ik drie snoeken. De grootste was 56 centimeter, die tegen een ondiepe zandplaat aanlag.
Zo, en nu koffie. Een ‘late lunch’ zullen we maar zeggen. Kantspullen het gras in, de koffiekan uit de tas en met mijn achterste tegen een gaasafzetting aan…
Waar een aantal blèrende aasgieren bijna mijn oren eraf blazen
Na de lunch, bijgestaan door het gratis blaasorkest, ben ik weer compleet wakker geschud en werp ik secuur de kantjes uit. Al heel rap vang ik mijn vierde snoekje en ook een vijfde kleine rakker spartelt effe kort in mijn schepnet.
Het is vandaag wel prijs. Alleen mis ik een aantal puzzelstukjes om die ene uitzonderlijk dame hier te strikken! Tja, dat is ook vissen maar met vijf snoekjes, samen goed voor ruim twee meter vislengte, ben ik dik tevreden en is deze herfstzondag verder prachtig verlopen.
Lopen, dat is wat er nu nog rest! Want de afstand naar de auto is te vergelijken met een veldloop van ruim vijf kilometer waarbij verschillende obstakels door deze oude knakker, nog in ene beweging worden genomen, haha.
Obstakels...
Aankomende week hoop ik eigenlijk op een aantal nachten met lichte vorst aan de grond. Kan ik eindelijk weer eens met mijn vingers de diepvries in…
Tot dan!