Jerkbaits van A tot Z (13): Onderlijnen

Jerkbaits van A tot Z (13):

Onderlijnen

Door Berthil Bos

Jerkbaits worden hoofdzakelijk voor de snoekvisserij gebruikt. Natuurlijk kan je ook de andere, wat grotere rover van binnenwater, de snoekbaars, hiermee verleiden. Voor de snoekbaars hebben we vaak geen stalen onderlijn nodig omdat deze vis veel minder tandjes heeft dan de snoek en ook zeker niet zo scherp.

Toch kunnen we tijdens het jerkbaitvissen niet zonder onderlijn. Natuurlijk hebben we het goed voor met de vissen die we haken en willen niet dat deze rond gaan zwemmen met allerlei creaties met dreggen. Toch heeft de onderlijn ook vistechnisch een belangrijke invloed op het vissen met jerkbaits.


Dit soort tanden verdienen een goede onderlijn.

Veel van de door ons gebruikte jerkbaits zullen al zigzaggend door het water gaan. De kans is dan heel groot dat als de hoofdlijn in een boog slap valt, deze ingehaald wordt door het kunstaas en de dreggen de kans geven om deze lijn te arresteren. Om dit te voorkomen is een wat stugge onderlijn nodig die niet in een boog kan komen te staan.

Vooral de Hybride jerkbait is heeft, omdat hij even losgelaten wordt voor de beste actie, zeker een stugge onderlijn nodig. Tevens moet hij wat lengte hebben, maar mag het kunstaas niet negatief beïnvloeden. Een lengte van 40 cm is over het algemeen voldoende om je jerkbait zonder oponthoud door het water te laten gaan.

Een ander voordeel van een iets langere, stugge onderlijn is dat de jerkbait iets verder doorglijdt en vooral de Gliders zijn hier erg gevoelig voor. Overdrijf het niet, want anders gaat de actie hier weer negatief op reageren en bereik je het tegenovergestelde. Komen we nu bij het materiaal waar een goede jerkbait onderlijn uit bestaat.

Voor velen is dit een persoonlijke voorkeur, maar daar ben je niet klaar mee. Die voorkeur kan je waarschijnlijk goed onderbouwen, maar heb je er wel eens aan gedacht met welk soort materiaal de verschillende jerkbaits zijn uitgetest? Nu wil ik niet zeggen dat je bij elke soort jerker moet achterhalen hoe deze zijn balans heeft gekregen en constant van onderlijn moet wisselen, maar er bij nadenken en op zoek gaan naar een oplossing, is wel vereist.

Vooral de hybride jerkbaits reageren meer op de extern gebruikte materialen dan bijvoorbeeld de gliders. Hier komt nog bij dat bijvoorbeeld een jerkbait uit een fabriek allemaal grotendeels dezelfde actie hebben en heb je eenmaal de juiste combinatie kunstaas/onderlijn gevonden, dan zit je goed.


De onderlijn tussen de 700 tandjes.

Ga je aan de slag met één van de vele prachtige zelfbouwaasjes van bijvoorbeeld Erik de Lange, Derk van de Molen of Simon Torenbeek, dan kan het zijn dat er ook onderling wat verschillen zijn. Dit hoeft totaal geen probleem te zijn als je er maar aandacht aan besteedt.

Meestal is het aanpassen van de slag bij het jerken voldoende om de goede balans te pakken, maar ook het veranderen van bijvoorbeeld de dreggen zwaarder of lichter kan de uitkomst zijn. Ook hier kan een onderlijn het verschil maken van vangen of niet.

Ik viste wat jaren geleden met Erik de Lange op een groot water in Nederland. Erik had net een nieuw kunstaasje ontworpen en deze kreeg zijn vuurdoop op dit water. Erik vis graag met een jerkbaitstang als onderlijn en ikzelf ben helemaal weg van titanium. Dat de grote spinstang van Erik meer gewicht heeft dan het veel lichtere titanium heb ik geweten.

Het aasje van deze tukker die de naam Bóssel heeft meegekregen, was uitgelood met deze stang en hierdoor kon de Hybride ook bij de opwaartse beweging goed onderwater gehouden worden. Bij mij doorbrak, dit naar later bleek geweldenaartje, constant de oppervlakte bij een wat hardere tik.

Ik moest mijn techniek aanpassen door zachtjes en langzaam te vissen. Erik kon zijn aasje veel sneller binnenvissen, zonder dat deze boven water kwam. Dit was de actie en snelheid die de snoeken die dag niet konden verdragen en keer op keer werd de Bóssel van hem gepakt.

Eerst had ik het niet in de gaten, maar toen mijn vismaat zijn erg vervormde stang aan mij toonde viel het kwartje. Snel werd er een loodhagel op de lijn gezet die tegen de wartel van de titaniumstang werd gedrukt en ook ik kon gaan met die ‘bana-Bóssel’. Het mooiste was dat er al bij de tweede worp een 120+ vis opklapte en dit kunstaas bij mij niet meer kapot kon.

Je ziet dat de onderlijn meer invloed heeft dan menigeen denkt. Zoals ik als zei is een Hybride door zijn eigenwijze manier van zwemmen hier meer gevoelig voor dan een rasechte Glider. Veel uitproberen en experimenteren is het sleutelwoord.

ANDEREN LAZEN OOK