Is er een maatstaaf voor een goede roofvisser? (deel 2)
De goede roofvisser
Door Berthil Bos
Laat ik maar direct met de deur in huis vallen door te zeggen dat een PR (persoonlijk record) niets zegt over de kwaliteiten van een roofvisser. Ook de aantallen zeggen niet zoveel als de meesten denken en zeggen meer over, daar heb je het weer, de omstandigheden waarin je vist of hebt gevist.
Even een voorbeeld; mijn grootse snoekbaars ligt boven de meter, terwijl ik echte specialisten ken die nog nooit boven een meter zijn gekomen. Maakt deze lengte mij nu een echt goede snoekbaarsvisser, die meer in de mars heeft dan de echt specialisten? Nee, natuurlijk niet. Ik weet mijn visje te vangen, maar niet op de grond van een aantal grote vissen.
Een PR van over 130 centimeter in de veenpolder op mijn favoriete kunstaas, de shad, is zeker geen maatstaaf.
Hetzelfde geldt voor mijn grootste snoek. Terwijl ik regelmatig artikeltjes schrijf over het vissen in bijvoorbeeld veenpolders en daarin de lezers duidelijk probeer te maken dat een veenpolder vooral bevist moet worden om zijn schoonheid en de prachtig uitziende, maar wat kleinere snoeken, vang ik hier mijn grootste goudstaaf tot nu toe.
Nu kan ik dit gebruiken als maatstaaf, maar de waarheid is dat dit soort vissen hoge uitzondering zijn. Ondanks mijn specialisatie op de mosrug, zijn de vissen tussen de 50 en 80 centimeter nog ruimschoots in de meerderheid en iedere keer ben ik er ontzettend blij mee.
Vissen tussen de 50 en 80 centimeter zijn nog altijd in de meerderheid en ZEER welkom als ze er zo mooi getekend uitzien.
Een in mijn ogen goede roofvisser moet buiten het regelmatig vangen van zijn geliefde vis aan nog een paar criteria voldoen. Hij moet leergierig zijn en ook de ervaringen met zijn hobbygenoten delen.
Hij moet het zeker goed voor hebben met zijn tegenstander en op een weidelijke manier met hem of haar omgaan. Ook zijn jachtgebied moet hij met respect behandelen en er geen rotzooi van maken.
Arrogantie en betweterigheid horen niet thuis in de hengelsport, want dan kom je jezelf vanzelf tegen. Er zijn roofvissers die als ze hun visje vangen in een allerbest humeur zijn, maar zodra dit niet gebeurt en bijvoorbeeld bij iemand anders wel, dit direct omslaat.
Qua vangsten hebben we het hier dan over prima roofvissers, maar op andere vlakken, die ook met het roofvissen te maken hebben, komen ze schromelijk te kort.
Gelukkig zijn er ook veel sportvissers die kunnen genieten van de vangst van anderen, onze sport een positief imago geven en dit wordt vanzelf terug betaald.
De intentie van het roofvissen, Peter, Hans en de inmiddels overleden, maar nog lang niet vergeten Ome Cees Verstraten, alle drie blij met een gevangen mosrug.
Als je een beetje open staat voor je hobbygenoten en af en toe wat deelt met hen, ook op beurzen, manifestaties en andere aan de hengelsport gerelateerde bijeenkomsten, krijg jezelf ook meer te horen waarvan je kunt leren.
Wat ik ook wel eens meemaak is dat er iemand direct alle foto’s van zijn vangsten van de laatste jaren laat zien, met alle maten op de millimeter nauwkeurig.
Natuurlijk ben je trots op je vangsten, maar stel je bescheiden op, want te veel poeha komt bij veel sportvissers eerder negatief over dan positief, omdat je de indruk geeft het allemaal wel te weten.
In de volgende aflevering gaan we in op de punten die invloed kunnen hebben onze vangsten en dat alles te maken heeft met je persoonlijke omstandigheden.