image description

Informatieavond visstand onderzoek Benedenrivieren en Biesbosch

Informatieavond visstand onderzoek Benedenrivieren en Biesbosch

Door Ron Smits

De informatie avond, georganiseerd door Sportvisserij ZW Nederland,  is druk bezocht met onder de aanwezigen heel bekende namen.


Veel belangstelling voor de presentatie door Johan Vangiels van ATKB (geheel links).

Gesprekken tussen de beroepsvisserij (fa. Klop, fa. Struik, fa. Nobel en fa. Koman) en de sportvisserij (Sportvisserij ZW Nederland en Nederland) over de diverse rechtszaken tussen beide groeperingen in het verleden, hebben er toe geleid dat alle partijen het eens zijn dat deze zittingen veel geld en veel energie kosten.

Energie, die veel beter in praten met elkaar gestoken kan worden. Beroeps – en sportvissers zijn het erover eens dat een visstand onderzoek onontbeerlijk is, om de toekomst van visstand beheer en visserij zeker te stellen.


Volgens de aanwezigen een goede presentatie en een goed initiatief van SZWN om de sportvissers uit te nodigen voor deze bijeenkomst.

In februari van dit jaar heeft het Ministerie van LNV dan ook de voorbereidingen voor een grootschalig onderzoek naar de huidige visstand in het beneden rivieren gebied en de Biesbosch geïnitieerd.

Vele bekende namen aanwezig (foto boven en onder).

Sportvisserij ZW Nederland (SZWN) heeft dit initiatief dan ook zeer positief ontvangen. Het ministerie van LNV is de opdrachtgever en sponsor van dit grote onderzoek naar de huidige visstand.

De gesprekken tussen alle betrokken partijen, zoals de beroeps – en sportvissers (SVN en SZWN), Staatsbosbeheer, Marine Research Wageningen (WMR) en de uitvoerder van het onderzoek ATKB, zijn medio maart van dit jaar gestart. Dit heeft er toe geleid dat er een, door alle betrokken partijen, degelijk plan van aanpak is opgemaakt, wat op maandag 23 september jl., aan ons is gepresenteerd.

In totaal zijn er 94 bemonsteringen met de stortkuil voorzien en 47 bemonsteringen met de zegen. Voorts wort er minimaal 0.68 % van het wateroppervlak bemonsterd. Dit lijkt heel weinig maar u moet dat over de vele hectaren eens bekijken. Tevens wordt er ook op diverse waterdiepten bemonsterd.


Bemonstering locaties, waterdiepten en gebruikt visnet, van het westelijk deel van het Benedenrivieren gebied.

Het doel van deze presentatie is tweeledig. Ten eerste om een zo groot mogelijke betrokkenheid te verkrijgen en ten tweede om nog relevante informatie te verkrijgen over de bemonstering gebieden. Dit heeft er in een eerdere meeting met de beroepsvissers al toe geleid dat minstens één locatie aangepast moet worden, omdat op deze bemonstering locatie een onder water bos aanwezig is, waar geen net tegen bestand is. Tijdens de presentatie zijn er door de sportvissers goede aandachtspunten naar voren gebracht, die SZWN mee zal nemen in de vervolg bespreking met het ministerie van LNV.


Bemonstering locaties, waterdiepten en gebruikt visnet, van het oostelijk deel van het Benedenrivieren gebied.

Afgesproken is dat de oorspronkelijke locatie minimaal opgeschoven wordt, om zoveel mogelijk het plan van aanpak te volgen. De locaties en waterdiepten zijn zodanig gekozen, dat er een zo goed mogelijk beeld wordt verkregen van de visstand in het totale gebied. De gekozen locaties moeten dus niet in detail besproken worden, maar moeten gezien worden in het grote geheel van het onderzoek.

Bemonstering locaties, waterdiepten en gebruikt visnet, van het Haringvliet.

In 2012 is er door Witteveen en Bos ook een onderzoek gepresenteerd. Een vergelijking met dit rapport heeft geen enkele zin, temeer daar er een te groot tijdsbestek (bijna acht jaar) is gepasseerd. Bovendien zijn er wat bedenkingen van Sportvisserij Nederland m.b.t. het rapport van Witteveen en Bos. Dat wil overigens niet zeggen dat het onderzoek van Witteveen en Bos helemaal verkeerd is. Er zijn een paar extra bemonsteringen geweest, die niet in het plan van aanpak staan. Voorts komen de jaarlijkse resultaten (met een negatieve trend) van de bemonsteringen door Sportvisserij Nederland, weliswaar op veel kleinere schaal, niet geheel overeen met de resultaten uit het rapport van Witteveen en Bos., die een meer positief resultaat laten zien.

Bemonstering locaties, waterdiepten en gebruikt visnet, van het Hollands Diep

Ieder jaar zo’n grootschalig onderzoek is niet haalbaar, want het kost veel geld en veel energie. Dit onderzoek moet dan ook een nul meting zijn en hopelijk wordt dit onderzoek over vijf jaar nog eens gedaan.

Bemonstering locaties, waterdiepten en gebruikt visnet, van de Brabantse Biesbosch.

De bemonsteringen worden volgens het plan van aanpak in oktober gestart met de zegen voor het ondiepere water en de stortkuil voor de diepere putten. Bij iedere bemonstering is het mogelijk dat er twee sportvissers aanwezig zijn. De eerder genoemde beroepsvissers zullen de bemonsteringen met ATKB en twee extra (bijvoorbeeld) sportvissers uitvoeren conform het door alle partijen opgestelde actieplan. Mocht er door bijvoorbeeld een geankerd schip op de bemonstering locatie of door onvoorziene obstakels de bemonstering niet op de geplande locatie door kunnen gaan wordt de locatie zo dicht mogelijk bij de originele locatie gekozen. Anders dan in het onderzoek van Witteveen en Bos is dat er ook bemonsteringen in de havens gedaan worden. Deze worden niet in het resultaat meegenomen, omdat de methode van de bemonstering afwijkt van de methode in de rivieren. Er kan bijvoorbeeld een bemonstering plaatsvinden door middel van sonar.

WMR (projectmanager Sophie Neitzel) zal dan de resultaten van de diverse bemonsteringen analyseren en komt begin 2020 met het eind resultaat. SZWN zal dan wederom een bijeenkomst organiseren om iedereen, die belangstelling heeft, te informeren.

 

 

.

ANDEREN LAZEN OOK