In de winter met de pen de polder in! (deel 3)
Door Niels Patijn
Wat neem ik nu mee naar de waterkant voor een dag struinend vissen met het pensysteem op karper? ‘Less is more’ en dat geldt zeker voor deze visserij! Toch zijn er gewoon dingen die niet mogen ontbreken in de uitrusting van een doorgewinterde penvisser.
Het penvissen in de winter is over het algemeen wel wat statischer, in die zin dat er wat minder snel verkast wordt en stekken langere tijd gedurende de sessie worden bevist. Toch doe je er je voordeel mee wanneer je mobiel bent. Hoe minder je mee hebt, des te sneller je indien nodig van stek kan wisselen en des te meer tijd om te vissen heb je!
Daarbovenop is het natuurlijk ook gewoon het prettigst dat je niet te veel mee hebt. Honderden meters lopen met veel materiaal door een wellicht minder goed begaanbare omgeving schiet gewoon niet op. Maar wat kan die omgeving overigens mooi zijn!
Laagstaande zon in de polder.
Ook al moet je zo mobiel mogelijk zijn, er zijn gewoon een aantal dingen die je niet mag vergeten mee te nemen naar de waterkant. Denk hierbij aan het welzijn van de vis, iets dat bij een sportvisser boven alles moet staan.
Naast een degelijke onthaaktang en schepnet is ook een onthaakmat een must. Het is immers maar een kleine moeite om een matje mee te nemen, maar erg belangrijk bij het ongeschonden terugzetten van de vangst.
Een klein doosje met wat reservematerialen zoals haken, pennen, loodhagels en lijn is ideaal, hierdoor is er geen grote viskist nodig. Aan het onderstaande plaatje moeten net de hengel, het aas en de benodigde visdocumenten worden toegevoegd. Meer heb je echt niet nodig.
Een greep uit de uitrusting van een ‘mobiele’ penvisser.
Karpers zijn in de winter wat passiever in het azen en daardoor ook wat voorzichtiger/langzamer in het pakken van het aas.
Een mogelijkheid is om wat te verstellen in de afstand tussen de haak en het eerste loodhageltje. Bij een langere afstand krijgt het aas wat meer bewegingsvrijheid. Dit is vooral interessant wanneer er wat stroming zit.
Ook zal de vis wat minder snel weerstand voelen en dus het aas al verder gepakt hebben. Wees er wel wat terughoudend mee, een langere afstand kan namelijk ook betekenen dat het aas eerder geslikt wordt door de vis en dat willen we dan weer niet.
De meeste weerstand wordt overigens wel veroorzaakt door de pen. Kies voor de lichtste en kleinste pen die in bepaalde omstandigheden past. Met wat stroming in combinatie met de diepte van het water ben je gewoonweg genoodzaakt wat ‘zwaarder’ te vissen.
Wat verstellen in de afstand van de haak tot de loodhagels kan een belangrijke factor zijn in het vangen van een trage winterkarper.
Naast het verstellen in de afstand van de haak tot de loodjes is het moment van aanslaan ook een aandachtspunt in de winterperiode. Wanneer de pen onder water duikt of wanneer je een opsteker krijgt zul je vaak nog enkele seconden moeten wachten met aanslaan wil je de vis haken.
Logischerwijs zal er dus een balans moeten worden gezocht tussen de eerder beschreven afstand en het moment van aanslaan.
Uitgestreden…
Afgelopen week hadden we gewoon heerlijk weer wat prima samenviel met de carnaval en met de vakantie van velen. Jens en ik trokken er in ieder geval op uit met als resultaat de vangst van heel wat karpertjes. Bovenstaand plaatje is tijdens de laatste sessie geschoten.
Het beloofde stuk over aas schuif ik even door naar volgende week. Ook gaan we dan eens kijken naar het weer en het moment van de dag.
Tot volgende week!
Niels.