Ierse Voorjaarsbaarzen 2011
Door Paul Ruiter
Ierland heeft ondertussen een heel speciaal plekje veroverd in mijn hart. Het prachtige uitgestrekte en ruige landschap, de rust, de mensen en natuurlijk een uitgebreid scala aan vismogelijkheden. Daarom nam ik deze winter, terwijl in Nederland de derde ijstijd zijn intrede had gedaan, het besluit om maar weer eens die kant op te gaan.
De keuze was dit jaar, in tegenstelling tot voorgaande jaren, gevallen op het voorjaar. Mijn vader, mijn vaste reismakker, moest helaas verstek laten gaan wegens andere vakantieverplichtingen. Ik besloot om zelf af te reizen en in goed gezelschap van visgids John, van dinsdag 19 april tot en met zondag 24 april de kust van het schitterende Kerry onveilig te maken.
Aangezien ik een hekel heb aan het rijden aan de verkeerde kant van de weg en het zonde vind om een huurauto een week naast de lodge te parkeren, pakte ik de trein van Cork naar Killarney. Daar werd ik op het station opgewacht door John’s lieftallige vrouw Lynn. Na een ritje van een uur door de bergen en volop bijgekletst te hebben, kwamen we rond 16.00 uur aan bij het schitterende Thatch Cottage Fishing Lodge.
De schitterende Thatch Cottage Fishing Lodge.
Hier stond John mij al op te wachten samen met Nick Cough, één van zijn Engelse gasten. “Omkleden, waadpak aan en hengel optuigen, want het tij is gunstig”, waren de instructies. In een record-tempo had ik mijn spullen bij elkaar en zat ik achterin de nieuwe 4x4 op weg naar het strand.
Aangekomen op het strand stonden er al een aantal andere vissers, waaronder een heuse filmploeg. Het was hoogwater en wij besloten om een rustige hoek te bevissen, een ondiepe stek met grote rotsblokken en uitgestrekte kelpvelden, bass-city.
Ik had mijn vriendje Sammy al in mijn hand, maar John gaf aan dat de baarzen daar nog niet echt op doorbeten en dat het weightless vissen van softbaits op dit moment “the way to go” was. John legde de techniek uit: ingooien en vervolgens zo langzaam mogelijk met tikjes binnenvissen en wat er ook gebeurt, niet aanslaan! De uitleg werd nog eens onderstreept door een mooie baars die er gelijk opdook. Aangezien ik niet eigenwijs aangelegd ben, heb ik gelijk zo’n stukje high tech plastic aan de lijn geknoopt.
Ingooien, tik…tik…tik en bam, vis en niks. In een reflex sloeg ik toch aan en trok het plastic weer uit zijn bek. Verdorie, dit is lastiger dan dat ik dacht. Na nog een aantal missers had ik de truc eindelijk door: een rammel, even wachten en de vis zichzelf vast laten zwemmen.
Ondertussen was het echt feest en bijna iedere worp leverde een aanbeet op. In anderhalf uur tijd vingen we met zijn drieën ruim dertig baarzen, waarvan ik er zeven op mijn conto mocht schrijven. En net zo plots als het begon, was het ook weer afgelopen. We waren op de juiste plek op de juiste tijd. Met een glimlach van oor tot oor, reden we terug naar de lodge alwaar een heerlijke maaltijd op ons wachtte. In alle haast had ik vergeten om mijn camera in mijn tas te steken, maar dat geeft niets, want deze namiddag staat in mijn geheugen gegrift.
Met de 4x4 op weg naar een memorabele namiddag.
De volgende dag begon zonnig, maar heel snel namen bewolking en nevel de overhand. De hele dag zijn we op zoek geweest naar de zeebaars, maar we kwamen niet verder dan een paar gemiste aanbeten. ’s Avonds zijn we weer teruggekeerd naar de stek waar we de vorige dag zo veel succes hadden, maar ook hier was maar weinig baars te bekennen.
En dan weet je weer even waarom het “vissen” heet en niet “vangen”. Er waren in de avond wel plenty harders aanwezig en de mannen met de vliegenlat wisten er een aantal te vangen. Met mijn buldo kon ik jammer genoeg geen aanbeet verzilveren.
Die avond werd het strijdplan voor de volgende dag besproken. In het voorjaar kan er goed op zeeforel gevist worden. Aangezien de rivier erg laag stond en het op zee zoeken is naar een speld in een hooiberg, was het plan om een specifieke stek op te zoeken waar we volgens John goede kans zouden maken op een zeeforel.
Na een autoritje van ruim anderhalf uur langs de schitterende ruige kust met kraakhelder water en over het strand, kwamen we op een afgelegen plek aan. In de wijde omtrek geen mens te bekennen, hier moest het gaan gebeuren. Terwijl het opkomende water zich door een diepe geul perste, begonnen de aanbeten te komen.
Kleine zeeforellen weliswaar, maar door de krachtige stroming en grote staart, dacht je in eerste instantie een mooi formaat baars gehaakt te hebben. In totaal haakten we met zijn tweeën dertien zeeforellen. Het landen was een heel ander verhaal vanwege de zachte bekken en het uitbundige temperament, belandden er slechts drie op de kant. Maar dat maakt niet uit. Alleen al vanwege de verschrikkelijk felle aanbeet en het idee dat we specifiek deze vissoort konden vangen, gaf mij al genoeg voldoening.
Ruige kust met kraakhelder water.
Na het eten werd ik nog even gedropt op een strandje met kraakhelder water. Uiteindelijk een schooltje baarzen gevonden en 2 stuks gevangen. Hoogtepunt was een brekende golf recht voor mij. De ondergaande zon scheen er precies op en mede dankzij mijn polaroid-bril, zag ik een school van zo’n twintig baarzen zwemmen door de brekende golf. De dag eindigde met een Whisky onder een heldere sterrenhemel. Ongelofelijk hoeveel je er wel niet kan zien als er bijna geen “lichtvervuiling” is (en nee, ik zag niet dubbel vanwege de Whisky).
High tech plastic.
Op vrijdag was het weer compleet omgeslagen en werd het landschap opgeslokt door een laaghangende wolk, waaruit af en toe een druppel regen viel. We gingen vandaag voor de pollak vanaf de rotsen. Gelukkig viel het mee met de regen, want klimmen op natte - lees gladde - rotsen, kan een hachelijke onderneming zijn. Het weer klaarde snel op en konden wij een aantal fraaie pollakken vangen. Eén daarvan kwam ik diezelfde avond nogmaals tegen, maar dan op mijn bord, waar hij omgetoverd was tot een overheerlijk maaltijd van Fish & Chips.
Verslavend.
Na een kleine siësta weer terug naar de waterkant. Veel regen en wind, maar de max rap bleek succesvol en ik ving achter elkaar 5 mooie zeebaarzen. Op de terugweg op het strand nog een 30-tal Jan van Genten gespot. Als een squadron duikbommenwerpers hadden zij het voorzien op een school aasvis met daaronder ongetwijfeld een school gestekelde rovers. De school bleef te ver uit de kant, maar het was een schitterend gezicht.
Ondertussen was ik verslaafd geraakt aan de hevige drils van de pollakken. Daar heb ik mij de volgende ochtend dan ook prima mee vermaakt. ’s Middags kregen wij gezelschap van 2 Franse roofvissers, Will en Julian. We hebben samen in de branding gevist waar zij hun eerste Ierse zeebaarzen vingen en ik spekkoper was met 4 baarzen.
Spekkoper.
Die avond hebben we een fantastische avond beleefd in de plaatselijke pub. Een oud baasje werd 80 en zo’n beetje het hele dorp kwam het feestje meevieren. De Guinness vloeide rijkelijk tot in de late uurtjes.
Fish & Chips van vers gevangen pollak. Beter wordt het niet.
En toen was het alweer tijd voor de laatste visdag. We gingen deze dag op zoek naar grote pollakken, maar daar moesten we wel wat voor doen. Na een fikse wandeling door het schitterende Ierse berglandschap, waren we op de stek aangekomen.
Er wachtte alleen nog een flinke klauterpartij van de rotsen af om bij het water te komen. Gelukkig gaven de pollakken acte de presence en ze waren nog groot ook. Wat een machtig gevoel om, met de slip dicht, je hengel tot in het handvat krom te trekken, om een stevig beukende pollak uit het kelp vandaan te houden.
Na een stevige wandeling wachtten…
...beukende pollakken in ruig water.
Ik besloot om nog even een dobber aan de lijn te knopen, een paar schelpen van de rotsen te steken en het even te proberen op de lipvis. De lipvissen hier zijn kleine stevige knokkers die uit alle macht pogen het kelp onder je voeten in te duiken voordat ze zich overgeven. Het zijn prachtige vissen met een schilderachtig kleurenpallet. Vrij snel ving ik 1 lipvis, maar daarna dwong het opkomende water ons de lange terugtocht te aanvaarden.
Kleine knokkende schilderijtjes.
’s Avonds hebben we het nog even geprobeerd op de baars, maar het bleef bij mij op 1 losschieter. Op de een of andere manier eindig ik mijn vakanties altijd met een losschieter, misschien dat ik daarom wel ieder jaar weer even terug moet naar het schitterende, ruige Ierland.
Aan de waterkant ontmoette ik nog een andere Engelse visser, waarmee ik een hele tijd heb staan praten. Achteraf bleek dit Joe Simpson te zijn, voormalig bergbeklimmer en auteur van een aantal best-sellers, die bijna het leven liet bij de beklimming van een berg in de Andes. Leuk hoe je altijd weer interessante mensen ontmoet.
De volgende dag met pijn in mijn hart afscheid genomen van Lynn en John en na een wilde autorit door de bergen weer op de trein naar Cork gestapt. Wat blijft het toch een fantastisch land met bijna onbegrensde mogelijkheden voor de sportvisser.
Met pijn in het hart nam ik afscheid.
Verder wil ik nog maar eens de nadruk leggen op het feit dat het in Ierland een stuk beter voor elkaar is als in Nederland of de rest van Europa. Sinds 19 jaar is in Ierland, nadat de Ierse baarspopulatie bijna volledig uitgeroeid was, de beroepsvisserij op zeebaars verboden.
Ook de sportvisserij werd aan banden gelegd met een maximum van 2 baarzen per dag, met een minimummaat van 45 centimeter. Met name deze lengtemaat is van belang, aangezien deze vissen dan minimaal 2 maal de kans hebben gehad om te paaien.
Goed geregeld.
Gelukkig mag ik bijna al weer terug. Ik kan niet wachten! Tight Lines.
Paul Ruiter