Door Berthil Bos.
Er zit geen snoek hier, want de beroepsvisserij heeft alles leeggevist of de stroperij is hier actief en dit water is door dressuur totaal in de vernieling in geholpen. Dit zijn een paar kreten die je, als de zomer echt is aangebroken, met enige regelmaat krijgt te horen aan en op het water.
Door de omstandigheden die er in de hoogzomer heersen, lijkt het wel of Esox van de aardbodem verdwenen is. Dit klopt ook wel, als je ze zoekt op de plekken waar je in het voorjaar nog volop aan je trekken kon komen.
Stroperij is er nog volop en moet uitgeroeid worden, maar vaak niet de reden van niet vangen.
De snoek begeeft zich in de hoogzomer naar overlevingsgebieden, als die in de omgeving aanwezig zijn. Het water krijgt door de hogere temperaturen een optater en het zuurstofgehalte schiet onderuit. Hierbij komt nog dat Esox niet zo gecharmeerd is van warm water en je zult begrijpen dat onze zoetwaterwolf zijn heil zoekt in zuurstofrijk en kouder water. Hij heeft, als het goed is, zijn buikje volgegeten in het voorjaar en is aangesterkt voor een kleine periode van ‘’vasten’’. Hiermee wil ik zegen dat snoekmans niet, zoals in het voorjaar, als een dolle door het water schuift, op zoek naar voedsel. In de hoogzomer gaat hij wat behoudender om met zijn energie en zal af een toe eens boodschappen gaan doen. In de volgende afleveringen ga ik met jullie op zoek naar Esox en zijn zomerverblijf. Hierbij moet ik wel zeggen dat als de watertemperatuur over de 23 graden gaat, het voor mij over is met de pret. Ik vind namelijk, dat dan de toch relatief tere snoek te veel te lijden heeft door de ongunstige omstandigheden.
Het kleine water is vaak snel te warm en moet gemeden worden.
Inmiddels heb ik het kleinschalig water allang verlaten, aangezien hier de watertemperatuur als eerste het kritieke punt heeft bereikt. Het water is vaak relatief ondiep en warmt snel op. ik bezoek nu graag de diepere gedeelten van het water, waar de temperatuur lager is en het zuurstofgehalte nog redelijk. Zoals ik al zei, zoekt snoekmans nu graag de diepere gedeelten van het water op en niet alleen voor de koelte en een hapje zuurstof. Het is nu vakantietijd en heel watersportlievend Nederland zit op het water. Deze zoogdieren zijn ook opzoek naar koelere omstandigheden, maar niet om te overleven. Door de drukte op het water worden de ondiepere gedeelten, waar zich de waterplanten nestelen, veelvuldig bezocht door allerlei soorten boten. De zo geliefde plantenbedden, waar de snoek graag in mogen vertoeven, veranderen van paradijs tot oorlogsgebied. Vooral de grotere snoeken zullen hierom dit gebied verlaten, terwijl de kleintjes moeten kiezen tussen rumoer of gegeten worden door moeder snoek. Zonder beschutting zouden de kleintjes ineens aasvissen geworden zijn. Vooral in de vroege ochtend en avond kunnen de plantenbedden nog zeer succesvol zijn, zeker als er diep water in de buurt is. Vergeet ook niet dat de snoek een broertje dood heeft aan vel zonlicht dat recht boven hem staat. De planten geven hem de nodige schaduw, maar dan moet de omgeving wel rustig zijn.
Ook met de zon hoog aan de hemel en warmte te over zijn ze nog wel te vangen, maar wees voorzicht met ze.
Veel van de grotere meren in Nederland zijn ontstaan door zand en landwinning en kennen dieptes tot wel 20 en meer meter diepte. Over het algemeen zie je dat het grootste gedeelte van dat water relatief ondiep is. Meestal zijn er diverse vaargeulen aanwezig voor de scheepvaart. Deze geulen hebben een redelijke diepte en door het bootverkeer wordt het water alsmaar omgewoeld. Het koelere water vermengt zich met de warmere oppervlakte en daar houdt snoekmans wel van. Belangrijker dan dat, is dat door deze circulatie er voldoende zuurstof aanwezig is. Deze vaargeulen leveren altijd wel een aantal vissen op. Vaak worden de vaargeulen onderbroken door sluizen bij het begin en het eind. Je kunt je wel bedenken dat bij het ‘doorsluizen’ van de schepen, veel water verplaatst wordt. Hierdoor is hier veel zuurstof aanwezig in het water. Echt een plek om succesvol te zijn.
Daar waar schepen zijn, kan je ze vinden.
Wil je nu wat minder waterverkeer om je heen, dan moet je toch echt op zoek naar diepere stekken. In deel twee gaan we daar eens aandacht aan besteden.