Heilbot om de hoek (deel 3)
Door Geert Luinge
Wij waren afgelopen juni dus op heilbot-expeditie in Nordskot Brygge vlakbij de Noorse Lofoten en ik heb je daarvan al wat plaatjes laten zien, maar daar zat nogal wat 'bijvangst' bij en ik wou je nu even de grotere heilbotten laten zien.
We zijn de laatste jaren zo'n 50 heilbotten tegengekomen die ons aas wilden grijpen, maar tijdens deze trip hebben we er 10 gevangen en daarvan is er uiteindelijk ééntje meegegaan naar huis om heerlijk van te smullen. Even voor de koks onder ons: heilbot moet nèt gaar zijn en mag beslist niet te lang door bakken, want dan wordt hij gortdroog.
Het recept om een heilbot te vangen ziet er ongeveer zo uit: Neem een korte strakke boothengel, monteer een stevige molen met 20 honderdste gevlochten lijn, (trouwens, de Penn Sargus molen die Cordes Travel aan z'n klanten kado had gegeven bleek een buitengewoon degelijk werkpaard waarvan we veel plezier hebben gehad), knoop daaraan een dikke fluorocarbon onderlijn (met de Albrighttknoop met veel wikkelingen), daaraan een sterke(!) speldwartel en daaraan een opvallend gekleurde shad of sandeel met een grote haak.
Je kunt voor deze visserij natuurlijk ook een pilker gebruiken, maar die zijn de laatste tijd een beetje uit de mode geraakt, vooral omdat je door de dreg aan de onderkant veel eerder vastzit dan met een shad, waarvan de haak altijd omhoog staat.
Laat zakken. De diepte is hier 15 meter en op de fishfinder kun je zien dat de bodem zanderig is.
Zodra je de bodem raakt doe je de beugel dicht en draait meteen een paar slagen omhoog.
Het Hollandse snoekbaars-gepeuter vlak boven de bodem moet je nu even vergeten. Hier op zee kun je gerust een paar meter boven de bodem vissen, want een heilbot ziet echt alles wat er over hem heen zwemt en als die honger heeft... komt hij hem echt wel halen.
Hier in Nordskot lag twee jaar geleden geleden een heuse heilbot op me te wachten van 147 cm, een vis die ik in mijn dromen al vaak in mijn armen had gehad, maar nog nooit in levende lijve. Ik heb daarvan uitgebreid verslag gedaan in de TotalFishing drieluik 'Met vier man tegen een heilbot' dus je begrijpt dat deze jongens niets liever wilden dan naar exact diezelfde plek teruggaan om te kijken of er dit jaar weer zo'n loebakkes voor ons klaar lag...
Maar... uit de videobeelden die je volop op youtube kunt vinden blijkt dat heilbotten vaak lange tijd achter het kunstaas aan blijven zwemmen zonder het te pakken. Dat ze soms tientallen meters meezwemmen en pas na een grondige inspectie de shad alsnog naarbinnen zuigen... of weigeren.
Als je, zoals ondergetekende, meerdere malen in het kraakheldere water een dikke heilbot achter je rubber hebt zien zwemmen die op het allerlaatste moment afzwenkt en weigert om het aas te pakken, dan trek je je haren uit je hoofd (indien aanwezig) en ga je nadenken over andere technieken. Bijvoorbeeld: trollen met een plug.
Als hij diep genoeg kan duiken en een opvallende aktie heeft (groot oog, opvallende kleuren) dan wil een hongerige heilbot heus wel naar boven komen om zo'n gesleepte plug te komen halen, maar dan heb je toch een probleem.
De standaard-dreggen zijn namelijk vaak veel te zwak en dat zaakje gaat uitbuigen in een heilbotbek. Zoals bij ons helaas geschiedde. Dus monteerden we een paar grotere, zwaardere dreggen op dezelfde plug en gingen verder met trollen, maar de plug liep mank en scheerde zijwaarts door het water.
Les: gebruik alleen grote pluggen met bijpassende extra sterke dreggen of monteer alleen een enkele grote staartdreg, maar ga geen dundradige snoekdregjes uit Holland meenemen om een Noorse heilbot te bedwingen, want daar ga je spijt van krijgen.
Reken maar dat deze platterik héél hard door de slip gierde en dat we bang waren dat de plugdreggen niet genoeg vlees zouden pakken. Maar door behendig vismanschap en een goede samenwerking met de landingsploeg kon maestro Chiel even later toch op de picture met een puntgave plugbot van formaat.
Misschien vraag je je af hoe lang deze vis was en hoe zwaar zoiets nou eigenlijk weegt. Dit 'dingetje' was precies 1.17 meter lang, maar aangezien wij zo'n prachtige vis het liefst zo gauw mogelijk weer onbeschadigd willen terugzetten gaan we de vis niet aan een unster of weegschaal hangen.
We laten haar uit onze intieme omarming terugglijden in haar element ... en kijken op een tabel. Deze weegt ongeveer 19 kilo.
De verenigde Noorse heilbot-vissers hebben namelijk een groot aantal heilbotten exact opgemeten en gewogen, waarna ze de gemiddelde uitkomsten hebben verwerkt in een tabel, die het verband aangeeft tussen de lengte- en het gewicht van een heilbot.
Dus als jij binnenkort ook eens zo'n indrukwekkende Noorse platjanus in je handen hebt, kun je hem/haar gerust een teder kusje geven en met dank aan de visgoden weer zachtjes overboord laten glijden, want je hoeft alleen nog maar in de tabel te kijken om te weten hoeveel kilo's pure heilbot-power je aan de lijn hebt gehad. Handig voor de visser, veilig voor de vis.
Deze tabel (die een globale richtlijn geeft) begint al bij 60 centimeter, maar de minimummaat voor heilbot is 80 centimeter en natuurlijk zetten we alle kleine heilbotjes sowiezo terug. Al was het maar omdat ze zo schattig zijn en nog zo'n machtige toekomst voor de boeg hebben.
Als het zo uitkomt halen we de vis vaak niet eens aan boord. We proberen haar in het water te onthaken, zodat ze onbeschadigd kan wegzwemmen en haar mysterieuze leven onder water voortzetten... en groter zal groeien. Hopelijk tot later, lieverd. Vis terugzetten geeft soms nóg meer voldoening dan vis vangen. Echt.
Mijn grote vriend Rein heeft altijd een gouwen pik als het gaat om het vangen van de meeste verschillende vissoorten (ik hou al jarenlang een scorelijst bij met de soorten en afmetingen die we vangen).
Terwijl iedereen bezig is met gullen takelen komt hij zomaar tussendoor met een schelvis, een wijting, een roodbaars, een leng of een lom op de proppen. Hoe ik ook elk jaar mijn best doe om die soortenlijst te winnen, telkens gaat hij er met de prijs vandoor. Om gek van te worden.
Nu we het toch over 'bijkomende zaken' hebben wil ik nog even een paar situaties schetsen die vallen onder het hoofdstukje 'veiligheid aan boord', want dat is toch eigenlijk veel belangrijker dan visvangen, nietwaar?
We hebben het al gehad over het evenwicht in de boot, dat riskant wordt zodra je met z'n allen dezelfde kant op leunt om een mooie vis te bewonderen, maar een andere linke situatie die kan ontstaan is bijvoorbeeld wanneer er een lijn in de schroef van de buitenboordmotor zou belanden, waardoor de motor onbruikbaar en de boot onbestuurbaar zou kunnen worden.
Daarom is het zo belangrijk dat je tijdens de dril van een grote vis duidelijk doorgeeft aan de schipper welke kant de vis op gaat, zodat de boot gedraaid kan worden. Bovendien moet de schipper op zo'n moment géén flinke dot gas geven, want er staan mannen rechtop in de boot en die gaan dan omvallen. Ik ken een gozer die aan boord even zijn evenwicht verloor en daarbij vier dure grafietstokjes tegelijk verpletterde. Dat was een pijnlijke en dure grap.
Verder kun je altijd te maken krijgen met plotselinge slechte weersomstandigheden die je dwingen om de luwte op te zoeken. Ga daar flexibel mee om. Pak dan gewoon een lichter hengeltje, ga vissen met kleiner kunstaas, neem genoegen met wat minder grote vis, monteer een andere onderlijn en probeer bijvoorbeeld met natuurlijk aas nieuwe vissoorten erbij te vangen. Gooi desnoods een anker overboord en probeer op een ondiepe zandplaat in de luwte van een eiland een paar mooie platvissen te verschalken. Kortom: pas je aan.
Komt er een moment waarop de weersomstandigheden echt te bar worden, ga dan niet zitten mokken. Zet binnen met de maten een boom op, werk de scorelijst bij, bestudeer de waterkaarten nogmaals, vernieuw die gerafelde onderlijn, bak een pan vol kakelverse kibbeling, leg een kaartje, neem een neut ter verhoging van de feestvreugde of ga babbelen met de buren om te horen wat- en waar zij hebben gevangen.
Doe dit alles in de wetenschap dat 's avonds vaak de wind gaat liggen en je dan alsnog het water op kunt omdat het 24 uur per dag licht is. Ga niet op je horloge lopen kijken om te proberen je dagelijkse ritme vast te houden, maar laat de weergoden bepalen wanneer er gevist wordt. Je bioritme was toch al naar de knoppen.
Je zou denken dat we dit artikel nu wel kunnen afronden, maar er is nog een techniek die je als moderne sportvisser bijna zou vergeten. Dat is namelijk het 'ouderwets' slepen van een getakelde dode aasvis.
Bij ons in de boot is er altijd een onderlinge tweestrijd tussen kunstaas en natuurlijk aas. Er zitten een paar old-school knakkers tussen (waaronder ikzelf) die hardnekkig blijven volhouden dat een èchte aasvis toch per definitie beter moet vangen dan een neppe kunstaasvis.
Dus sta ik meestal 's morgens vroeg in mijn pyama op de steiger om met een haringpaternoster alvast een zak koolvisjes te tikken ... en ook tijdens deze trip heeft die techniek weer uitstekend gewerkt !
Meteen op de eerste dag (we waren amper begonnen en de mannen stonden nog te twijfelen welke kleur shad ze eraan zouden hangen) werd mijn gesleepte dode aasvis al gegrepen door een kneiter van een heilbot.
Ik viste met een koolvis van 25 centimeter aan een takel met twee grote meervalhaken aan 80 honderdste nylon onderlijn, een degelijke metalen buis-hoekafhouder en een 80 grams sleeploodje aan een meter breeklijn.
Ik liet het zaakje langzaam zakken en zag de aasvis aantrekkelijk flankend naar beneden dwarrelen, voelde het loodje op de bodem bonken, draaide een meter omhoog, wachtte een paar minuten...en toen liep ik vast aan de bodem. Leek het.
De hengel boog langzaam zachtjes door...het was net alsof er een bos zeewier aan de lijn hing...maar toen zag ik op de top twee piepkleine tikjes. Op dat moment schudde de heilbot (jazeker!) even met zijn kop, maar bleef rustig meezwemmen met de aasvis in z'n bek...maar toen sloeg ik stevig aan...en onder water explodeerde een heilige platterik van aanzienlijk grotere proporties!
Het was echt geen makkie om deze klapperende kneiter binnenboord te krijgen, maar gelukkig kon Chiel de boot goed onder controle houden zodat we achter het zwemmende tapijt aan konden varen. Gelukkig had Peter getraind op de sportschool zodat hij die loodzware loebakkes binnenboord kon tillen en gelukkig maakte Rein een overtuigende foto van de zwaarste vis van deze week, zodat je hier een zeer gelukkige Geert ziet met een 'leuk visje' op schoot.
Deze platte dame van 1.30 meter was echt te zwaar en te glad om op te tillen, dus we keken in de tabel en zagen dat dit indrukwekkende apparaat zo'n 30 kilo zal wegen. Dat zijn een heleboel kostbare filets waar je heerlijk van zou kunnen smullen, maar wij doen liever aan catch-and-release en niet aan catch-and-freeze.
Dus heb ik deze schitterende kanjervis een dikke kus gegeven en een paar tellen later dankbaar overboord laten glijden en haar de vrijheid teruggegeven.
Hopelijk zwemt ze nu nog steeds rond in de buurt van het ongelooflijke heilbot-paradijs dat Nordskot Brygge heet. Misschien kom jij haar volgend jaar wel tegen. Doe haar dan de groeten van,
Geert Luinge en zijn vismaten.
Foto's: Geert Luinge, John Age Handberg, Chiel den Besten, Peter Klein, Rein Mulder.
Klik hier voor meer informatie en boekingen.