Headcam-fishing!
Door Kurt De Voogt
Iedereen herkent het wel: een bijzondere vis gevangen en bij thuiskomst direct de computer gestart, geheugenkaartje erin en foto’s keuren op groot formaat. Op een gegeven moment wilde Kurt de Voogt toch iets meer. Hij wilde actie op het scherm en zo zijn avontuur herbeleven. En laat hij daar nu iets op hebben gevonden, zo beschrijft Kurt in uitgave no. 79 van Dé Roofvis…
Een week voor onze jaarlijkse Ierlandreis zat ik wat rond te snuffelen op mijn harde schijf. Ik realiseerde mij plots dat ik sinds het begin van het digitale tijdperk ruim 4.000 foto’s heb gemaakt van alles wat er maar bij de wekelijkse visuitstapjes komt kijken: kromme hengels, varende boten en natuurlijk ook vangsten. Ik mag er graag in snuffelen en geniet er met volle teugen van.
Roken is gelijk aan mist op de film, wederom een reden om te stoppen met roken.
Maar toch mis ik iets: geen enkele van die 4.000 foto’s geeft mij weer die adrenalineboost waar het eigenlijk allemaal om te doen is. ‘Mannetje met vis’-plaatjes, hoe knap ze ook zijn gemaakt, kunnen niet tippen aan de kick die je krijgt als je een aanbeet ziet. Om over de spanning en sensatie van de dril maar te zwijgen. Terwijl ik mijn koffer aan het pakken was voor onze trip, viel mijn oog op de miniatuurvideocamera die we onlangs voor het gezin hadden aangeschaft.
Als ik die nu eens meenam, flitste het door mijn hoofd. Ik zette de gedachte vrijwel meteen weer van mij af. Tijdens eerdere visreizen had ik immers geleerd dat het eigenlijk alles behalve plezant is te moeten filmen, terwijl de kameraden een hotspot aan het uitkammen zijn. En filmen als de vissen niet meewerken heeft niet zoveel zin. Naar spectaculaire beelden kun je dan immers wel fluiten.
Hiervoor moet je met een fototoestel geluk hebben.
Het hoofd erbij
Het idee bleef echter door mijn hoofd spoken, en telkens opnieuw liep ik te piekeren over een manier om een aanbeet en de bijhorende dril op film vast te leggen zonder aan vistijd te moeten inboeten. Verscheidene mogelijkheden passeerden de revue. Kon ik niet filmen en vissen tegelijkertijd? Zoals iedere visser echter wel weet, heb je tijdens het vissen minstens twee handen nodig. Deze inval moest ik dus laten varen. Ik vroeg me vervolgens af of het dan niet mogelijk was de camera ergens op de bellyboat te bevestigen?
Ook dat ging hem niet worden, want zo kon ik er nooit zeker van zijn dat de camera in de juiste richting aan het filmen was. En zelfs als dat wél het geval zou zijn, op welke afstand moest ik hem dan instellen? Ik kon de camera in de verte laten filmen, want de snoek zou wel eens direct na de landing het aas te grazen kunnen nemen en met wat geluk had ik die aanbeet dan op band staan. Anderzijds kon ik hem ook wat dichterbij instellen. Vermoedelijk zou ik dan tijdens het betere deel van de dril enkel water zien. Misschien zou ik dan echter wel het geluk hebben een aanbeet net voor mijn voeten te kunnen filmen.
Standaardfoto, maar de drie supersprongen van deze vis heb ik enkel nog in gedachten.
Nee, dit was een onmogelijke keuze: ik wilde het allebei. Toen kreeg ik plots mijn eureka!-moment: waarom monteerde ik die camera niet gewoon op mijn hoofd? Logischer dan dat kon het niet zijn, want wie kijkt er tijdens het vissen nu niet naar de plaats waar het kunstaas zich op dat moment bevindt? De vispet moest hoe dan ook worden omgebouwd tot camerastatief.
Met een beetje richt- en mikwerk zou het me wel lukken enkele snoeiharde aanbeten en titanische gevechten tussen man en snoek op band te krijgen. Enkele uren later stond ik, gewapend met camera, pet, elastieken en spanbanden, in mijn werkhok. Alle mogelijke opties probeerde ik uit, maar geen enkele kon mijn goedkeuring wegdragen: de kans dat de camera van mijn hoofd zou vallen en bijgevolg ook zou verzuipen, was te groot.
Makkelijker kan niet.
Toen viel mijn oog op het schroefdraadgat, dat standaard aanwezig is als statiefbevestiging op alle videocamera’s en fototoestellen. Simpeler kon het eigenlijk niet. Ik snap nog altijd niet hoe het mogelijk is dat ik niet meteen op die gedachte was gekomen: gaatje boren, schroefje (metrisch 6) met twee rondsels en een moer erdoor en klaar was kees. Het verbaasde me meteen hoe vast de camera stond op de pet. Bovendien was de kans dat hij in het water zou vallen, met deze constructie minimaal. Toen ik de huiskamer kwam binnenlopen om er de eerste proefopnamen te maken, werd ik op de nodige hilariteit onthaald.
De kinderen vonden het meteen fantastisch. De meeste vrouwen zullen echter wel nooit snappen waartoe een visser allemaal in staat is. Die van mij vormde daar geen uitzondering op. “Je bent zo zot als een achterdeur”, was al wat ze zei. Ik bespaar jullie het verhaal over al het richt- en mikwerk dat ik heb geprobeerd alvorens de reis werd aangevat. Al die proefopnamen waren echter wel nodig. Het was immers zaak dat de camera (lees: stand van de pet) alles zou zien wat mijn ogen waarnamen.
Twee handen vrij en toch filmen.
Petje af en filmen maar
De reismakkers waren natuurlijk allang ingelicht over mijn headcam-projectje. Al op de luchthaven mocht ik beginnen met demonstreren. Waarom de omstanders in de vertrekruimte zo raar keken, begrijp ik nog steeds niet! Op de eerste visplek van onze reis vielen de vangsten nogal tegen. Dat gaf mij de tijd om grondig te experimenteren met mijn camera. De resultaten van mijn test vielen mee en ik wist meteen dat het deze reis zeker een keer bingo zou zijn op een echte hotspot. Deze kans liet niet lang op zich wachten.
Nog dezelfde dag lukte me het om een superaanbeet vast te leggen. Ik was al geruime tijd zonder succes en zonder te filmen (ik was mijn batterijen en geheugenruimte aan het sparen) aan het vissen met de vliegenhengel. Tot ik plotseling in een opwelling besloot deze worp een keer te filmen. Tijdens de tweede strip draaide er een dikke tachtiger overheen.
Het lukte het me om toch een stuk of tien aanbeten op band vast te leggen.
Deze sympathieke snoek beloonde me vervolgens met een supermooie sprong en dito dril. Landen, onthaken en meteen het filmpje bekijken natuurlijk. Super, mijn eerste shot en direct bingo! Spijtig genoeg vingen we de meeste snoeken tijdens deze trip iets dieper dan voorgaande jaren, toen ze af en toe het aas van het oppervlak kwamen grissen. Waarschijnlijk kwam dit door de strenge vorst deze winter. Desondanks lukte het me om toch een stuk of tien aanbeten op band vast te leggen. Omdat ik de camera telkens bij de hand had, was het heel eenvoudig om ook de drillende vismakkers op film vast te leggen: petje af en filmen maar.
Veertien uur filmmateriaal
Ik zag de dingen groot toen ik vertrok en ik was vast van plan om ontzettend veel te filmen. Op mijn geheugenkaartje kon makkelijk vier uur film worden opgeslagen en de camera kon een kleine twee uur per oplaadbeurt draaien. Dat betekende dus dat ik zeven dagen lang elke dag twee uur kon filmen, wat uiteindelijk veertien uur filmmateriaal zou opleveren. Ik had voor de zekerheid voor het vertrek nog twee USB-sticks aangeschaft.
Omdat ik echter zo dom was de USB-kabel van het fototoestel mee te nemen in plaats van die van de videocamera, had ik niet veel aan USB-sticks.Bij het bekijken van het materiaal was het me opgevallen dat ik mijn hoofd nogal schuin hield tijdens het vissen. Dat leverde een scheve horizon op. Ook leerde ik al gauw dat ik er op moest letten de camera goed te richten als het kunstaas dichterbij komt. Dan had ik tenminste nog een kans om de zo op prijs gestelde aanbeet te vereeuwigen.
Het filmpje van Headcamvisser Kurt De Voogt is bij verschijning van dit magazine als ‘film van de week’ te zien op www.hengelsporthuis.com.
De eerste dagen kreeg ik meerdere fantastische kansen. Er bleken echter alleen een hoop spetters en een dikke staart op film te staan. Het extra richten belette mij gelukkig allerminst bij mijn visserij, toch de eerste vereiste bij het ‘hands free’ filmen. Door schade en schande leerde ik na deze trip dat het handig is de camera na elke aanbeet en dril eventjes af te zetten. Doe je dit niet, dan krijg je hetzelfde probleem als ik bij thuiskomst had. Ik moest filmpjes van vaak tien minuten helemaal bekijken om na te gaan of er al dan niet actie in zat.
De buit bekijken
Onze thuiskomst liet twee dagen langer op zich wachten dan verwacht. Een IJslandse vulkaan vond het nodig om het luchtruim te saboteren. Na maar liefst 41 uur, drie auto’s, een boottripje van zeventien uur en een negentig euro kostende ontmoeting met een Franse Speedgun, waren we dan toch eindelijk thuis. Daar startte ik natuurlijk meteen de computer op om de resultaten te bekijken. Het materiaal stelde me niet teleur: iedere aanbeet en dril doorvoelde ik weer levendig, zodat ik de beste momenten van mijn reisje nog een keer kon beleven.
De beeldkwaliteit van de professionele videobeelden die op het net terug te vinden zijn, haalde ik niet. Gezien het bescheiden toestel, een Medion Traveler DV-5000, is dat echter niet meer dan normaal. Bovendien ben ik geen grote computerspecialist en zal ik dat ook nooit worden. Maar met de simpele software die bij het toestel hoorde, kon ik toch een mooi filmpje van een minuut of zes monteren. In mijn korte filmpje zit eigenlijk alles wat ik mij ervan had voorgesteld.
En iedereen die het heeft gezien, vond het super om naar te kijken. Zelfs de niet-vissers vonden het geweldig om van dichtbij mee te maken hoe een snoek een aasje komt halen. Ook zij keken vol bewondering. Eén van hen beloofde me trouwens al dat als hij eens tijd heeft, hij wel eens een mooier filmpje voor me zou maken met mijn beelden.
Haaienvin, riepen mijn kameraden.
Ik ben er zeker van dat dit filmpje en de filmpjes die nog zullen volgen, nog vaak zullen worden bekeken. Een vismakker zei me dat het de ideale manier was ‘om het gevoel terug te krijgen’. Iedere visser snapt wel wat hij bedoelt. Na mijn ervaringen met de camera, weet ik zeker dat ‘headcam-fishing’ in ons digitale tijdperk een fantastische meerwaarde kan hebben voor de vissende jeugd.
Denk maar aan de mooie beelden die je kunt schieten in de polder, waar veel snoeken het aas net voor je voeten weggrissen! En welke fraaie beelden zou een headcam niet kunnen maken van hooglopend kunstaas net naast de boot? Met de computerkennis die er zeker is onder de lezers van dit blad, moet het mogelijk zijn om veel meer kwalitatief hoogstaande filmpjes te maken.
Misschien kunnen we dan eens op de één of andere manier filmpjes onderling uitwisselen, bijvoorbeeld via de filmrubriek van www.hengelsporthuis.com. Zo hebben we er dan weer een mooie hobby en tijdverdrijf bij!
Kurt De Voogt.
Bovenstaande bijdrage is één van de weer zeer lezenswaardige artikelen die zijn terug te vinden in het medio deze maand verschijnende nieuwe nummer van Dé Roofvis.
Voor meer informatie over o.a. een zeer aantrekkelijke abonnementsaanbieding op dit specialistische magazine, zie www.hengelsporthuis.com