Groot formaat

Groot formaat

Door Berthil Bos

Ik heb in het verleden al meerdere artikelen geschreven over het vissen in een oer-Hollandse polder. Vooral als de ‘R’ in de maand komt en het weer erg onbestendig wordt, laat ik mijn boot in de garage staan en ga ik de laatste jaren steeds meer op zoek naar typische Nederlandse sloten en weteringen.

Natuurlijk zoek ik op mooie dagen zonder al te veel wind ook nog mijn geliefde grote water op, vooral omdat er nu kapitale snoeken gevangen kunnen worden. Niet dat de dames van 120 cm.-plus als het ware zelf in de boot springen, maar de kans op een gigant is nu eenmaal veel groter op grote meren dan in één van de vele mooie polders.

Natuurlijk herbergt ook dit soort kleinschalig water wel de nodige metersnoeken, maar dan gaat het over het algemeen om vissen van 100 cm. tot rond de 110 cm. Geweldige snoeken natuurlijk en eigenlijk veel moeilijker te vangen dan dezelfde lengte op het grote water. Maar ben je opzoek, om welke reden dan ook, naar vissen die nog groter zijn, dan moet je selecteren in je water.

Hierbij moet je ook nog bedenken dat er veel verschil zit tussen het formaat snoek uit een voedselrijke kleipolder en de mooi getekende snoeken uit de veenpolders, waar de zuurgraad het water veel armer maakt dan in een kleipolder. Ik heb hier vaak over geschreven en reis ook geregeld af naar de polders in West-Friesland waar ik mij heerlijk kan vermaken. Toch zijn qua natuurbeleving de Veenpolders niet te verslaan en ook de snoek is met zijn mooie tekening een lust voor het oog.

Het aantal dat je er kan vangen is meestal wel goed te noemen, maar het formaat blijft een beetje achter. Maar maakt het uit; je krijgt er optisch veel voor terug en als je het materiaal wat aanpast dan heb je sport van de bovenste plank. Kort geleden probeerde ik samen met mijn vismaat ons geluk in één van die soort polders.

Veel ballast wordt er niet meegenomen omdat de benenwagen ons vervoermiddel is. Een mapje met wat shads en streamers, een doosje met loodkopjes en wat onderlijntjes gaan in een rugtasje. Vergeet nooit je onthakingstang en zeker niet een echt goede kniptang. Een wat langere hengel van ca. 250 cm. met een reel, omdat ik dit zelf plezierig vissen vind, en klaar is Kees. Simpeler kan en moet het niet.

Lange worpen zijn niet nodig omdat we op zoek zijn naar hotspots. Bruggen en de omgeving worden afgevist. Af en toe kijken we of er onder een afgemeerde roeiboot nog wat te halen is en kruisingen van met ander water geven ons een goed gevoel. Hier en daar wordt een snoek gevangen, maar het formaat heeft het met 60 cm. wel gehad. We vermaken ons kostelijk, want buiten de vangst van deze snoekjes worden ook een aantal gemist die in onze gedachte natuurlijk altijd groter zijn.

Het weer klaart op en een zonnetje doet de omgeving met zijn herfstkleuren alleen maar goed. Zo ook de vangsten. Of het nu komt omdat het water zich iets gaat verwarmen, of dat het waterdoorzicht iets verbeterd, de bijttijd lijkt te beginnen.

Ik kom bij een verbreding waar wat meer water staat. Het ziet er goed uit en besluit om hier wat meer aandacht aan te besteden. Eerst vis ik de directe omgeving van mijn standplaats uit. Tot mijn verbazing volgt er geen aanbeet, ondanks dat ik een goed gevoel over deze plek heb. Even verder zie ik een soort inham die altijd interessant zijn. Met een wat langere worp kan ik de Pro Shad van Fox Rage net op de plaats van bestemming krijgen.

Door het lichte loodkopgewicht van 7 gram kan ik het rubber wat langer in de buurt van de inham houden. Dit is ook maar goed ook, want net als ik denk dat ik wat moet versnellen, laat ik de shad even stilvallen. Ik zie een lichte kolk in de buurt van mijn aasje en even later voel ik een ruk. De haak wordt gezet en meteen voel ik het hier gaat om een behoorlijke snoek.

Mijn vismaat is even spoorloos dus schreeuw ik dat hij bij mij moet komen. Een metervis in een veenpolder vang je niet iedere keer, dus wat foto’s zijn welkom. Als voor het eerst de kop van de snoek aan de oppervlakte komt val ik stil en Arjan knijpt zichzelf even. Deze dame is wel heel erg groot, maar door de donkere ondergrond zien we niet het gehele lijf.


Voor de eerste keer aan de oppervlakte.

Gelukkig is het landen van een grote snoek een stuk gemakkelijker dan bij die springerige, kleinere soortgenoten. Mijn hand verdwijnt geheel bij de kieuwgreep en ik probeer haar op de kant te krijgen. Ik sta in het water en geef het beest over aan Arjan die nog op de wal staat. Het lijkt net of er geen eind aan komt, maar uiteindelijk licht er een geweldige snoek op het gras.


Voor een veensnoek wel een erg brede rug.

Ik denk terug aan mijn artikelen waar ik beweer dat in dit zure water de snoek niet kan uitgroeien tot een gigant van dit formaat. Deze dame is een uitzondering op die regel want met trillende handen gaat het meetlint langs het lichaam. 133 cm. geeft het lint aan en Arjan geeft dat aan mij door. Ik geloof hem niet en controleer het nogmaals. 133,2 is het precies maar die 2 mm. haal ik er snel vanaf.


‘Once in a lifetime’

Geloof mij beste mensen, ondanks dat ik in mijn leven menig mooie snoek heb gevangen, hier krijg ik toch even gaan adem meer van. De rest van de dag heb ik niet meer gevist en volgde mijn vismaat op een roze wolk.

Het gehele artikel zal in nr. 7 van Rovers verschijnen die begin september uit komt.

ANDEREN LAZEN OOK