‘Groeten uit ScandinaviĆ«’ deel 2

Eerder verschenen: deel 1

‘Groeten uit Scandinavië’ deel 2

Door Gerlof van den Berg

De volgende vissoort die deze trip hoog op mijn verlanglijstje staat, is de vlagzalm. Ik steek hiervoor de grens over met Noorwegen en op mijn navigatiesysteem toets ik Koppang in. Dit geniale apparaatje geeft aan dat ik een ritje voor de boeg heb van een uur of 4, en Eva leidt me vrijwel zonder problemen naar mijn bestemming. Ik wil mijn vlagzalmavontuur beginnen vanuit de Koppang Camping, die gerund wordt door het Nederlandse echtpaar Edward en Diane Scholten.

Ik had al veel gehoord en gelezen over de Glommavisserij, en dan met name dat deze rivier een behoorlijke “sloot” water moest zijn. Dit laatste moest ik bij aankomst inderdaad direct beamen, en hoewel ik normaal gesproken het liefst de wat minder bezochte plaatsen aan een rivier opzoek, start ik gewoon achter het campingterrein en ik begin eigenlijk vrijwel direct mooie vissen te vangen.


Behoorlijke sloot water.

Omdat ik erg weinig vis zag stijgen die eerste dag, viste ik met goudkopnimfjes. Terug op de Camping aangekomen vertelt Edward me dat hij eigenlijk zelden of nooit met nimfen vist, omdat daarmee het visuele aspect van de droge vliegvisserij toch wel behoorlijk minder spectaculair is. Daar heeft hij natuurlijk wel een beetje gelijk in, hoewel ik persoonlijk ook erg graag indicators de diepte in zie knallen hoor!

De daarop volgende dagen vis ik meestal met behoorlijk grote, zwarte klinkhamers op diverse gedeeltes van de “mighty” Glomma. Na een paar dagen heb ik echt het gevoel dat ik het vlagzalmspelletje helemaal begin te snappen, met als gevolg dat vele vlagzalmen onvrijwillig even de heerlijke frisse lucht van de Noorse wouden mogen “inademen”. Het vlagzalmvissen op dit soort grote rivieren is gewoonweg prachtig om te doen.


De vlagzalmen laten zich goed vangen en het is genieten geblazen…


... In een prachtige omgeving.

Na een dag of 5 trek ik verder noordwaarts, terug de grens over richting Zweeds Lapland. Een ieder die daar ooit geweest is begrijpt denk ik wel waarom dit gebied ook wel de “laatste echte Europese wildernis” wordt genoemd. Een oneindig groot gebied, nog immer bevolkt door beren, wolven en vele andere vormen van wildlife. In de prachtige wouden bevinden zich ontelbare meren en meertjes en er stromen vele rivieren en riviertjes. Een waar hengelsportparadijs dus, en dat is natuurlijk dé reden waarom ik hier ben.


De laatste, echte Europese Wildernis.

Ik besluit richting Kiruna te rijden. De afstanden zijn hier groot, maar na een lange reis bereik ik 2 dagen later het mijnwerkersstadje Kiruna. Daar aangekomen bezoek ik eerst de plaatselijke Kebabzaak en na inmiddels alweer lange tijd alleen maar pasta en rijst gegeten te hebben, gaat zo’n lekker vleesbroodje er natuurlijk wel in! In het stadje bevindt zich een prachtig jacht/hengelsportzaakje.

Vaak is dit een buitenkansje om op onbekend terrein (wat sneller) informatie te vergaren. De jonge verkoper, waar ik mee aan de praat raak, spreekt vloeiend Engels en hij praat honderduit over de fantastische mogelijkheden in zijn regio. Mocht je ooit in Kiruna komen, bezoek dan zeker dit fraaie winkeltje waar de medewerkers echt weten waarover ze praten, en bovendien uiterst behulpzaam zijn. Ze kunnen er zelfs een helikopter voor je regelen om je op echt afgelegen stekken te droppen.

Ik koop er wat vliegjes en een weekvergunning en krijg daarbij een kaart van het gehele (grote!) gebied. Allereerst wil ik mijn geluk beproeven op een rivier die niet zo ver van het stadje verwijderd ligt. Het riviertje kent op het stuk waar ik begin een behoorlijk groot verval en het water buldert werkelijk naar beneden. Op een zeer moeilijk toegankelijke en zwaar begroeide plek vang ik in typisch “pocketwater” in 3 worpen, achter elkaar 3 prachtig grote, donkere vlagzalmen, allemaal dik in de 40 cm. Wow, dit belooft wat! Zo vis ik een weekje op diverse rivieren in dit prachtige gebied, en de vangst bestaat voornamelijk uit vlagzalm.


Vangsten bestaan voornamelijk uit vlagzalm van mooi formaat.

Op de kaart zie ik dat de Noorse Noordkaap relatief nog maar een “klein stukje” rijden is. Ik bemerk echter dat mijn auto steeds sneller koelwater begint te verliezen. Een probleem dat ik bij vertrek al had, maar het begint blijkbaar steeds erger te worden. Toch neem ik het risico om naar Europa’s meest noordelijke punt te rijden. Als voormalig motorrijder was dit altijd al een wens van me, en nu ik er zo “dicht” bij ben, kan ik deze kans gewoonweg niet laten schieten, zo houd ik mezelf voor. De Noordkaap zelf is mischien wel Europa’s grootste “rip off” maar de weg ernaar toe is adembenemend mooi!


Altijd al een keer willen doen…


Het noordelijkste punt van Europa.

Op de terugweg bevis ik diverse, aantrekkelijk uitziende wateren en wederom bestaat de vangst - afhankelijk van de soort visserij - voornamelijk uit vlagzalm, snoek, baars en af en toe een forel. Inmiddels ben ik alweer een behoorlijk stuk zuidelijker afgezakt en ben ik alweer beneden de poolcirkel aanbeland. Op een dag, aan het eind van de middag valt mijn oog op een schitterend meer met daaraan een kleine camping gelegen. Ik kan wel weer eens een warme douche gebruiken bedenk ik me, en het lijkt me dus een goed plan om er de nacht door te brengen.

Hoezo nacht? Het wordt hier in Noord Europa niet eens donker in deze tijd van het jaar (juli). Sven, de campingeigenaar, die met zijn grote rode baard, zo lijkt weggelopen uit een aflevering van “Wickie de Viking”, vertelt me dat er een enorme hoeveelheid baars in het meer rondzwemt! Ik heb er dus gelijk erg veel zin in. De volgende morgen vaar ik met mijn rubber/bellyboot-combinatie richting een rustige afgelegen baai, en op een strategische plek leg ik mijn rode rubberbootje vast in het riet, waarna ik al peddelend vanuit mijn bellyboot de vele kleine baaitjes begin uit te kammen.

Met de regelmaat van de klok staat mijn “Pikebooster” in de door ons vliegvissers zo gewenste kromme stand. Zo vang ik een behoorlijk aantal mooi getekende, superagressieve snoeken. Stuk voor stuk geweldige oppervlakteaanbeten en ik kan maar niet begrijpen dat Scandinaviërs over het algemeen hun neus ophalen voor deze prachtige sportvis. Vissen van 60, 70, 80 centimeter knallend op een “droge vlieg”... Ik vind het in ieder geval een waanzinnig mooie en vooral zeer spectaculaire visserij! Omdat er af en toe ook grote baarzen op mijn Dahlberg knallen, schakel ik nog even over op een #6-hengel en vang ik prachtig gestreepte stekelridders op een muddlertje.

’s Avonds terug op de camping raak ik aan de praat met een Tsjech. Hij heet Josef en komt al vele jaren op deze camping en kent deze regio inmiddels als zijn eigen broekzak. Josef vist graag op roofvis en hij vertelt me dat hij al heel wat prijzen heeft gewonnen tijdens diverse roofviswedstrijden. Vanuit Tsjechië heeft hij zijn prachtige visboot meegenomen en ja, dat vist natuurlijk wel heel wat comfortabeler dan mijn eigen “combinatie”. Josef blijkt automonteur te zijn en ik vraag hem of hij even naar mijn koelwaterprobleem wil kijken.

Nadat ik de motorkap heb opengemaakt en Josef het Opeltje aandachtig inspecteert, trekt hij een ernstig gezicht en zegt eerst niets. Dan ineens, plotseling de stilte doorbrekend, zegt hij: “Waarschijnlijk is het een lekke koppakking”, en ik krijg het advies om heel rustig te rijden, elk uur (koel)water bij te vullen en met name de temperatuur goed in de gaten te houden. Sven die er inmiddels ook bij is komen staan, denkt dat het allemaal wel meevalt, en afgaande op hem (waarvoor ik hem nog steeds dankbaar ben!) besluit ik het erop te wagen en toch ook mijn laatste geplande bestemming van deze trip aan te doen: de Noorse fjorden.

Toen ik vorig jaar op youtube-filmpjes zag van een stelletje “gekken” die in bellyboten het zoute water onveilig maakten, waarbij hun vliegenlatten in angstaanjagend diepe bochten getrokken werden, wist ik gelijk dat als ik ooit in Noorwegen zou gaan vissen, ik dat ook zou gaan proberen. Het is voor mij weer een compleet nieuwe uitdaging, en juist dát is hetgene wat me zo aanspreekt in het vliegvissen.

De mooie rit richting fjorden is lang en ik moet onderweg steeds meer water bijvullen. Gelukkig loopt, ondanks de soms best wel steile wegen, de motortemperatuur niet abnormaal hoog op. Als ik aan het einde van de middag een brug overrijd zie ik een plaats waar ik gemakkelijk mijn boot te water kan laten, en nog geen half uur later lig ik met de bellyboot in het glasheldere zoute water te dobberen.

Niet wetende wat me te wachten staat, knoop ik toch wel een klein beetje gespannen een fel roze/witte clouser aan mijn korte leader. Dit laatste om zo optimaal mogelijk gebruik te maken van mijn 200grains zinklijn (wat in principe wel wat licht is voor het echte fjordenwerk). En dan, al na 5 minuten, een tik! Het blijkt een pollak(je) te zijn. Geweldig, als iets nieuws ook daadwerkelijk lukt. Heel even voel ik me weer net dat kleine jongetje dat vele jaren geleden op vakantie zijn eerste voorntje ving aan een telescoophengeltje van 3 meter.


De pollakken storten zich op de roze/witte clouser.

Bij aankomst had ik al gezien dat in de nabije omgeving van mijn instapplaats 3 bruggen lagen. Op een plek, waar door het getijde verschil veel water door een versmalling wordt gedrukt, en waar dus een fikse stroming staat, vang ik mooie vissen, waaronder zelfs een grote kabeljauw. Het terugtrappen tegen de stroming in is nog een helse bezigheid, maar uiteraard ben ik superblij met mijn zoutwaterontgroening!

De volgende morgen ben ik al vroeg wakker, het succes van gisteren heeft me in zijn greep! Het is schitterend weer en de visserij van de vorige dag smaakt overduidelijk naar meer! Ik heb meer interessante stekken gezien die met een bellyboot absoluut onbereikbaar zijn. In no time heb ik mijn inmiddels vertrouwde rode bootje opgepompt en niet heel veel later vaar ik het fjord op. Een onbeschrijfelijk gevoel bekruipt me, een gevoel van pure vrijheid. Dit is voor mij persoonlijk het mooiste wat er bestaat binnen de vliegvisserij: in totale onafhankelijkheid op zoek naar mooie vissen, op nieuwe wateren en vooral ook met nieuwe methodes.


Het is even wennen, maar al snel krijg ik handigheid in het geheel… mis de elektromotor wel!

Het is wel even wennen. In tegenstelling tot het bellybootvissen heb ik namelijk niet continue mijn handen vrij. Ik moet dus bijsturen met mijn peddels in plaats van met mijn flippers. In Nederland vis ik ook veel vanuit een boot, maar dan heb ik de beschikking over een zware elektromotor, waarbij ik mijn handen wel grotendeels vrij heb. Oefening baart kunst, zo luidt het gezegde, en al vissend krijg ik het driften op de wind toch redelijk onder controle. Ik vang me werkelijk een slag in de rondte met meest pollak, wat kleine gulletjes en een enkele poon. Het is gewoon onvoorstelbaar hoeveel aanbeten ik krijg, en ik probeer me er een voorstelling van te maken, hoeveel vis daar beneden wel niet moet zwemmen!


Bijzondere gast aan de vlieg.


Zoute grootoog van bonkend formaat.


Prachtige sportvis voor aan de vlieg!

Nu ook mijn laatste doelstelling van deze trip meer dan geslaagd is, besluit ik iets eerder dan gepland een punt achter de reis te zetten. Mijn auto baart me best wel zorgen, maar desondanks stap ik de volgende morgen supervoldaan achter het stuur om vervolgens langzaamaan koers richting Nederland te zetten. Op de terugweg vis ik nog een dagje op de Glomma met vismaat Hans, die regelmatig in Noorwegen vertoeft en er erg goed de weg kent.


Samen met Hans op stap…


... en er komen nog mooie vissen boven water waaronder deze prachtige bruine.

Samen beleven we een schitterende visdag waarbij voornamelijk vlagzalmen van mooi formaat onze vliegen voor iets lekkers aanzien. Op de terugreis na, een prachtig einde van deze geslaagde trip.


Een prachtig einde van een zeer geslaagde trip.

Het was soms best wel zwaar. De lange afstanden, de vele muggen, ruim 3 weken in de auto en soms in een klein tentje slapen, leven op pasta en rijst met af en toe een kebabje onderweg, maar alle ontberingen waren het dubbel en dwars waard. Hoewel Scandinavië en dan met name Noorwegen behoorlijk dure landen zijn, hoeft een geslaagde vistrip richting het hoge noorden eigenlijk helemaal niet zoveel te kosten, zeker niet als je brandstof en veergelden ook nog eens deelt met een vismaat! Eén trip naar het hoge noorden is niet genoeg. Stiekem denk ik al aan een vervolg. De volgende keer hopelijk met een goede vismaat, een (grotere) boot en een superlichtgewicht kampeeruitrusting om ook de echt afgelegen gedeeltes te gaan ontdekken. Ik droom er nu al van!

Eenmaal thuisgekomen bleek het koelwaterprobleem een stuk minder ernstig dan dat Josef dacht. De oudeVis-Opel bleek slechts een klein pakkinkje lek te hebben. Een meevaller dus en hopelijk ga ik dus nog heel veel avonturen tegemoet met dit geweldige karretje.

Groet, Gerlof.

Eerder verschenen: deel 1

 

ANDEREN LAZEN OOK