Graskarper (1): andere manieren

Graskarper (1): andere manieren

door Co Sielhorst

Als het redelijk weer is zie je ze direct aan de oppervlakte, in het polderwater rond mijn woonplaats wemelt het ervan. Je bent snel geneigd om meteen naar broodkorsten te grijpen maar de grazers zijn niet dom. Ze hebben inmiddels veel geleerd, op sommige wateren hou je ze niet meer zo makkelijk voor de gek. Als je er al een vangt dan zijn vaak alle andere vissen in de buurt gealarmeerd. Dan zit er maar een ding op: verkassen naar een rustig stuk van het water. Daar kan je dan weer helemaal opnieuw beginnen. Je zult de vissen telkens opnieuw moeten opzoeken.

Ik heb het eens anders geprobeerd. Het viel me op dat de graskarpers vaak in de luwte patrouilleren, waar de oppervlakte glad is zie je ze blaadjes en allerlei kleine dingen uit de oppervlakte pakken.

Meestal is wat je ziet maar het topje van de ijsberg, vier vissen in de oppervlakte betekent dat er meestal een veelvoud onderdoor zwemt.
Daar ging ik dus voeren in de ochtendschemering, een hele emmer gemengd graan, twee dagen geweekt. Ik stortte het uit over een aantal vierkante meters. Dat gaf wel even wat stennis dus ik kon heel rustig aan doen met het opzetten van mijn spullen. 

Het eerste uur bleef het erg rustig. Misschien had ik dit beter de voorgaande avond kunnen doen.
Plotseling maakte een stevige roeibeweging duidelijk dat de eerste vissen gearriveerd waren. Daarna ging het hard, de bellensporen werden aan flarden geslagen door een compleet waterballet. Het werd een volledig gekkenhuis. Er zaten tientallen graskarpers op mijn stek maar dat pennetje bleef er roerloos tussen staan. Wat was hier aan de hand? Ze zwommen zelfs niet tegen mijn lijn aan. Toen ik dat opmerkte ging het licht aan, kennelijk werd de lijn opgemerkt en daardoor mijn aas zorgvuldig gemeden.

De bodem was hier stevig dus er wervelde niet teveel modder op, ze zagen de lijn omhooglopen. Het gebeurde wel vaker dat vissen daar niets van moesten hebben, niet alleen graskarpers overigens.
Ik draaide het spul binnen en bouwde snel de montage om. Pen weg, loodjes weg, een heel klein matchloodje van drie gram boven een stuitje en een onderlijntje van dertig centimeter, haakje acht en ik was er weer helemaal klaar voor.
Een halve kikkererwt op de haak laat zich prima werpen, ik gooide ruim over de stek heen en draaide het aas direct na de worp tot op de stek en liet de boel afzinken.
Ik zocht even naar een wakertje om aanbeten te signaleren, ik zat nog in mijn tas te zoeken naar iets bruikbaars toen ik uit mijn ooghoek de lijn als een speer strak zag lopen. Ik hakte de hengel achterover en de eerste hing en stormde direct een tiental meters weg van de stek. Keurig, het bellenblazen ging gewoon door, terwijl ik de eerste vis afdrilde. Ik kon de vis in het net onthaken, niet teveel kabaal dus, dikke 80 centimeter 18 pond of iets in die buurt, lekkere knokpartij. Ik liet de vis weer zwemmen en zette opnieuw een aasje op de haak en liet het spul weer te water. De lijn zakte iets trager weg dan het aas maar voordat de lijn helemaal uitgezakt was zag ik al weer een paar schokken en ja hoor hij liep al weer strak. Bingo, nummer twee hing en vertoonde zijn kunsten.



In de paar uurtjes die volgden kreeg ik zestien aanbeten waarvan er veertien in het net belandden, allemaal graskarpers tussen de 80 en 95 centimeter. Ik heb stellig de indruk dat meerdere stekken opbouwen de score op tientallen had kunnen brengen maar dan had ik nu met een drilarm gelopen, een nieuw soort R.S.I. Bovendien, je moet een keer tevreden zijn.

Ik heb goed geoefend dus meteen maar een paar driltips. Een graskarper is een sterke vis, zeker als zijn gewicht de twintig pond overschrijdt. Hoe zwaarder de tegendruk hoe harder hij zich zal verzetten. Daar heb ik wat mee zitten spelen. Midden in een dril heb ik de spanning plotseling weg laten vallen. De vis gaat zich direct heel beschaafd gedragen. Geef minder tegengas en hij gaat niet zo onbesuisd hard meer en helemaal geen druk betekent meestal dat de vis er gewoon mee ophoudt. Het lijkt wel of er een knop aanzit, je kan ze gewoon uitzetten.
Dat kan best handig zijn als een vis koers heeft gezet naar een obstakel, harder trekken geeft bijna zeker het tegengestelde effect, hij knalt er gewoon keihard naartoe, iets rustiger aan en het gevaar is geweken. Ik ben nooit zo bang voor plantenvelden en ik laat ze liever niet slopen door een dolgedraaide graskarper.

Het is ook een vis die verdomd goed weet wat er boven water gebeurt, let maar eens op de explosies aan de oppervlakte als er een vogel over hoogzwemmende graskarpers vliegt. Daarom is het verstandig om ruim voor het landen van een graskarper het net in het water te hebben want de vis reageert furieus op onze bewegingen als hij dichterbij komt. Als het net klaar ligt en de vis is goed uitgedrild dan schuift hij het net in en is zo mak als een lammetje, in ieder geval tot hij in het net ligt.



Op de kant kan een graskarper ook vreselijk tekeer gaan, zorg altijd voor een zachte ondergrond, een zachte onthaakmat is beslist geen overbodige luxe als je de vis geen onnodige schade wilt toebrengen. Als er een foto gemaakt moet worden kies dan een plek waar je de vis direct naar de grond kunt brengen want er is geen houden aan als dat sterke lichaam in je armen begint te wrikken. Gewoon even neerleggen en opnieuw proberen. Een stevig tangetje is ook erg handig, soms zit de haak zo vast in de harde bek dat er met de hand moeilijk beweging in te krijgen is. Ik knijp zelf meestal de weerhaak dicht, de haak dringt zelfs iets beter in, maar komt veel makkelijker los bij het onthaken. Ik verspeel er zeker niet meer vissen door. Kleine moeite en veel netter voor de vis.

Ik heb eerlijk gezegd een periode moeite gehad met deze vis. Dat was toen er ineens 40.000 in mijn rustige poldertje rondzwommen. Ik belaagde het niet al te grote karperbestand. Daar waren ze een ernstig storende factor in. Ze groeiden als kool en ze vraten als piranha’s. Het was een hele uitzoekerij maar toen ik eenmaal overtuigend veel visproducten in deeg en boilie ging gebruiken heb ik zelfs een heel seizoen op karper gevist zonder ook maar één graskarper te vangen. Daar was ik best trots op, duizenden van die grazers omzeild.

Nu denk ik wat genuanceerder over deze vis, ik weet nu voor mezelf waar het om gaat. Iedere visserij heeft zijn charmes. Hoe beter je in staat bent om gericht op een vissoort te vissen hoe bevredigender dat is. Ook voor graskarper kan ik waardering opbrengen. Er kan bovendien geen wildgroei optreden wat graskarpers betreft, ze hebben heel specifieke omstandigheden nodig om zich voort te planten, die komen in ons land gewoon niet voor. Als er vanuit een verantwoord beheer wat graskarpers rondzwemmen en ze kunnen zich ontwikkelen tot grote sterke vissen die zeker boven de metergrens uitgroeien dan kan dat heel leuk zijn.

Dertig en zelfs veertig pond is in ons land al gevangen, dus ga me niet vertellen dat zoiets geen uitdaging is.