Gras, korst en frustraties (deel 2)
Door Sijmen Majoor
Frens stelde voor om een keer te gaan vissen in Boskoop. Daar zit geen roofblei, maar erg veel karper, giebel en graskarper. We hadden een datum geprikt om een hele zondag te vissen. Maar je raadt het wel. Het was een vreselijk koude dag met veel regen en wind.
Tegen beter weten in reden we toch naar Boskoop. Na wat activiteit van karper te hebben gezien in het bos kregen we toch een sprankje hoop, maar toen de wind en regen doorzetten, was alle hoop verdwenen.
Er was geen activiteit meer te bespeuren en we kregen de vissen niet meer aan het azen. Na talloze keren te zijn verkast en heel wat kilometers te hebben gelopen taaiden we af.
Wel was het supergaaf om het polderstelsel te zien. Heel ander water dan wat ik kende. Helder donker water gekleurd door de turf en karper als dominante soort. De enige vangst die we hebben gedaan was een kraai die zich vanuit een boom op mijn korst stortte.
De enige vangst vandaag.
Die voor ik het goed en wel doorhad met korst en haak in zijn snavel ervandoor vloog. Gelukkig heb ik de kraai voorzichtig kunnen vangen, kunnen onthaken en daarna zijn vrijheid terug kunnen geven.
De kraai keek nog wat beduusd.
Na weer terug te zijn in Leerdam probeerden we een nieuwe tactiek. Actief de vis opzoeken en alleen maar het haakaas aanbieden zonder voeren. Met behulp van mijn polaroid zonnebril zag ik een zwarte schim tussen de plompen liggen. Ik kon niet duidelijk zien wat het was, toch maar even proberen.
Wachten op wat komen gaat.
Snel een flinke korst aan de haak en heel voorzichtig inwerpen in de buurt van de schim. Langzaam kwam de schim in beweging, nu kon ik het duidelijk zien. Het was een graskarper. Zo te zien geen grote maar toch.
De karper deed weinig, dobberde een beetje in het rond. Frens vertelde dat ik moest volhouden en dat de karper dan vanzelf mijn korstje zou pakken. Omdat het een beetje waaide moest ik de korst die inmiddels was afgedreven opnieuw inwerpen.
Toen had ik de hoop al een beetje opgegeven. Mijn aandacht was wat weg en keek naar de natuur om me heen. Toen ik mijn concentratie verloor, zag ik in mijn ooghoek dat de graskarper heel voorzichtig de korst naar binnen zoog.
Ik schrok en was even beduusd. Na weer bij zinnen te zijn gekomen, draaide ik de lijn strak en sloeg aan. BAM! Wat een explosie! Dwars door de plompen zwom een soort torpedo die aan mijn lijn vast zat.
Wat een monster.
De gevlochten lijn waar ik mee vis snijdt gelukkig goed door de plompen heen en ik hoopte dat mijn lichte barbeelhengel dit geweld wel aan kon. Ik riep naar Frens: "Hangen!" en vertelde hem dat het een kleine graskarper was een centimeter of 70 ongeveer.
Missie geslaagd.
Na een korte maar heftige strijd in het ondiepe water, zwom de karper zo het landingsnet in. "Oh, dat is geen kleintje", zei Frens. Na hem te hebben gewogen en te hebben gemeten bleek hij 91 centimeter en 22 pond te zijn. Wat een beest!
Missie geslaagd!