(Na)Zomerse Barbeelvraagstukken
door Leon Haenen
De afgelopen maanden hebben velen van jullie mij vragen gesteld met betrekking tot barbeelvissen. Gezien het feit dat er toch nogal wat verschillen bestaan tussen de gehanteerde systemen op bijvoorbeeld de Waal en de IJssel en de technieken die ik op de Maas gebruik heb ik dit artikel geschreven waarin ik antwoord probeer te geven op de meest gestelde vragen.
Het meest gebruikte systeem voor het vissen op barbeel is met afstand het vissen met een zinklood- of voerkorfmontage. Op de Maas gebruik ik het persoonlijk niet zo vaak, maar ik ervaar dat de voorkeur van de meeste Total Fishing lezers hiernaar uitgaat, vandaar dat ik dit artikel volledig wijd aan het vissen met een korf of zinklood.
Vissen met de voerkorf
Voor het vissen met een voerkorf kunt u het beste aan de slag met een medium of heavy feeder hengel, gecombineerd met een goede werpmolen met dito slip. Op de Maas voldoet u over het algemeen aan de eisen met een medium feeder omdat u niet enorm ver uit de oever hoeft te vissen en het bij normale waterstanden goed te doen is om voerkorven van 30 tot 70 gram op de plek te houden.
Als hengeltop kies ik meestal voor de 4 of 5 ounce feedertip. Op de spoel van de molen gebruik ik altijd nylon. Ik kies voor Shimano Technium 20/00 bovenlijn en eventueel een onderlijn van 18/00, ook Technium. Ik zweer bij deze nylon omdat hij voor nylonbegrippen weinig rek heeft ( dus ideaal voor de feeder) en de lijn enorm sterk is. Daarnaast krult de lijn nauwelijks en bevalt de (on)zichtbaarheid me erg goed.
Ik vis altijd met een eenvoudige montage zoals omschreven in de tekening, alleen de lengte, de lijndikte en de haak van de onderlijn willen nog wel eens verschillen. Mijn haak is meestal de Gamakatsu L2230 als ik met maden en casters vis. De Gamakatsu L3310G gebruik ik graag als ik met Luncheonmeat, kaas of maïs vis. De hengel dient aan het water goed afgesteund te worden, bij voorkeur met de feedertip vrij hoog in de lucht. Dit doe ik om zo weinig mogelijk last te hebben van de waterdruk tijdens het vissen.
Zorg ervoor dat u stroomafwaarts de mogelijkheid heeft om met de vis mee te lopen. In veel gevallen lijkt de eerste run onhoudbaar en verdwijnt de lijn op uw spoel als sneeuw voor de zon. Het is dan erg handig als u de ruimte heeft om enkele tientallen meters stroomafwaarts mee te lopen. Bomen en struiken kunnen enorm in de weg staan als u uw record barbeel aan het drillen bent. Vergeet het niet, ik spreek uit ervaring. De barbelen maken zeer goed gebruik van de heftige stroming in de maasgedeelten waar ze voorkomen.
Voer en aas
Het voer dat u gaat gebruiken als vulling voor uw voerkorf is mijns inziens van ondergeschikt belang. Zeker als u alleen of slechts met een of twee maten op pad gaat. De aanwezige vissen zullen zeker worden aangetrokken door uw voerspoor waarbij ze tevens getrakteerd worden op maden, casters en eventuele zaden. Het is wel van belang dat uw grondvoer de juiste vochtigheidsgraad heeft, het voer dient binnen een minuut of twee langzaam uit de gaaskorf te verdwijnen.
Ik gebruik nooit voer met een heftige geur, ik zorg wel dat een en ander vers is en goed verzorgd. Als u met maden gaat vissen, zorg er dan voor dat de maden uitgezeefd zijn ( de dode maden verwijderd), laat ze bijvoorbeeld door schoon grof paneermeel kruipen of een handje droog grondvoer en zorg dat ze niet meer naar ammoniak ruiken. Ik voeg aan mijn grondvoer altijd een kwart liter maden en een kwart liter casters. Vooraf haal ik de drijvende casters eruit.
Mijn grondvoer bevat ook een halve liter gekiemde hennep. Daarnaast heb ik dezelfde gekiemde hennep, casters en maden bij me om in een gesloten voerkorf aan te bieden. Hierdoor ontstaat er een heerlijk voerspoor. “ helaas” zijn niet alleen barbelen geïnteresseerd in al dat lekkers. U vist weinig selectief op deze manier, vrijwel elke andere aanwezige witvis die in de buurt zwemt zal ook een kijkje komen nemen. De kans op een oersterke rivierbrasem is groter dan de kans op een 60er barbeel. Hou hier rekening mee als u op de bovenstaande manier te werk gaat. Het wordt al een stuk selectiever als u in plaats van maden een stukje Luncheonmeat of kaas aan uw haak hangt. De aanbeten worden een stuk minder, maar de kans dat er een barbeel aan uw haak komt, is veel en veel groter.
Het is met een voerkorf absoluut mogelijk om in de hoofdstroom te gooien, maar ik heb de ervaring dat dit een averechtse uitwerking heeft op de resultaten. Kies bij voorkeur een plek op in de uitloop van de hoofdstroom van de strook die u wilt bevissen. Uw grondvoer blijft beter liggen, u bent beter in staat om een ordentelijke voerplek op te bouwen. Laat de voerkorf het eerste uur ook niet te lang in het water liggen. Haal eenvoudigweg na een paar minuten uw montage aan de kant om de korf opnieuw te vullen.
Ik maak vaker gebruik van enorm grote korven in het begin en stap dan na een half uur over naar kleinere modellen. Dit betekent overigens ook dat ik start met een heavyfeeder voor de grote voerkorven en dan later omschakel naar de mediumfeeder met de kleinere korven. Ik bedoel met een grote korf een korf die een doorsnee heeft van ongeveer vijf centimeters en 8 centimeter hoog is.
Vissen met een stabiel liggend zinklood
Mijn favoriete manier van zinkvissen op barbeel blijft toch wel het vissen met een zinkloodmontage. In wezen blijft de montage hetzelfde als bij het feedervissen, alleen hang ik er in plaats van een voerkorf een zinklood aan en is de hengel van een ander kaliber. Ik vis op deze manier uitsluitend nog met de speciaal hiervoor gemaakte tweedelige barbeelhengels. Deze hengels zijn 3,6 meter lang, tweedelig, en hebben voldoende body om elke barbeel op een fatsoenlijke manier te drillen.
Daarnaast zijn het de hengels bij uitstek om de aanbeet van de barbeel aan te voelen. Tja, daar kom ik weer met mijn verhaal…Ik vis zelden of nooit met een hengelsteun als ik met een zinklood vis. Ik houd de hengel stevig vast en kan genieten van de dingen om me hebben. Ik voel de vissen simpelweg aanbijten. Neem van me aan dat dit gewoon een extra dimensie aan de hele barbeelvisserij geeft.
Afhankelijk van de stroming, de diepte van het water en de manier waarop ik vis bepaal ik mijn loodgewicht. Ik adviseer u dan ook om verschillende gewichten mee te nemen naar de waterkant, variërend van 30 tot 100 gram. De situatie bepaalt welk gewicht ik gebruik. Ik ga er vanuit dat we ernaar streven dat het lood stabiel op de rivierbodem blijft liggen.
Indien u overweegt met de hengel vanuit de hand te gaan vissen, dan is het vaak goed om het lood zelf te verplaatsen door eenvoudigweg uw montage een paar meter dichterbij te halen op een subtiele manier. Vaak is dit net genoeg om uw aas wel in beeld te brengen. Het kan namelijk vrij eenvoudig tussen de aanwezige maaskeien terecht komen. Een heel essentieel detail! U kunt op deze manier natuurlijk ook met hengelsteunen aan de slag en ook dan kunt u n a een paar minuten uw aasje verplaatsen.
Vissen met een rollend zinklood
Op de Maas en vooral ook op de Ardeense stromen is het ook erg mooi om te vissen met een rollend lood montage. Ik gebruik hiervoor dezelfde barbeelstok als met een stabiel liggend zinklood, de montage is ook hier weer vergelijkbaar, alleen de loodgewichten zijn veel lichter en meestal rond van vorm. U kunt dit systeem niet toepassen op een zeer onregelmatige bodem met enorme keien op de bodem, maar op de grindstroken die van een fijnere structuur zijn is dit een fantastische manier om te vissen.
Was het maar vast weer zomer…
U werpt in en laat de montage eenvoudigweg met de stroming mee over de rivierbodem rollen. Hierbij is het van wezenlijk belang dat u constant uw loodje voelt rollen. Tussen het rollen door voelt u de aanbeten van de barbeel die vaak heel subtiel zijn. Het vergt enige ervaring en vooral ook concentratie om de aanbeten eruit te filteren.
Ik wens jullie komend seizoen een goede barbeelvangst toe!