Gekronkel 41: De verlaten plas

Gekronkel 41: De verlaten plas

Ten opzichte van het vorige artikel zijn we een aantal weken verder. Gekronkel nummer 40 is tijdens mijn vakantie geplaatst. Op dat moment zat ik met vrouw en kinderen in het zuiden van Frankrijk. Een heerlijke plek om even afstand te nemen van zoveel waar we dagelijks mee bezig zijn, inclusief vissen. Voor mijn vakantie ben ik nog een aantal keren op pad geweest. Dit artikel beschrijft een periode van twee weken voor mijn vakantie. Twee weken waarin ik in totaal twee nachten heb gevist. Beide keren kwam er vis op de kant, drie schubkarpers om precies te zijn.


Forse Zuid-Franse rups van een nachtpauwoog.

Ik zie de afgrond naderen en ren er hard op af. Uren en uren worden in het water gestopt. Soms op de meest bizarre tijdstippen. Naast het vaste stramien van minimaal één nacht in de week vissen, om de dag voeren, gebeurt het regelmatig dat ik ’s nachts lig te peinzen. Op zulke momenten vind ik dan de rust aan het water. Als ik dan anderhalf uur later mijn bed weer in stap is het niet alleen de vermoeidheid die een duw in de goede richting geeft, maar bovenal een alomvattend gevoel van tevredenheid. Maar het gelukzalige “zijn” schaatst op dun ijs. Wat nou als er indringers komen die ook hun deel opeisen? Wat nou als ik gevonden word en het me voorgoed verboden wordt hier te komen? Dat zijn slechts de niet te beïnvloeden factoren, al houd ik een extreem low profile benadering op na. Er is echter iets paradoxaals wat mijn gevoel op twee benen doet hinken.

Je doet een hoop moeite om een water te doorgronden. Het doel is om het bestand, zo goed als mogelijk is, in kaart te brengen. Als het moeilijk gaat en er bij uitzondering een vis op de kant komt, dan houdt dat de spanning vast. Als het wat beter gaat, maar je nog steeds onbekende vissen vangt, dan blijft het leuk. Maar als je tenslotte vangsten gaat dubbelen, dan verdwijnt beetje bij beetje de glans. Dat is wat er de afgelopen weken gebeurd is: drie dubbels op na elkaar. Het is de constatering dat de bodem in zicht komt. Het bestand is inderdaad belachelijk klein, ten opzichte van de oppervlakte van dit water. Niet dat ik mag klagen. Het heeft me uiteindelijk veel tijd, moeite en geld gekost en uiteindelijk is dit waar je op hoopt.

Het begon met het terugvangen van de lange, brede schub. Zie Gekronkel nummer 40. Jammer dat de breedte niet goed op de foto’s uitkomt. Deze vis was vorig jaar verantwoordelijk voor de kentering van mijn visserij op deze plas. Had ik toen niet naar mijn gevoel geluisterd, dan had ik hem niet gevangen en had ik het bijltje er bij neergelegd. Voor deze vangst zaten per slot van rekening 13 nachten zonder vis. Gevoelsmatig was dit een enorme overwinning op mezelf. Tot nu toe is het veruit de grootste die ik op dit water gevangen heb. Zou ze na haar terugvangst de prelude zijn voor een tanend enthousiasme?


2010…


...& 2011.

Het lijkt er op want ook één van mijn volgende vangsten is een dubbelvangst. Na een dril die erg lang duurt, zwemt er een hele lange schub voor de kant heen en weer. Kan haast niet anders, dit moet de meterschub van vorig jaar wel zijn. Dat is ze ook. Dit jaar haalt ze de 15 kilo niet, maar dat interesseert me niet zo veel. Dat hele gedoe met aantallen en gewichten is overigens zo betrekkelijk. Natuurlijk mag ik graag een grote vis vangen en ben ik altijd nieuwsgierig naar het gewicht. Het moet echter geen doel op zich worden. Daar komt bij dat een vis als deze er één uit de buitencategorie is. Karpers van een meter lengte zwemmen nou eenmaal niet overal rond.

Eerder die nacht mocht ik ook één van de kleinere schubs die hier zwemmen vangen, een kleiner broertje van de lange schub. Zonder foto mocht hij weer zwemmen. De regen kwam met bakken uit de lucht.


2010…


...& 2011.

Laat nou ook de daaropvolgende vangst een hervangst zijn. Vorig jaar was het de derde vis die ik op de plas ving. Dit jaar besloot ze zichzelf in een wierbed te begraven. Het opmerkelijk was, dat ik er niets van heb gemerkt. Terwijl ik Dennis aan de telefoon heb meld ik hem dat ik ga opruimen. Dan zie ik dat de lijn van de rechter stok snaarstrak staat. De hele handel zit muurvast in het wier. Door de hengel rond te trekken en verder af te wachten, komen ze soms toch rustig uit het wier gezwommen. Zo ook deze keer. Ik denk met een brasem van doen te hebben, zelfs als er een meter of zestig uit de kant een grote staart uit het water komt. Dennis maakt alles live via de gsm mee. Gedwee laat ze zich het net in leiden. Het eerste wat me opvalt is de onregelmatigheid in het schubbenpatroon op de rechterflank. Kan niet missen, jou ken ik.


2010…


...& 2011.

Nogmaals, ik heb niets te klagen. Wie tekent er nou niet voor om ergens alleen te kunnen vissen in een schitterende omgeving. Anderzijds moet ik het gevoel niet bagatelliseren. Je voelt wat je voelt en dat kun je maar beter eerlijk onder ogen zien. Er knaagt namelijk toch wat. Ga ik nu al regelmatig dubbelen? En dan die drie grote vissen die ik vorig jaar zag? De kleinste zal 45 pond hebben gewogen. Leven ze nog? Zo ja, waarom heb ik die nog niet gevangen? Ik weet maar al te goed dat je nooit het hele bestand kunt vangen. Er blijven altijd vissen over die er niet uitkomen. De grote schubs van Longfield die enkel in de begin jaren door Ritchie Mc Donald werden gevangen en daarna decennia niet meer. De grote schub van “The Mere”, de goudkarper van het Surfmeer, de … enzovoorts.

Vooralsnog ga ik een tijdje door. Een paar weken vakantie hebben me goed gedaan. Even afstand nemen om er weer fris tegen aan te kunnen. We hebben nog een stuk zomer en een heel najaar te gaan. Ik merk dat ik razend nieuwsgierig ben wat er nog meer zwemt op deze grote plas. Ik accepteer het gegeven dat, als ik daar achter wil komen, er nog meer hervangsten zullen volgen. Het is deze kleine nuance die me nieuw elan geeft. De doelstelling is nu niet meer “zoveel mogelijk vangen en grip op het water krijgen”. Ik ga me richten op nieuwe vissen. Kan ik daar invloed op uitoefenen? Ik denk het wel. Ander aas zou wellicht de sleutel kunnen zijn. Daarover de komende weken meer.


Nieuwe voermethoden…

Vangze,
Arjen.