Extrêmement dur in de Extremadura? (2)

De Allrounder 

Extrêmement dur in de Extremadura? (2) 

Door Bart Debaes 

Helaas heeft het weerbericht overvloed van gelijk gekregen. We staan op met regen, en het zou zowat de ganse dag niet stoppen. De stemming onder ons vissers heeft er echter weinig last van. We trekken vandaag naar de brug waar mijn voorgangers vorig jaar uitstekende vangsten deden.

Er ligt daar een oude rivierbedding en zeker op de ex-oevers van deze 20m diepe gelegen rivier lagen vele snoeken te wachten op vertikaal gepresenteerd aas. De brugpeilers waren ook prima geweest, en laat er daar nu ook een heleboel van zijn.


Honderden meters lange brug met vele pijlers.

We hebben wat geluk dat de regen wat mindert terwijl we alles optuigen. Daarna vertrekken we met z’n allen naar de brug. De verwachtingen liggen hoog, maar ze worden niet ingelost. Als we de ganse bruglengte hebben afgeverticaald zonder één aanbeet, weet Tom heel wat verderop een ondiepe baai liggen.

Daar hadden ze de vorige winter geen succes gehad, maar het zou nu wel eens helemaal anders kunnen zijn; in de lente. Zeker met de wetenschap dat de snoeken hier al hebben gepaaid, is het mogelijk dat er nog hongerige mama’s en papa’s rondhangen.

We verticalen de ganse oever er naartoe af. Deze gaat overal snel naar de diepte. Zoals bij elk stuwmeer loopt de bergflank namelijk onder water gelijk door. Ik blijf verticalen, Tom schakelt over naar een snelduikende plug. Eenmaal krijgt hij een klap, maar het levert niets op.

De baai zelf is een schitterende stek. Zoiets nu in deze periode in Ierland, is een quasi zekerheid op vis. Aan de monding ligt een plat stuk op acht meter diepte dat traag oploopt tot anderhalve meter halfweg de baai. Vanaf dat stuk staat het bijna vol waterplanten, en verloopt het veel trager tot het water eindigt in een rotsbeekje.

Hier en daar verschijnen grote silhouetten op ons scherm op halve diepte. Eerst denk ik aan snoek, maar de vissen reageren nooit op ons kunstaas. Waarschijnlijk dus karper die ligt te wachten op warmte om aan de jaarlijkse orgie te beginnen. In het ondiepste deel wil ik de vis niet verschrikken door mijn peddelgolven, dus 'beach' ik mezelf op de oever. Er ligt iets vreemds in de kant. Het blijkt het kadaver te zijn van een schaap.


Arm schaap.

Ik werk de paar honderd meter af met spinnerbaits, ondiep lopende pluggen, en jerkbaits, maar hoe mooi de stekken ook zijn, er gebeurt wederom niets. Ik kan het niet helpen, maar opnieuw katapulteert mijn geest me naar Ierland. Ik weet ondertussen wat de makkers daar vorige week vingen, sommigen gingen dik over de 100 snoeken, (met weliswaar veel minder warm weer,) maar ik stel me opnieuw de vraag als ik er goed aan deed om voor Spanje te kiezen. “C’est vraiment extrême dur ici, en Extremadura”.

Om mijn gemoed nog wat af te krikken komt een koud gevoel op aan de hiel van mijn rechterlaars. Ik hoop dat het de vermoeidheid is die me waangevoelens laat gewaarworden, want een lek pak heb ik nu helemaal niet van doen.

We zoeken opnieuw het diepere water op. Een behoorlijk stuk uit elkaar ploegen we tegen de stevige wind in, op zoek naar de plaatsen waar de vis wel ligt. Op die manier krijgen we alvast geen regen meer in het gezicht.

Gids Justo had al grote vraagtekens bij onze keuze gezet, en het blijkt dat hij er niet naast zat. Hij stelt voor om nog voor een paar uurtjes te verkassen. Het voorstel wordt vlot aanvaard. Met de wind mee roepen we naar de verre Maikel. Hij lijkt ons te kunnen verstaan.

Wat hij terugroept komt niet voldoende door, maar hij komt ook naar de oever. Gelukkig, want het is al na vier uur en opnieuw zit het middagbroodje bij hem in de waterdichte tas.

Maikel is echter niet zo overtuigd als het wel een goed idee is om te verkassen. Hij ving ondertussen al drie snoeken, loste er een paar, en miste ook nog wat beten. Dit alles gebeurde op diepten tussen de 18 en 25 meter! Gelukkig heeft de snoek geen last van trommelzucht. We kunnen hem toch overtuigen om mee te vertrekken. Ook nu is de regen wat minder als we aftuigen.


Wat minder regen.

Mijn rechterlaars staat ondertussen al tot boven mijn kuit gevuld met lekker fris stuwmeerwater. Het is de snee, die ik ooit opliep aan een scherpe mossel, die opnieuw is open gegaan. Vreemd dat de Stormsure is gelost, normaal is dat een prima product, waarschijnlijk heb ik het stuk te weinig ontvet. Hopelijk kan ik dit Arca neopreenpak nog herstellen. Ik ben er echt wel tevreden van. Het bleef nu al meerdere jaren lekvrij, iets wat bij waadpakken met grotere merknamen en dikkere prijzen al meermaals niet het geval was.

Justo haalt aan dat hij meerdere pakken in reserve heeft liggen, en dat ik die gerust mag gebruiken voor de rest van de week. Voor de laatste uren echter, zal ik aan dat nat pak wat mijn voeten moeten vegen.     

Tijdens het verrijden blijkt de regen op te houden. Aan de nieuwe stek staat een groot plakkaat met de te verwachten vissoorten er op. Een soortenjager kan hier zijn hart ophalen, maar het kilometers lange stuwmeer staat vooral bekend voor zijn blackbass.


Een uitdaging voor soortenjagers.

Er ligt een lange trailerhelling. Gans de weg naar het water herinnert het gesop aan mijn rechtervoet me er aan dat er straks weer water zal worden bijgetankt.

Het eerste stuk daalt traag af naar een meter of 10. Na tien minuten hoor ik een triomfantelijke kreet, Maikel heeft een blackbass gescoord. Dat geeft moed. Vijf minuten later komt bij hem de tweede boven. Hij ving ze boven acht meter water op een klein bruin comodoshadje.

Als ik dezelfde diepte bereik komt ook bij mij de eerste tik, maar die levert niets op. Twee tikken later draai ik dan ook mijn eerste blackbassje boven op mijn vertrouweling: een bruine X10 van Brightbaits. Veel dril komt er niet aan te pas, maar het “gustje” vult mijn kinderhand toch vrij gemakkelijk.

De opnieuw opgekomen regen liet me vergeten dat mijn eerste vangst van een trip normaal wordt gefotografeerd. Maar ja, na dit snel succes komen er nog wel een pak bij zeker,   euch……waarschijnlijk,     euch …..hopelijk.


We peddelen de, opnieuw grote, oppervlakte in.

De wind valt wat af, en we zwermen uit over de opnieuw grote oppervlakte. Ik probeer de 8-10 meter aan te houden, wat met het snelle bodemverloop geen sinecure is. Beide anderen zoeken diverse diepten af. Er blijkt niet veel lijn in te liggen in de vangsten. Er wordt op zowat elke diepte gevangen, tot op 20 meter toe. Toch krijgen we de meeste aanbeten tussen de 8 en de 11 meter. Het beetje late zon laat me de laatste vangst wat zonniger fotograferen. Het is een wat grotere bass dan daarnet.


Mijn laatste van de dag.

Ik kom uiteindelijk toch maar op twee stuks uit, van de acht gekregen aanbeten in deze laatste twee uur. Ik heb er wel zes shads moeten voor opofferen. Vreemd, de anderen hingen zelfs bijna nooit ergens aan vast. Het kostte telkens weer wat tijd om een nieuw een staalkabeltje te bevestigen. Behoorlijk wat frustratie ook, als ik na twee verticaalbewegingen opnieuw muurvast kom te zitten, en wat later weer hetzelfde liedje, grrrr.

Tom miste minder beten, en raakte aan vier stuks. Maikel bewijst opnieuw dat hij de beste verticaler is en raakt aan 10 stuks. De gevangen blacks konden allemaal broers en zussen zijn geweest, ze verschilden niet veel van formaat.

Ik zit ondertussen al aardig te rillen. De temperatuur valt naar beneden en mijn rechterlaars zit al zo vol water dat het al ferm aan het overlopen is naar mijn linkerbeen. Die laars staat ook al halfvol. (Is dit nu ook optimistischer dan halfleeg?)

Daarenboven is er niemand van de groep die nog droog zit onder zijn jas. De ganse dag regen zorgde eerst voor natte ellebogen, daarna voor natte schouders, en beetje bij beetje was er niet veel droogs meer terug te vinden op onze huid.

De wind start weer op, maar hij stuwt ons gelukkig naar de juiste oever. Mijn energiepeil staat al weer heel laag. Ik verlang al naar de warme douche, en naar de ruime warme maaltijd die ons wacht.

Pech blijft me echter achtervolgen. Naast de teveel gemiste aanbeten, de verloren shads, het ingelopen waadpak, en de doorregende jas, blijkt nu ook dat de verwarming in het pension het begeven heeft. Eerst sloeg ik er niet direct veel acht op, ik dacht gewoon dat ik te koud had. De douche zag er dus eerst heel aanlokkelijk uit, tot het water een tijdje stond te stromen.


Aaaach, bijna een lekker warme douche.

Ik sta te bibberen naast de ijskoude straal, die maar niet warmer wordt. De moed zinkt me nu wel helemaal in de euchhh……..ijskoude voeten. Wie had dat nu gedacht dat ik zo koud zou hebben in Spanje! “Cest dur et extra frois en Extremadura”.

Eten zal ik dus moeten doen om er weer wat bovenop te komen. Snel droge kleren aan en op weg. Mijn keuze van voorgerecht valt ook al tegen. Gaspacio, de koude Spaanse soep wou ik al zeker niet, dus koos ik voor de gebakken pepers, kwestie van goed op te warmen. Bleek dit gerecht ook ijskoud te worden geserveerd!


IJskoude gebakken pepers.

De gegrilde kip met een stevige portie frietjes brachten uiteindelijk soelaas. Het stuk taart achteraf smaakt met het bakje hete koffie heerlijk. Ondertussen waren we gemakkelijk tot het besluit gekomen om het laatste water van de dag grondig te herpakken. Zoveel actie in anderhalf uur; wat zullen we genieten als we er morgen een ganse dag kunnen op vertoeven!

Bij de terugkomst op onze kamer voelt het geheel vochtig en koud aan. Alles is nog even nat als daarnet, ze komen pas morgen de verwarming herstellen. Toch heb ik geen slaapliedje nodig om als een blok in slaap te vallen.

Bart Debaes

ANDEREN LAZEN OOK