Extreem diep met de matchhengel in de winter (2)
door Willem Stolk
Praktijk
In dit tweede deel van het vissen met de matchhengel op diep water beschrijf ik een dag vissen in de Lithse Ham. De Lithse Ham is een zandafgraving die in verbinding staat met de Maas. Het is een water met enorme verschillen in dieptes. Regelmatig vis ik ook op snoekbaars vanuit de boot en dan zie ik de grillige bodemstructuur op mijn beeldscherm. Tijdens deze dagen let ik goed op en gebruik de informatie die ik via mijn beeldscherm krijg ook later tijdens het witvissen. Ik kijk vooral in de winter waar de grote scholen vis zich ophouden en op welke diepte.
Peilen
Nadat ik mijn spullen binnen handbereik heb geplaatst maak ik mijn hengels klaar. Twee hengels voorzien van molens uit de 4000 serie. De keuze voor deze molens is simpel, ze hebben een grote spoel waardoor lijnafgifte gemakkelijker gaat en dit heeft weer voordelen met werpen. De nylon heeft een diameter van 12/100 zonder voorslag. De hengels die ik gebruik voor het schuivend vissen hebben een lengte van 4.20 meter en een zachte actie. Met deze hengels kan ik goed uit de voeten zowel tijdens het werpen, aanslaan en drillen.
De stuitjes heb ik gemonteerd zoals ik in deel 1 heb beschreven alsmede het kraaltje, slider en lood.
We beginnen met peilen. Omdat ik weet dat het op deze plaats dieper is dan 10 meter begin ik allereerst mijn stuitjes te verschuiven. De stuitjes worden op ongeveer 11 meter diepte geplaatst en ingeworpen. Het ingooien met een slider doe je rustig vanuit stilstand. Ik werp ongeveer dertig meter uit de kant in en laat mijn beugel open staan. Let op, laat geen bocht in de lijn komen anders drijft de slider weg. De beugel blijft open staan om te zorgen dat het lood zo snel mogelijk af kan zakken. De rest is eigenlijk simpel, komt het lood op de grond te liggen dan gaat de slider niet staan. In dit geval gaat de slider gewoon op zijn uitgelode positie staan, wat wil zeggen dat de stuitjes verder omhoog, dus dieper, geschoven moeten worden. Na nog een aantal worpen gaat de slider plat liggen, het lood ligt op de grond en ik schuif de stuitjes per 10 cm terug, ondieper. Op deze manier wordt er gepeild en het hoofdlood ligt nu een aantal centimeters boven de grond.
We beginnen met het belangrijke peilen…
Voeren
Nu de diepte bekend is, neem ik dit over op mijn tweede hengel. Ik gebruik twee hengels met verschillende gewichten sliders om te kijken welk gewicht het meest effectief is. Hengel 1 met een slider van 8 gram en hengel 2 met een slider van 12 gram. De afstand waar ik gepeild heb, heb ik in eerste instantie gefixeerd op het klipje van de molen. Er kan dus niet verder geworpen worden dan het klipje. Ik gebruik ook wel eens een touwtje om mijn afstand te markeren (in een volgend artikel meer hierover). Nadat de slider op de gewenste plaats is geworpen is het tijd om te voeren. Vandaag gebruiken we kant en klare brasemmix. Het voer wordt in drie gedeeltes nat gemaakt, zodat het vocht er goed in kan trekken. Een tiental voerballen ter grootte van een manderijn worden klaar gemaakt en richting dobber geschoten. Bij het schieten richt ik de katapult wat omhoog, waardoor de bal mooi in het water valt en niet gaat ketsen. Zou je in een strakke lijn naar de dobber toe schieten dan gebeurt het vaak dat de voerbal kapot gaat of doorschiet voorbij de slider. Ik maak een voerplek van ruim twee meter rondom mijn slider. Dit lijkt groot maar in de praktijk is dit absoluut geen bezwaar immers je kan een dobber geen uren achter elkaar op de vierkante meter gooien en een flinke school brasem zwemt ook niet op een vierkante meter.
Vissen
Nadat de tien ballen te water zijn gelaten volgen nog een vijftal ballen voorzien van maden en casters. Een mooie verdeling en niet te veel. Overdaad schaadt, zeker in de winter. Nadat ik gevoerd heb monteer ik mijn onderlijn. De onderlijn heeft een lengte van 80 cm en daarop zit haak nr 16.
Het is even afwachten hoe de vis aast. Na een klein half uurtje komt de pen langzaam omhoog, met een zijwaartse aanslag voel ik een vis. Hij geeft tegengas genoeg en het is prachtig om een vis te drillen vanuit de diepte. Een mooie brasem glijd in het landingsnet. De haak beaas ik met twee maden. Ik werp opnieuw in en hou contact met de slider door even aan de molen te draaien. Net als ik de slider iets verplaats, schuift hij onder. Opnieuw buigt de hengel magnifiek door en al snel is de tweede brasem een feit. Het lijkt erop dat er voldoende vis zit op mijn voerplaats. Na nog drie brasems en besluit k met beleid een tweetal voerballetjes, voorzien van pinkies, bij te schieten.
Een stel mooie voorns lopen er tussendoor…
De vis gaat steeds gretiger azen en er worden echt mooie vissen gevangen. In een vast ritme blijf ik nu kleine voerballetjes schieten. De vis lust er wel pap van, ik vang regelmatig door. Af en toe komt er een mooie voorn aan wal waarop ik besluit de lichtere slider in te zetten. Deze 8 grams slider wordt voorzien van een onderlijn van 60 cm met haak nr 18 en beaasd met een enkele caster. Ik schuif de stuitjes iets omlaag, ondieper. Kijken of ik wat voorns kan verschalken …. Na een drietal missers is het raak en een mooie voorn is de prijs voor mijn inzet. Af en toe verschijnt er een leuke voorn boven het net maar de brasem heeft de overhand. Toch maar weer de zwaardere slider inzetten, om het aas rustiger aan te bieden. De rest van de dag blijf ik brasem vangen. In totaal vis ik zo’n dertig platten bij elkaar en wat voorn. Een mooie dag met voldoende vis ontrokken uit de diepte.
Vissen met de matchhengel op grote diepte… heel speciaal en vaak ook nog effectief.