Extreem diep met de matchhengel in de winter (1)
door Willem Stolk
De herfst is een feit en de winter is op komst. Vele voorns en brasems gaan samenscholen om zo de winter door te komen. Hoe kouder het wordt des te meer zakken ze af naar de diepere gedeelten van het water.
De temperatuur is daar stabieler en het natuurlijke aas dat in de zomerperiode in de ondiepere gedeeltes te vinden is, is er niet meer. Een vis is koudbloedig en neemt de omgevingstemperatuur aan. Is het extreem koud dan nemen de lichaamfuncties af waardoor ze weinig energie, dus voedsel, nodig hebben. Grote schommelingen in de temperatuur van het water, vraagt iedere keer opnieuw aanpassing van hun gestel. Gaan ze echter de diepte in, dan is daar meer stabiliteit waardoor ze in alle rust kunnen overwinteren.
Ons land kent gelukkig vele diepe zandafgravingen. Afgravingen die op zichzelf staan maar ook diverse plassen die in verbinding staan met rivieren. Deze afgravingen bieden de vis uitstekende mogelijkheden om in de wintermaanden af te zakken naar de donkere diepten. Ik vang met de matchhengel vis op diepten van meer dan 15 meter en ik kan je verzekeren dat dit echt prachtige sport geeft. In deel 1 zal ik eerst ingaan op een aantal technische zaken zoals ik met de matchhengel vis en in deel 2 wordt het een en ander in de praktijk gebracht.
Willem vorige week in actie met de matchhengel
Laat die slider maar schuiven
Om op dieptes te vissen van meer dan 5 meter moeten we al snel denken aan een schuifpen, ook wel slider genoemd. Een slider is een dobber die schuift over de lijn totdat hij niet meer verder kan. Dit kunnen we bereiken door een stuitje te maken op de hoofdlijn. Dit stuitje zorgt ervoor dat de dobber niet verder kan schuiven. De plaats van het stuitje bepaald dus de diepte. Schuif je het stuitje omhoog dan wordt het dieper en schuif je hem omlaag, richting lood dan vis je ondieper. Het klinkt simpel en dat is het in feite ook als je een aantal zaken goed op elkaar afstemt. De volgende zaken behoeven extra aandacht:
1. dikte van de hoofdlijn
2. type schuifdobber
3. het maken van stuitjes
4. gebruik kraaltje
5. de loodzetting
Deze vijf zaken zijn echt belangrijker dan bijvoorbeeld het type hengel of molen welke je gebruikt. Je kan een super hengel en molen hebben maar als de bovengenoemde zaken niet voor elkaar zijn dan is het tobben geblazen. Ik zal in het kort het een en ander toelichten wat noodzakelijk is om te weten.
Dikte hoofdlijn
In principe is de keuze van het gebruik van de hoofdlijn afhankelijk van het gewicht waar we mee vissen. Ik vis t/m 8 gram met 10/100 en t/m 15 gram met 14/100. Vis ik dicht bij de kant, 15 tot 20 meter en bijt de brasem goed, dan vis ik met 16/100. De reden dat ik zo dun mogelijk vis, ligt in het feit dat ik hierdoor verder kan werpen. Ik moet vaak meer dan 30 en soms wel 45 meter uit de kant vissen om bij de vis te komen. Om dit optimaal te kunnen bereiken moet alles op elkaar zijn afgestemd. Dikke nylon geeft teveel weerstand door de kleine ogen van de matchhengel.
Regelmatig gebruik ik een voorslag van dyneema of nylon. Dit doe ik om probleemloos zwaardere dobbers naar de voerplek te werpen. Is het bijvoorbeeld 12 meter diep dan gebruik ik een voorslag van 15 meter. Voordeel hiervan is dat het eerste gedeelte is opgewassen tegen de velen malen werpen. Tweede voordeel is dat de dunnere nylon die achter de voorslag zit gemakkelijker van de spoel afkomt waardoor verdere worpen mogelijk zijn.
Gebruik een hoofdlijn waar niet teveel rek in zit, vooral als je ver vist kan dit nadelig zijn. Vervang vooral de dunnere nylon na een aantal malen vissen, het slijt sneller dan je denkt en voorkomt het verspelen van de vaak kostbare sliders.
Verschillende modellen…
Type schuifdobber
Welke dobber het meest geschikt is om schuivend te vissen is naar mening de onverzwaarde sliders. Deze dobbers werpen het beste omdat het lood, wat nodig is om de dobber te doen staan, de slider als het ware meesleurt. Dit kan als de slider onverzwaard is. Is de slider verzwaard dan heb je twee relatief gelijke gewichten op verschillende plaatsen op de nylon. Dit werpt niet prettig en geregeld zal de boel in de war komen. Gebruik je onverzwaarde sliders dan is het peilen ook een stuk eenvoudiger. Wanneer namelijk het hoofdlood op de grond ligt, dan zal de dobber niet gaan staan. Gebruik je een verzwaarde slider, dan zal deze toch gaan staan ondanks dat het lood op de grond ligt. Veel vissers gebruiken te lichte dobbers, een veel gemaakte fout. Vis je op dieptes van 5 tot 15 meter of meer, gebruik dan dobbers met een gewicht vanaf 6 gram. Dit lijkt zwaar maar geloof me het werkt uitstekend. Je zal minder problemen hebben met werpen en afstanden van 40 meter zijn haalbaar.
Siliconenoog… Dan hebben we nog het oog wat onder aan de slider zit, deze mag groot zijn zodat de nylon zo min mogelijk afgeremd wordt. Kies je voor een slider zonder oog dan kun je met een stukje siliconeslang en een wartel een perfect oog maken. Druk de wartel in de slang en duw deze over het staafje van de slider. Eenvoud is troef.
Maak je eigen kraaltjes
Dit artikel beschrijft een aantal zaken welke helaas nauwelijks te koop zijn. Het kraaltje moet zo groot zijn dat hij niet door het oog van de slider en het topoog van de hengel kan. Zou dit wel gebeuren dan valt er niet te vissen. Tevens moet het gaatje in het kraaltje zo klein zijn dat het stuitje er niet doorheen kan. Deze kraaltjes heb ik tot nu toe nog niet aangetroffen in de winkels en geloof me ik heb alles doorzocht. Door dit feit ben ik zelf aan de slag gegaan, grote kraaltjes zijn wel te koop maar het gaatje wat erin zit is te groot. Toch gebruik ik dit kraaltje.
Zelf boren kan ook Ik boor met een boortje van 0.8 mm een gaatje in het kraaltje aan de andere kant van het bestaande gat. Hierdoor krijg je het perfecte kraaltje, groot genoeg zodat hij niet door het topoog van de hengel kan schieten en het gaatje in het kraaltje is klein genoeg om afgestopt te worden door het stuitje. Het is even prutsen, maar je wordt ervoor beloond.
Maak je eigen stuitjes
Over het gebruik van stuitjes kan ik kort zijn. Stuitjes zijn nodig om de slider af te stoppen zodat de “visdiepte” is bereikt. Gebruik je de bekende stuitjes op de naald, dan zal dit veel problemen geven met werpen. De stuitjes blijven achter de geleideogen van de hengel zitten waardoor veel ergernis ontstaat. Maak dus gewoon je eigen stuitjes van nylon. Ik maak zelf stuitjes van 10 of 12/100. Een gewone haakknoop met 12/100 op de nylon is uiteindelijk een perfect stuitje. Bij het aantrekken van het stuitje maak je de nylon even vochtig zodat de knoop netjes op zijn plaats komt. Vervolgens knip je de uiteinden kort af, laat ongeveer 2 mm zitten. Doordat je nu een klein stuitje hebt is werpen geen probleem meer. Persoonlijk gebruik ik twee stuitjes zo’n tien centimeter uit elkaar. Dit tweede stuitje is reserve, het komt wel eens voor dat er een af gaat. Op deze manier verlies je de diepte niet en kun je gewoon verder vissen. Zijn de stuitjes eenmaal klaar dan tip ik ze aan met een viltstift, de stuitjes hebben dan een klein laagje over de knoop waardoor ze beter blijven zitten. Een klein druppeltje lijm kan ook maar is wel riskant, de nylon kan oplossen door eventueel agressieve stoffen die in de lijm zitten.
Dobber-kraaltje-stuitje…
Loodzetting
De loodzetting is ook een schakel op weg naar succesvol vissen met de slider. Is deze schakel niet in orde dan zal men veel hinder ondervinden tijdens het werpen. Een onderdeel van het schuivend vissen dat ook een aantal regels tekst behoeft.
Gebruik ik bijvoorbeeld een dobber met een gewicht van 10 gram dan is mijn bulklood een loodje van 9 gram. Dit 9 grams loodje fixeer ik boven en onder met een klein kraaltje lood (nr 4) en vervolgens plaats ik boven het bulklood een loodje (bb). De afstand waar dit loodje (bb) komt is zeer belangrijk, 1 ½ keer de lengte van de slider is de afstand waar het loodje komt te zitten. Het loodje stopt de slider af, boven het bulklood. Zou ik dit niet doen en de slider bovenop het bulklood laten rusten dan is werpen een crime. Onder het bulklood kan ik enkele kleine loodkorrels plaatsen al naar gelang het azen van de vis. Gebruik ik een voorslag van bijvoorbeeld dyneema dan maak ik net onder het loodje van het bulklood een knoopje. Dit knoopje zorgt ervoor dat het bulklood niet kan verschuiven.
Ik doe dit overigens ook bij het loodje wat de slider afstopt. Met een voorslag van bijvoorbeeld 14/100. In deel 2 gaan we bovenstaande in de praktijk uitproberen.