Eerste zalmuitzetting in de Roer sinds 100 jaar
Bron: Sportvisserij Nederland
Voor het eerst sinds honderd jaar zullen in de Roer weer zalmpjes worden uitgezet. Op donderdag 25 maart gaan in het kader van het project ‘Living North Sea’ bij St. Odiliënberg 200 jonge zalmen te water. Daarvan zijn er 100 van transponders (zendertjes) voorzien om de migratieknelpunten die de vissen de op hun weg naar
zee tegenkomen in kaart te brengen
Een volwassen Atlantische zalm (Foto Jan Kamman)
Tot 1910 werden op diverse stromende wateren in Nederland kleine zalmpjes uitgezet om de visserij op deze soort in stand te houden. Dat lukte helaas niet: rond 1950 stierf de Atlantische zalm in zowel de Maas als de Rijn uit. Sinds 1986 wordt er gepoogd om de zalm middels uitzettingen weer terug te brengen in de Rijn en Maas - en vooral in het stroomgebied van de Rijn begint dit programma de laatste jaren zijn vruchten af te werpen.
De uitzetting op donderdag 25 maart dient een heel ander doel: het individueel volgen op hun reis naar de Noordzee van de honderd zalmpjes die operatief van een zendertje zijn voorzien. Dit gebeurt door middel van een uitgebreid netwerk van antennes die door Rijkswaterstaat op strategische plaatsen (stuwen, sluizen, splitsingen, vispassages en waterkrachtcentrales) op de bodem van waterwegen zijn geplaatst. Zo kan worden vastgesteld welke route de vissen volgen, waar de grootste knelpunten zitten en hoeveel zalmpjes uiteindelijk de Noordzee bereiken.
Van de honderd zalmpjes met zender zullen hopelijk tussen de tien tot twintig exemplaren de Noordzee bereiken. De in de Limburgse Roer uitgezette vissen komen namelijk nogal wat knelpunten tegen op hun weg naar zee: de waterkrachtcentrale bij Roermond (met visgeleidingssysteem), de waterkrachtcentrale bij Lith/Alphen (zonder visgeleidingssysteem, zodat vissen grote kans lopen in de turbines te worden verhakseld) en vermoedelijk de Haringvlietsluizen.
Een grilse (Jacobszalm) die 1 jaar op de oceaan heeft doorgebracht, is naar de Nederlandse Roer teruggekeerd (Foto Thijs Belgers).
Daarbij zijn roofvissen (snoek, snoekbaars en roofblei) en aalscholvers ook verantwoordelijk voor verliesposten. De zalmen die wel de zee bereiken, brengen vervolgens een tot drie jaar op de Atlantische Oceaan door alvorens weer terug te keren naar de Roer.
Dit onderzoek maakt deel uit van het EU-project ‘Living North Sea’. Hierin werken verschillende organisaties uit alle landen aan de Noordzee met elkaar samen om de migratie van vissen tussen zoet en zout water te bevorderen. Sportvisserij Nederland is in Nederland trekker en initiatiefnemer van dit project.
Bij dit deelproject wordt intensief samengewerkt met diverse organisaties in binnen- en buitenland, waaronder Rijkswaterstaat-Waterdienst, VBC Roerdal, Waterschap Roer en Overmaas, Vereniging Nederlandse Vliegvissers, Sportvisserij Zuidwest Nederland en Sportvisserij Limburg.
Meer informatie, kijk op www.sportvisserijnederland.nl