Een waardige en respectvolle snoek
Door Ron Smits
Zaterdagmiddag 07 december 2013, het regende en er stond wat wind. Ik dacht nog vaak aan de snoek, die ik een anderhalve maand geleden miste. In het najaar had ik gevist in een klein beekje in het dorp. Het was een water, geheel dicht onder het kroos, waar bijna niet gevist werd.
Het is maar vijfenzeventig tot negentig centimeter diep met op de bodem heel veel waterpest. Er was maar dertig tot vijfendertig centimeter bevisbaar water. Ik bevestigde een Salmo Perch met oorlogskleuren, fel geel/groen.
Een beetje hard op het water ingooien, zodat de wobbler door het kroos sloeg. Hierdoor kon ik hem weer bijna normaal binnen vissen. Deze wobbler wil drijven als je hem stil houdt. Als de wobbler bijna boven was, viste ik hem weer langzaam of met kleine rukjes binnen. Ineens was er een grote kolk onder water en een tik op mijn hengel.
Helaas greep de snoek mis. Direct weer verder vissen, maar geen enkel teken van snoek. Een ander kunstaasje van Salmo gemonteerd, de Skinner in natuurlijke kleuren. Vanuit een hele andere hoek probeerde ik de snoek alsnog te verleiden, en kreeg jammergenoeg geen enkel teken van leven. Teleurgesteld ging ik het ergens anders proberen. Sinds die tijd liet die snoek mijn gedachten niet los. Ik had hem of haar immers niet gezien.
Slimme snoek, een waardig tegenstander.
Op bovenvermelde dag dacht ik: "En nu gaat het gebeuren, je bent van mij." Ik koos aan het beekje weer voor de Salmo Perch in oorlogskleuren. De tweede worp zag ik mijn kunstaas weer naar me toekomen. Plots was het weg. Ik draaide normaal door, een kolk, een klein tikje op mijn hengel en daar was mijn kunstaas weer.
Hij liet het gewoon los, terwijl ik niets gewaar werd aan de hengel. Het enige wat ik zag was dat de snoek het kunstaas pakte en waarschijnlijk gewoon mee zwom. Geen harde dreun, niets. Weer was de snoek mij te slim af.
Nog eens geprobeerd, maar geen aanbeet. Wel zag ik dat het kunstaas de snoek op een tien tot twintig centimeter passeerde. De snoek keek niet eens meer naar de wobbler. Weer de Skinner in neutrale kleuren bevestigd en een meter of tien naar links en naar rechts gevist. Eigenwijs als ik ben heb ik de Perch in oorlogskleuren opnieuw gemonteerd.
Eerst naar links en daarna over de plaats waar ik hem zag, maar ook niets. Hierna maar weer naar rechts. Langzaam duikt de Perch naar het groen, om dit aan te tikken en weer langzaam naar de oppervlakte te komen. Weer dook hij onder en weer verdween de Perch uit het zicht. Zonder ook maar iets te voelen op mijn hengel, terwijl ik hem tergend langzaam binnen viste.
Nu maakte de snoek echter een kapitale fout. Ik was terdege voorbereid op zijn strategie en tikte de snoek vast. Een geweldige explosie in het ondiepe water, een prachtige vechtbocht in mijn tien grammer, fantastische sport, een superieur gevoel, en een paar tellen later lag de dikke snoek in het net op de kant.
Een klein, maar dapper baarsje.
Mijn schepnet was zestig centimeter en de snoek was iets groter. Bovendien was hij al los van het kunstaas. Daarom een snelle foto en de snoek kreeg weer de vrijheid. Hij zwaaide nog eens met zijn staart, een waardig en slimme tegenstander. Met nog even doorgevissen heb ik een baarsje weten te verschalken en ging ik voldaan naar huis.
Ron Smits