Door Fishing Guide Johan
Het houdt maar niet op met de overstromingen en de nasleep ervan. En elders zijn de bosbranden niet of nauwelijks te stoppen. Toch gaat ook het gewone leven door.
Zo kreeg ik deze week te horen dat Huub is overleden, 62 jaar oud. Ondanks zijn zwakke gezondheid stapte hij meerdere keren bij me in de boot. Dit ging moeizaam, maar het lukte ons om de zetel in het midden van de boot te bemannen en van hieruit met veel inzet en plezier te vissen. Na afloop hielp ik Huub weer uit de boot en bracht zijn spullen naar de auto. Nu is hij dus voorgoed uitgestapt.
Dat ik dan zelf nog zo fit mag zijn, ervaar ik als een kostbaar geschenk. En als Jöran me aan het einde van de middag belt of ik nog een paar uurtjes in wil stappen, sta ik eerder bij de helling dan hij. Met een vette grijns vraag ik hem "waar bleef je nou?". Het antwoord is een nog bredere grijns. Het eten schiet er even bij in voor mij, maar ik kan deze uitnodiging niet aan me voorbij laten gaan.
Het worden slechts een paar uurtjes, want dan komt er al weer zo'n vervelende stortbui over en daar hebben wij geen zin in. Zeker niet wanneer je weet dat dergelijke buien veel opvolgers meebrengen. Toch hebben we nog een poosje kunnen backtrollen in de stroom en daarbij een paar snoekbaarzen gearresteerd. Althans Jöran. Ik moet blijkbaar nog een beetje oefenen ........ Gelukkig maar!
Slepend weet hij ook nog twee vissen te vangen en zet mij, de opschepper, daarbij op zijn plek. Dat opscheppen doe ik overigens graag. En zoals gezegd, plotseling hield onze missie ook weer op en stonden we in de stromende regen de trailer met boot weer rijklaar te maken. Ik had het niet willen missen.
En dan vandaag, een gidsdag met JP. Deze verliep evenmin zoals gepland. Het weer gedroeg zich veel beroerder dan was voorzien. Ik had er wel al rekening mee gehouden, maar had minder wind verwacht en minder smerig water. Het smerige water zou de snoekbaarzen extra kunnen activeren, maar dit viel ook tegen.
Nog voordat ik in de boot stapte, trok ik mijn regenpak aan. Een pak waarbij ik me geen zorgen hoef te maken dat deze water door gaat laten. Ook niet als je er mee op de stoel zit. Het kost wat, maar dan heb je ook wat. En zo gingen we aan de slag. JP kon nauwelijks wachten om naar zijn favoriete stek te varen, daar waar hij een week geleden vanaf de kant een snoekbaars van 95 cm ving!
Omdat de stekken die we voordien aandeden geen enkele aanbeet opleverden, kwamen we vrij snel ter plekke. De regen had toen al een paar keer toegeslagen. Maar wij werden niet beloond voor de inspanningen die we verrichten. En met dit weer, wind en een hele harde stroming was de inspanning toch intenser als anders.
Ik stelde voor om te gaan slepen met pluggen, wat JP eigenlijk niet zag zitten. Bovendien gaf ik te kennen het bij één hengel te laten, iets dat hij anders nooit doet. Het was even de boot goed positioneren en toen kon ik de kant veilig aanvaren. De harde wind in de rug en regen de harde stroom op. Wij waren nog maar een paar meter onderweg en toen zat JP vast ...... aan een vis!
Een mooie zeventiger waarvoor de boot terug moest zakken op de stroom.
Ik stuurde de boot weg van de kant om hem op anker te leggen, iets dat nu weer mogelijk is met de nieuwe trimmotor. JP gaf te kennen dat ik mijn hengel in moest draaien, wat uiteraard niet ging, omdat ik met de boot stoeide. En zo zat mijn lijn in de zijne. Ik kon gelukkig bij mijn lijn komen en probeerde deze los te maken van de lijn waaraan ik de vis voelde knokken. Helaas ging het niet goed, maar door de speldwartel los te knippen van de lijn, kon er probleemloos verder worden gedrild.
Het ging om een flinke vis, die niet dichter bij kwam. Daarom liet ik de boot weer naar de vis drijven, daarbij de oever nauwlettend in de gaten houdend. Niet veel later kon ik de snoekbaars van 70 cm scheppen. JP was aardig overdonderd, maar overtuigd van zowel de mogelijkheid als het vissen met één hengel in dergelijke omstandigheden.
Dit smaakte naar meer en dit lukte ook nog. De tweede sleep langs hetzelfde object leverde een tweede snoekbaars op. Deze was minder groot en kon tot bij de boot worden gedrild. Groot was de verbazing van JP dat dit onder deze omstandigheden mogelijk was. Ik gaf hem te kennen (met een glimlach) dat hij goed naar de gids moest luisteren. Dit beaamde hij, ook wat de regen betrof.��
Helaas bleken deze paar vierkante meters de enige productieve stek, want de rest van de oever, langs de steenstort, leverde niets op. Vandaar dat we verder voeren om het bij de kribkoppen te proberen. Hier bleken we evengoed kansloos en zodoende zetten we onze zinnen op de ingang naar een zandput. Omdat we hier evenmin respons kregen, gingen we de volkomen verlaten put op.
Raar hoor, dat waar anders veel vermaak op en langs het water is, nu niets en niemand was te bekennen. Blijkbaar had men vanwege het hoge water alle bootjes weggehaald en het slechte weer maakte dat de oevers volkomen verlaten waren. Daar, op het heldere water, trokken we meerdere rondjes. En hoewel er op het diepere water heel veel vis aanwezig was, kwam er niet één in actie.
Een herinnering aan 29 mei, toen de zonnebril echt nodig was.
Dan op naar de volgende stek. Daar waar JP eind mei het heilige vuur van het jiggen ervoer. En hij had de slag nog steeds te pakken en wist in betrekkelijk korte tijd drie snoekbaarzen te vangen. Niet groot, maar wel actie. En dit deden we in afwisselend weer: regen en zonneschijn volgeden elkaar in rap tempo op. Ik wist me getroost door de wetenschap, onder het pak absoluut droog te blijven.
Voor JP lag dit anders. Hij had dit weer niet verwacht en zou na afloop van onze visdag nog doorreizen om zijn dochter op te pikken, die met het vliegtuig terugkeerde van vakantie. Hij zag zich echter genoodzaakt eerst terug te keren naar huis om droge kleren aan te trekken. In deze gemoedstoestand was het niet langer mogelijk relaxed te vissen. Honderden kilometers extra rijden op zo'n dag, is immers geen prettig vooruitzicht.
Zo kwam het dat we na een halve dag vissen besloten er een punt achter te zetten. De lucht bleef onveranderd dreigend en de wind bleef eveneens krachtig. Gelukkig konden we droog traileren en zag ik de natte schade die JP onder zijn regenkleding had opgelopen. Tja, er zat niets anders op; terug naar huis. Een reis die uitsluitend in droog weer en in zonneschijn plaats vond.
Hij liet me dit weten, terwijl ik onderweg met de boot de ene na de andere bui moest trotseren. Thuis gekomen zette ik de boot flink schuin achterover en trok de stop er uit. Het water gutste naar buiten! Ik was blij dat het er op zat en hoewel de middag inderdaad iets beter weer met zich bracht, was onze beslissing te stoppen m.i. de beste die we hadden kunnen nemen.
Dat deze onstuimige ochtend er wel flink in had gehakt bleek wel toen de slaap ons beiden aardig wist te overmannen. Het afhalen van JP's dochter kon gelukkig worden gedelegeerd. Nu, een dag later heb ik al weer zin om te gaan. Morgen in ieder geval, want dan zal het droog blijven, wordt er gezegd.
Al met al een rommelig gedoe, dat ik toch maar gelaten over me heen laat gaan. De Olympische spelen bieden de relativerende herkenning. Geluk en verdriet liggen dicht bij elkaar. En wij hebben geen jaren hoeven trainen om een topprestatie neer te zetten. Wij gaan heel vaak om plezier te beleven aan onze sport en hoeven niet te presteren. Hooguit datgene wat we ons zelf opleggen.