Een betere kunstaasvisser door minimaliseren (deel 3)
Door Berthil Bos
Al jaren geleden las ik in de bladen, dat vooral in de Scandinavische landen de Zaltplug wel erg succesvol was. Natuurlijk werd het beestje aangeschaft, omdat de snoek in ons land ook 700 tandjes heeft en groen van kleur is.
Ik begon er mee te trollen en ondanks dat de actie mij niet tegenviel waren de vangsten ronduit slecht. Bij het werpen hetzelfde resultaat en de Zalt verdween naar mijn eigen kunstaasmuseum. Ondertussen vierde de eerder genoemde dressuur hoogtij op mijn favoriete water, waardoor ik op zoek was naar een voor de snoek onbekend kunstaas (lees zwemactie).
Bij toeval zag ik een video van Uli Beyer, die al vissend de ene na de andere snoek wist te haken. Na het bestuderen van zijn vistechniek -waarom zou ik het wiel voor de tweede keer uitvinden?- heb ik de Zalt weer van stal gehaald en met wat andere aanpassingen al werpend Esox voorgezet.
De Zalt: van mislukkeling tot favoriet.
Na wat uurtjes uitproberen en oefenen kreeg dit 14 centimeter lange plugje een wel zeer aparte actie onder water. Het was zeker geen actie van een normale plug of jerkbait, maar iets wat ik nog niet eerder had gezien. De eerste gedacht die ik en mijn vismaat hadden, was dat als dit geen gedresseerde snoek zou verleiden, we net zo goed een andere hobby konden gaan zoeken.
Het in eerste instantie afgewezen kunstaas, bleek na wat investeren van tijd, tot één van de betere verleiders te behoren die ik de laatste jaren ben tegengekomen. Hieruit blijkt maar weer eens dat je het aas wat je aan je speld hangt ook een eerlijke kans moet geven en dan kom je er ook snel achter dat het geen zin heeft om wagonladingen kunstaas in de boot mee te nemen.
Een select gezelschap met één of twee nieuwelingen is ruim voldoende. Het ligt voor de hand dat het minimaliseren bedoeld is voor de bootvisserij, omdat de kantvisser al lang weet dat te veel ballast alleen maar in de weg zit tijdens een visdag.
In deel 4 gaan we eens kijken hoe we selecteren.