Duiken naar snoekbaars
door Diederik Terlaak Poot
De laatste 2 nachtduiken die ik gemaakt had waren me goed bevallen, niet in het minst omdat ik tijdens beide duiken een metersnoek had gezien. Het weer was nog goed en daarom besloten Detmar en ik om een van de laatste mooie dagen van dit jaar weer een duik te maken. Wij spraken tegen zonsondergang bij de put af.
Tijdens de laatste 2 duiken had ik een metersnoek gezien…
In het donker stapte ik uit bij de noordwest hoek van de plas. De maan die aan de overkant boven de plas stond, lichtte het gerimpelde oppervlak mooi uit waarbij de oever een zwart raamwerk vormde. Terwijl ik stond te genieten van de door de maan beschenen plas reed Detmar van de verharde weg het gras op.
Uitrustingstukken uit de auto, kleren uit en snel het pak aan, want in mijn zwembroek is het nu behoorlijk frisjes. Eenmaal in het pak is de kou echter snel vergeten en kan ik mijn 8 kilo zware loodgordel omdoen, gevolgd door het trimvest met achter op de fles. In het trimvest kun je naar keuze lucht inblazen of laten ontsnappen voor een neutraal drijfvermogen. In het trimvest zit aan weerszijden ook nog eens 2 kilo lood. Het lood is nodig om af te dalen omdat je met al je uitrustingsstukken en je pak een behoorlijk positief drijfvermogen hebt. Als alles om je heen hangt voel je jezelf topzwaar. In het water word je echter gedragen door de vloeistof en weeg je dus niets.
We sjokken klotsend en zwaar behangen door het ondiepe water naar de glooiing zo’n 30 meter verderop. Als laatste doen we onze zwemvliezen aan, zetten onze duikmaskers op, en stoppen de ademautomaten in de mond: klaar voor onder water! Het moment dat ik daadwerkelijk onder de waterspiegel verdwijn vind ik altijd weer een aparte gewaarwording. Je ligt met je gezicht onder water, laat met je linkerhand middels een drukknop lucht uit je trimvest lopen en voelt daarna hoe je begint te zinken.
Deze keer was het vinden van snoekbaars ons doel…
In de groenige waas hoor je het zuigende geluid van het inademen van lucht via de automaat en het borrelende uitblazen heel nadrukkelijk. Je zakt verder in de stille groenige wereld en voelt de druk op je oren toenemen. Even je neus dichtknijpen en dan blazen doet je oren “ploppen”, het zogenaamde “klaren” en het zakken gaat verder. We glijden langs de gelige zandglooiing naar beneden en komen na 4 meter in duidelijk helderder water terecht.
Onze lampen schijnen als gele bundels in de verder zwarte massa om ons heen. De altijd wel aanwezige kleine zwevende deeltjes in het water laten zien in welke richting je lamp schijnt. De bodem reflecteert het licht en is tot ongeveer 3 meter afstand goed te zien. We dalen steeds dieper totdat we op 8 meter, duidelijk voelbaar op de stukjes onbedekte huid rondom het duikmasker, de spronglaag passeren en in het koude diepe water terechtkomen.
We volgen de glooiing tot de uiteindelijke diepte van 17 meter waar niet veel leven valt waar te nemen in deze putten. Langzaam gaan we weer richting ondieper water. We vinden de licht hellende glooiing aan de rechterkant. Een heel verschil met de steile glooiing aan de noordoostkant die bezaaid is met allerlei richels, uitstekende keileemkluiten variërend in grootte van een voetbal tot een koelkast. Nee, dan is het hier net een woestijn waar je overheen zweeft: overal zandplaten en licht glooiende heuvels zonder vis. Ook op het iets steilere talud op 6 meter is niets te zien, op een verdwaalde pos na. We zijn halverwege als er aan de rechterkant een mooie verticale “rotswand” van zeker 2 meter hoog opdoemt met eromheen uitstekende kleikluiten. Dit is nu een plek waar ik roofvis verwacht, maar ook hier alleen de gebruikelijke posjes en een verdwaald klein baarsje. Pas als we deze “rotsformatie” voorbij zijn en weer boven de “woestijn ” terechtkomen wordt het onverwacht interessanter.
Op 6 meter diepte, bij een korte lage “zandvinger” die een meter of 4 meter de plas in loopt, ligt daar opeens een snoekbaars van zo’ n 55 cm. Even verderop staat een baars (ongeveer 35 cm) onder de “boog” van een op de bodem liggende dunne tak. Detmar ziet opeens weer een snoekbaars , die er vandoor gaat naar dieper water. Wij volgen hem de diepte in, en komen op een diepte van 12 meter op een grote plaat terecht. We kunnen de vis echter niet terugvinden.
De vis ging er vandoor naar dieper water…
Ik kijk op de drukmeter van mijn instrumentenconsole en zie dat in mijn fles nog maar 50 bar lucht is: tijd om aan de opstijging te denken. We proberen weer de glooiing te vinden, en dat lukt alleen maar met behulp van het kompas. Door in noordwestelijke richting te zwemmen vinden we het begin van de flauwe helling omhoog naar de ondiepte.
We zijn ongeveer tot 9 meter gestegen als we op de langzaam aflopende zandplaat midden op het zand - er was geen harde bodem, kleikluiten of wat dan ook in de buurt -een grote snoekbaars (75 -80 cm) zien liggen in de “woestijn”. We bekijken de vis ieder aan een kant maar deze aandacht wordt de snoekbaars blijkbaar te veel, en met een snelle sprint verdwijnt de vis de diepte in, grote stofwolken die zijn vlucht markeren, achterlatend. Het blijkt dat snoekbaarzen blijkbaar ook zomaar ergens op een kale zandplaat kunnen liggen terwijl er in de buurt wel harde structuur en obstakels aanwezig zijn. Maar dit zijn natuurlijk snoekbaarzen in rust.
Met duikmaat Hatte had ik eerder een plek op deze put verkend waar ik bellyboatend wel eens een snoekbaars ving op 9 meter diepte. Onder water bleek het daar bezaaid te liggen met harde keileemkluiten met daarop overal kleine groepjes mosseltjes die wit opschenen in onze lampen. Verder barstte het daar van de posjes. De combinatie structuur en potentiële aasvis verklaarde de aantrekkelijkheid voor actieve snoekbaars.
We volgen de glooiing verder naar boven. Op 5 meter diepte even een veiligheidsstop van 3 minuten en dan stijgen we naar de oppervlakte. Daar aangekomen blazen we onze trimvesten vol en drijven we met opgeblazen vesten heerlijk ontspannen in het warme spiegelgladde oppervlakte, terwijl we naar de sterren en de door de maan beschenen schapenwolkjes boven ons kijken. Je zou zo in slaap kunnen vallen in dit waterbed van 300 bij 400 meter. Na deze ontspannen pauze beginnen we aan de terugweg in de oppervlakte naar de plaats waar de auto’s staan. Detmar weet te vertellen dat we precies een uur en een minuut onder water zijn geweest…
Foto’s bij dit artikel zijn gemaakt door Ron Offermans.
Ook geïnteresseerd in duiken? Zie: http://home.wxs.nl/~ronoffer/duiken/
of www.duikplas.nl