TotalFishing

Dietmar Volgt… (1)

Zo zet je het shadje goed op de haak!

Door Dietmar Isaiasch

De actie en vangkracht van ieder zacht kunstaas wordt mede bepaald door de jighaak. Ten eerste door de manier hoe de haak in het kunstaas bevestigd is; de haak moet in een rechte lijn met de rug verlopen. Het zachte kunstaas mag dus niet scheef zitten en/of op de jighaak gepropt zitten, want dat heeft negatieve gevolgen voor de zwembeweging.

Om dit goed te doen leg ik de haak naast de shad en markeer vervolgens de plaats waar ik de haak het kunstaas wil laten verlaten. Vervolgens trek ik de jighaak door het rubber. Wanneer je dit goed doet ontstaat er ook een mooie grote haakbocht buiten het zachte kunstaas. En dat is belangrijk, want zo kan de haak optimaal prikken.

Ten tweede is de lengte van de haak belangrijk. Lengte wil in dit geval zeggen: de haaklengte die in het zachte kunstaasje zit. Dit haakgedeelte wat in het kunstaas zit maakt het kunstaas namelijk weer steviger en dat is niet goed voor de natuurlijke beweging van je kunstaas.

Bij shads, in welke vorm dan ook, is niet alleen de actie van de staart belangrijk, maar ook de actie van het gehele lichaam. Dus als het aas voor 75% zacht blijft omdat de haak maar voor 25% in het aas zit, is de beweging optimaal!

Juist als heel rustig/ langzaam gevist moet worden, komt de staart weinig in actie, maar de hele shad wel! Vooral als men met lange, slanke shads vist. Hieronder de manier waarop ik mijn zachte kunstaas op een jighaak bevestig: