Succesvol vissen op de zeeforel in Denemarken (deel 2)
Door : Ron Smits
Denemarken wordt vaak gezien als het eldorado voor de zeeforel vissers. Terecht want er is wel degelijk een zeeforel te vangen aan de lange Deense kusten. Uiteraard moet u de zeeforel wel op de juiste wijze bevissen en met het juiste materiaal en kunstaas.
De zeeforel komt niet alleen voor in Denemarken, maar wordt aangetroffen in de Europese kustwateren en de rivieren van het hoge noorden tot aan Portugal. De zeeforel is talrijk aanwezig in de Oostzee, Schotse oostkust en de Ierse kusten. De Denen hebben in het verleden fors geïnvesteerd in het uitzetten van jonge zeeforellen en regenboogforellen, maar ook om het zeeforellen bestand op natuurlijke wijze in stand te houden en zelfs te verbeteren.
In de beginjaren 60 waren het alleen de visverenigingen die hierin, vrijwillig, geld investeerden, door het jaarlijks uitzetten van forel broedsel en jonge forellen. Door die jaarlijkse investeringen is het grote forel project in begin 1990 ontstaan. De provincie Fünen heeft hierin het initiatief genomen en heeft hierin fors geïnvesteerd. Niet eenmalig, maar jaarlijks wordt hier veel in geïnvesteerd.
Denemarken eldorado voor de zeeforel vissers.
Om u een idee te geven van dit project: jaarlijks wordt er 500.000 stuks jonge zeeforel en tevens 300.000 stuks forel broedsel en vissen van een half jaar op de rivieren uitgezet. De daar uitgezette zeeforel komt terug naar de rivieren waar deze is geboren of uitgezet. Dit wordt dan ook nog aangevuld met het uitzetten van 25.000 jonge zeeforellen op het zoute water, dmv een “milieu” schip.
De jonge zeeforellen blijven 1 tot 2 jaar op de rivieren en trekken dan ergens in maart en/of april van uit de rivieren de zee op. Ze hebben dan een lengte bereikt van ongeveer 17 tot 18 cm. Na een verblijf van een half jaar op zee zijn deze forellen ongeveer 40 cm (de minimum maat voor een zeeforel). De zeeforel verblijft 1 of 2 jaar op zee alvorens de rivieren (waar ze zijn uitgezet of zijn geboren) op te trekken om te paaien.
Zeeforellen, maar ook de regenboogforellen, groeiden als kool. De meeste zeeforel die gevangen wordt is tussen 1 en 2 kilo, maar er worden er ook vrij regelmatig gevangen van 2 tot 4 kg. De magische 5 kg is (en blijft voor veel sportvissers) een droom. Nog steeds wordt er fors geïnvesteerd in de zeeforel. De visverenigingen, maar ook hengelsport zaken verkopen badges met daarop een zeeforel en een gedeelte van Denemarken op de achtergrond. Goed beschouwd zijn we min of meer “verplicht” om zo’n badge te kopen.
De opbrengst van die badge wordt namelijk geïnvesteerd in het uitzetten van jonge forel. Niet alleen in het uitzetten van zeeforel wordt geïnvesteerd. Er worden ook andere bevorderende maatregelen genomen, om het zeeforellen bestand in stand te houden en zo mogelijk te verbeteren. Voor de Denen is de aanwezigheid van zeeforel een bron van inkomsten geworden. Zo wordt o.a. de trek van de zeeforel op de rivieren bevorderd door het wegnemen van allerlei obstakels.
Op het eiland Fünen belemmerden onder andere watermolens de vrije doortocht, zodat het onmogelijk werd dat de zeeforel de riviertjes stroomopwaarts konden zwemmen om zich voort te planten. De zeeforellen trekken de rivieren op om op de kiezelstenen van de rivierbedding, kuit te schieten. De watermolens hadden een grote historische waarde en konden dus eenvoudigweg niet afgebroken worden.
Hier werden omleidingen in de loop van de rivier voorzien, zodat enerzijds de cultuur historische waarde behouden bleef en anderzijds de zeeforel zijn weg naar de paaigronden kan vervolgen. Vis trappen worden aangelegd. Vistrappen zijn noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de zeeforel stoom opwaarts allerlei hindernissen zoals stuwen en dammen kan nemen om zich voort te planten.
Eén met de natuur en zeg nou zelf dit is toch een prachtig plaatje: de steile kusten, strand, bomen, stenen en water.
Hierdoor wordt het forellen bestand op natuurlijke wijze in stand gehouden. Vroeger konden deze ook in Nederland de grote rivieren optrekken om zich op de grindbeddingen van de beekjes in Duitsland, Zwitserland en Frankrijk Voort te planten. Door onze stuwen en dammen en het afgraven van de grindbeddingen was de zeeforel gedoemd tot uitsterven.
Doordat de zeeforel nu weer de rivieren op kan trekken planten ze zichzelf voort. Het behoeft geen betoog dat dit in het voordeel spreekt voor elke sportvisser. Ook de opgelegde beperking van de minimum maat van 40 cm is in het belang van de zeeforel. Deze minimum maat is zodanig ingesteld om de zeeforel de kans te geven om minimaal één keer te paaien.
Voor het vissen in Denemarken moet je in het bezit zijn van een visvergunning (Fisketegn). Ook de opbrengst van de visvergunning (circa € 15 per jaar of ongeveer € 10 voor een week) komt ten goede aan het landelijk uitzetten van zeeforel.
Vandaar, dat vele buitenlandse sportvissers naar Denemarken trekken om aldaar hun geluk te beproeven.
Niet alleen dat, maar Denemarken leent zich hier ook voor: de vele eilanden hebben prachtige kusten, landpunten, riffen, baaien en fjorden etc. Vissen in het voor- en najaar betekent vaak een gehele dag buiten zijn, zonder ook maar iemand tegen te komen. Enkel het ruisen der golven, uw gedachten dwalen af. Heerlijk ontspannen.
Binnenkort deel 3 en kijk hier voor deel 1