Vanaf begin maart dit jaar zocht ik, mede gedwongen door het virus, naar een visstek in de polders achter Vlaardingen, Maassluis, Delft zelfs richting Zoetermeer. Het weer werkte gelukkig mee in de navolgende maanden net als de vis. In het begin met name karper, giebel, voorn en baars die zich lieten zien en vangen.
Mooie dikke blankvoorn uit de polder!
Ik vis in de polder graag met drie of vier deeltjes van de vaste hengel, voorzien van elastiek. Het elastiek dat ik gebruik voor het vissen op karper is 1.8 of 2.0 millimeter dik. Als hoofdlijn kies ik voor 20/00 en voor de onderlijn 18/00. Een kleine dobber die 1 gram lood draagt en een haak 10 of 12 is mijn standaarduitrusting. Mijn aas en voer bestaat uit gezoete mais, gewoon een blikje uit de supermarkt volstaat. Daarnaast gebruik ik wat voerpellets van 2 mm.
Giebel, snel, sterk en uithoudingsvermogen.
Giebel een Hollandse krachtpatser.
Bij aankomst op de stekken werp ik een paar handjes maïskorrels en wat pellets op drie tot vier meter uit de kant. Ik beaas de haak met een maïskorrel en vis tegen de bodem. Soms kan er plantengroei of draadalg aanwezig zijn. Vis dan iets boven de bodem of zoek een plek zonder deze groene vervelende haakvervuiler. De karpers zijn best nieuwsgierig, zeker in het begin van het seizoen. De eerste karper van dit jaar liet niet lang op zich wachten. Zonder enige argwaan pakte hij de maïskorrel en ging er vandoor! Een korte tik zette het elastiek direct in werking en het schoot uit de top en zette een achtervolging in door zich uit te rekken. De karper trok het elastiek uit tot 5 meter, 7 meter, 10 meter!!!! Het werd nu echt serieus! Een rietkraag op ongeveer 15 meter zag ik als een probleem. De karper zag het als zijn ultieme schuilplaats… Niets daarvan vriend! Ik bracht de vier delen, behoorlijk onder spanning omhoog waar door de druk op de haak en de karper werd vergroot. Alles of niets!
Hij stopte pffffff, jeetje wat een kracht wist deze schubbendrager te ontwikkelen in deze 50 centimeter diepe poldersloot! Maar, het was wat hem betrof slechts het begin. Opnieuw trok hij er tussenuit en passeerde zelfs de door mij gevreesde rietkraag. Inmiddels had een aantal fietsers zich op corona-afstand achter mij opgesteld. De ooohhhhs en de aaahhhs klonken met regelmaat. Gelukkig keerde de karper bij het 20 meter punt!
Visdiefje, een echte visser!
Met behulp van de ‘pulla kit’ (systeem om je elastiek tijdens de dril in te korten) bracht ik onze vechtersbaas bij het net en kon ik hem scheppen! Pfff een zweetdruppeltje viel op zijn schubbenkleed. Een aangeschoven karpervisser kon nauwelijks geloven dat het elastiek zo ver kon uitrekken zonder te breken! Het haakje zat achter de dikke lip en dat was de garantie, want losschieten zal vaker voorkomen dan dat het elastiek breekt. Na een foto van mijn krachtpatser kon ik hem terugzetten en de rust keerde terug langs de poldersloot. Mijn hartslag volgde…
Deze schub zette heel de sloot op stelten en trok het elastiek 20 meter uit!
Het vreemde van het vissen in een ondiepe poldersloot is, nadat zo’n dril de hele sloot op zijn kop heeft gezet er overal modderwolken en andere zaken verstoord zijn, maar binnen een paar minuten kun je al weer een aanbeet verwachten. De volgende aanbeet miste ik, tijd om een slok frisdrank te nemen en even om mij heen te kijken. De polder barst van het leven. Ik vis in de omgeving van een vogel broedgebied, waar met name visdiefjes, grutto’s, kievieten, slobeenden, tureluur, ganzen en andere weidevogels luidkeels van zich laten horen.
De grutto, pracht en praal.
Tureluurs doen vaak hun naam eer aan!
De kieviet, een typische Hollandse polderbewoner.
Een paar weken later is de paaiperiode van de karpers begonnen, het gaat er soms hevig aan toe. Drie tot vier mannetjes verdringen zich om een vrouwtje en alles is kennelijk toegestaan. Af en toe duwen ze elkaar door het riet tegen de kant en soms half op de kant. Prachtig! Vissen heeft eigenlijk weinig zin! Gewoon genieten en je camera aan het werk zetten en er een mooie dag van te maken.
Paaitijd, krachtpatsers gaan tot het uiterste!
Alles is kennelijk toegestaan!
Met de paai achter de rug, keert de rust terug in de poldersloten. Een goed moment om te gaan vissen, ze zijn vaak echt op zoek naar een lekkere hap en mais behoort daar toe! In deze periode, de meimaand, kun je naast karper ook mooie giebels vangen. De giebel is zeker in de poldersloten een geducht tegenstander. Sterk, snel en geeft niet snel op. Dus vis niet te licht! De polder blijft ook in de maanden juli, augustus, september en oktober een aantrekkelijk gebied om te bevissen. Het kan met een minimale uitrusting, maar met een rijke buit in vele opzichten. Veel plezier!
Pierre Bronsgeest
ADVERTENTIE
ANDEREN LAZEN OOK
