De nieuwe Baby Triple Devil!
Door: Berthil Bos
Kort geleden kreeg ik een paar mini swimbaitjes van Spro toegestuurd en een schrijven van Henk Simonsz om deze mini’s eens uit te proberen op dressuurwater.
Zelf had hij veel succes gehad met dit nieuwe aasje, op water waar in het algemeen met groot kunstaas wordt gevist. Het gaat hier om de 9 cm. grote of liever kleine BABY TRIPLE DEVIL, die natuurlijk meeging met de eerstvolgende grootwatersessie op zoek naar snoek. Ze vielen wel op in mijn kunstaasbak, tussen al dat groot geweld vanaf 15 cm.
Mijn vismaat Peter stak mij de gek aan, door direct op te merken of ik baars of roofblei tot mij favoriete roofvis had gekozen. We begonnen met het traditionele kunstaas van 15+ en elk ondiep plaatje of kantje werd nauwkeurig afgevist. Het was stug of liever gezegd er werd geen enkele snoek verleid. Als het niet lukt, gaan bij mij althans alle registers open, al leverde dat deze keer ook niets op.
De Baby Triple Devil wordt door zijn ongebruikelijk formaat vol genomen.
Er volgden wel een paar groene struikrovers het kunstaas, maar daar bleef het bij. Ik had speciaal voor die kleine swimbaitjes een wat lichter hengeltje mee genomen en voorzichtig vroeg ik mijn vismaat of hij deze even uit de opbergunit van zijn boot wilde halen.
Met een grote grijns op zijn gezicht werd de hengel aan mij overhandigd, met natuurlijk de opmerking, heb je een vergrootglas nodig. Ik begon dicht bij de boot wat te spelen met de Baby Triple Devil en ik vond de actie verdacht veel lijken op een schichtig klein of gewond visje. Ik deed een beroep op de hogere machten om mij t.o.v. mijn vismaat niet voor gek te laten staan en de eerste worp naar een rietkraag, de we al verscheidende keren hadden afgevist, was een feit. Kleine tikjes deed het swimbaitje doen leven, maar niet voor lang.
De eerste krasjes zitten erop.
Een flits, een bonk en het gevecht kon beginnen. Peter die nog geen enkele seconden geleden zijn mond niet kon houden over het formaat, was plotsklaps stil. Het aasje was geheel verdwenen in het gat met de 700 tandjes, wat ook snel kan bij een wat grotere snoekenbek. De dril verliep naar behoren en de BTD had zijn eerste krasjes.
Er volgden nog een aantal, die het wat grotere aas domweg negeerden, maar het kleine schichtige visje niet voorbij konden laten gaan. Het laat weer eens zien dat je vaak voor enig succes, de al bewandelde paden moet verlaten. Ik heb de standaard Gamakatsu dregjes wel vervangen door een maatje groter, zonder dat dit de actie beïnvloed.
Groot waren ze niet, maar wel voldoening en sport van de bovenste plank.
Dit geeft mij een beter gevoel bij het vissen op groot water, waar in het algemeen de snoek wat groter is. In de polder is dit waarschijnlijk niet nodig, maar dat gaan we in het najaar eens bekijken. Natuurlijk zijn deze mini’s door hun geweldige actie ook uitermate geschikt voor onze wat kleinere rovers, zoals baars, snoekbaars en roofblei, maar mijn eerste confrontatie was met de uiterst voorzichtige Esox, die ik hiermee uiteindelijk toch kon foppen.