De Magische Drie (deel 7)
Weersomstandigheden bij het drillen
De weersomstandigheden kunnen het drillen van de snoek ook tot een crime maken. Je zult begrijpen dat een harde wind veel invloed heeft op de boot en dat de golven ook hun negatieve werk doen. Controle over je schip is nu helemaal een must. Ga bij dit soort weersomstandigheden het liefst met een vismaat in de boot het water op.
Je hebt bij het drillen nu elkaar dubbel en dwars nodig. Degene die niet met een rover aan de hengel zit te vechten, krijgt het nu ook voor de kiezen. Uitstaande hengels moeten binnengehaald worden en zo weggelegd dat ze de man met de vis niet kunnen hinderen.
Bij deze weersomstandigheden is drillen geen probleem.
Denk er vooral aan dat het kunstaas met de dreggen richting bootwand liggen, anders kan het gebeuren dat als je erlangs loopt er nog iemand gehaakt wordt. Ook moet deze persoon altijd de motor gaan besturen, zodat degene die drilt, alleen daarop gefocust kan zijn.
Je vismaat kan bepalend zijn of je de vis goed kan drillen en eventueel landen.
Dat besturen houdt ook in dat je goed in de gaten moet houden aan welke zijde de snoek gedrild moet worden. De vis moet altijd aan die zijde zijn, waar de golven naar de boot toe komen. Hierdoor komt de vis sneller naar je toe door de druk van het water. Doe je dit aan de zijde waar de wind en de golven van de boot weg gaan, dan kan dit een moeilijk spel worden.
Vis je alleen, dan moet je veel dingen alleen doen, wat de kans op verspelen groter maakt. Heb je de ruimte, waardoor je de boot kan laten driften, dan moet je juist de dril uitvoeren aan de kant waar de wind en golven vanaf gaan.
Nu haalt de boot de vis steeds in, waardoor deze soms onder de boot komt, maar dat is altijd beter dan dat de boot zich van de snoek verwijdert en je geen controle meer over hem hebt. Een oplossing voor een tweemansboot en een must voor een roofvisser die alleen in de boot is, is een anker.
Als de boot geankerd is kan ik me volledig richten op deze mooie vis.
Als je gebruik maakt van een 'gewoon' anker, zorg er dan voor dat deze voor op de punt komt. Hierdoor hoef je niet het zwaarste anker mee te zeulen, maar omdat de punt van de boot dan altijd tegen de wind in gaat, ben je ook een stuk gestroomlijnder.
Tevens heeft het als voordeel dat de boot niet als een gek tekeer gaat, wat kan gebeuren als je de boot aan een zijde verankerd. Een ander voordeel is dat bij een frontbevestiging het ankertouw meestal ver van de gevarenzone (de snoek) verwijderd is.
Er zijn ook leuke systemen hiervoor van bijvoorbeeld Scotty, dat alles een stuk gemakkelijker maakt. MDSI uit Amsterdam heeft dit merk in zijn pakket en daar zag ik de Anker Lock die je zowel in de Scotty hengelsteun kan plaatsen als op bijvoorbeeld de boeg.
Soms kan het ook een goed idee zijn, als de wind richting een grote rietkraag gaat, om dan de boot door de wind hier te laten parkeren. Natuurlijk moet je er dan wel voor zorgen dat je de snoek er niet tussen krijgt. Riet beschadigd de boot niet en jij hebt alle tijd om je tegenstander te temmen.
Ook kan je het jezelf erg gemakkelijk maken door een elektromotor aan te schaffen, voorzien van een I-Pilot. Op dit systeem zit een ankerfunctie die je van afstand kan activeren, waardoor je in alle rust de snoek kan drillen. Dit is mede een reden, waarom ik ook tijdens het trollen de frontelektro stand-by in het water heb.
Met de I-Pilot op ankeren drilde Arjan deze mooie vis.
Buiten de jaargetijden en de weersomstandigheden zijn er ook nog andere omstandigheden die invloed hebben bij het drillen, zoals het soort water (klein/groot/stroming of niet), welke waterlaag dril je de snoek en met welk materiaal ga je de strijd aan.
Ik hoop dat je met het bovenstaande ook deze situaties tot een goed eind kan brengen. Dit einde is de landing van de vis, waar nog veel mis kan gaan, zowel voor de snoek als de roofvisser. In deel 8 gaan we hier mee bezig.