De Magische Drie (deel 6)  De dril in extreme tijden

De Magische Drie (deel 6) 

De dril in extreme tijden 

Door Berthil Bos

Nu we in een notendop het drillen van de snoek in de optimale periode hebben gehad, gaan we verder met de twee extreme tijden van het jaar. Het lekker 'onbezorgd' drillen van de snoek als het gaat om zijn of haar gezondheid is er niet meer bij.

Dat is ook de belangrijkste verandering als het gaat om het klaarstomen voor de landing. Zowel in de winter als in de hoogzomer is het zaak om Esox en ook ander vissen niet de tijd te geven om te verzuren en zo in extreme stress te laten belanden. Hoewel de gezondheid van de vis altijd op nummer één moet staan, moet je in de extreme periodes hier extra op letten.


Ook in de winter vecht de snoek voor zijn leven, van stilstand tot het uiterste.

In de winter is het bioritme van de snoek op een laag pitje gezet. Eén of twee keer per dag komt er wat leven in, omdat de rover toch wat moet eten. De rest van de dag lijken ze wel schijndood en het volgen van de aasvis, indien dat nodig is, is hun grootste inspanning.

Als jij nu met je aasje in de buurt van de bek komt, dan is deze van harte welkom, maar de explosie daarna kan nooit gezond zijn. Van een beetje schijndood naar een gevecht om leven en dood, dat vergt nogal wat. Gebruik hierom het zinnetje 'zo zwaar als mogelijk' als het gaat om het materiaal.

Geef de vis niet de mogelijkheid om lange runs te maken of andere langdurige capriolen. Strak drillen, waarbij het plezier van de dril op de tweede plaats komt, is voor de gezondheid een must. Een voordeel is nu wel dat vegetatie nu niet voor extra hindernissen kan zorgen. Dat gebeurt wel bij het vissen in de hoogzomer en dan vooral als je plantenbedden afvist of er in de buurt je geluk probeert.


Bij veel waterplanten moet je zeker 'zo zwaar als mogelijk' materiaal gebruiken.

De zomer vergt ook weer veel van de conditie van de snoek. Heeft hij na de energieverslindende winter en paai nét weer zijn buikje rondgegeven, kan hij weer interen in de periode dat de watertemperatuur ver boven de twintig graden stijgt en het zuurstof schaars wordt.

Overdag geven de groene zuurstofmachines hun geliefde product af en daar zijn vele vissen in deze tijd als de kippen -----vissen bij. Ook aasvis vindt hier volop voedsel en dan is dat andere groene ding zeker in de buurt.

De planten staan nu tot aan de oppervlakte en de snoek maakt hier vaak gebruik van tijdens een dril. Afgelopen zomer hebben mijn vismaat en ik gigantisch huisgehouden in dit soort velden en van normaal drillen was hier geen sprake. Gelukkig doen we dit al een tijdje en ons materiaal is er dan ook op aangepast. Ook het kunstaas wordt voor deze situatie zorgvuldig geselecteerd.


De shad is volledig verdwenen in de bek, dus geen 'last' van obstakels.

Ondanks dat ik graag vis met rubber voorzien van een stinger om het uitschudden te beperken, laat ik deze in de buurt van de planten achterwege. Vistechnisch heeft dit natuurlijk een voordeel omdat de stingerdreg veel groen haakt, maar ook driltechnisch is het noodzakelijk.

Haken dan wel dreggen die buiten de bek van de snoek tijdens de dril een beetje 'rondslingeren', kunnen vast komen te zitten in het groen, met negatieve gevolgen. Eén langstelige loodkophaak pakt minder groen en zit tijdens de dril mooi afgesloten tussen de kaken.

Dit geldt natuurlijk ook voor ander kunstaas, dat meerdere haken heeft. Maar ook al heeft de haak geen kans om het taaie groen te pakken, Esox kan nog wel gebruik maken van dit woud aan planten.

Bij deze visserij zal je dit meerdere keren per dag gebeuren en dan is het maar goed dat je hengel en de vislijn hierop berekend zijn. Een pittige stok vanaf 100 gram werpvermogen en een minimaal 40 ponds lijn geven je dat extraatje om ook die groenzoekers te arresteren.

Begin niet als een gek te trekken als je dit gebeurt, maar zet de hengel goed onder constante druk en je zult zien dat na een tijdje de vis uit zichzelf loskomt. Dit is trouwens vaak ook het geval bij andere obstakels waar de vis in verward raakt.


Uiteindelijk kon ik na wat geduld toch deze de het groen vastzittende snoek landen.
 
De verzuring van de snoek door een te lang gevecht, is doodoorzaak nummer één als het om sportvissen gaat. Juist in hoogzomer is de vis hier erg vatbaar voor en op adem komen met weinig zuurstof in het water komt er dan niet van. Ook nu is het zo zwaar mogelijk vissen van levensbelang en het zwaarder materiaal helpt daarbij.

Vissen kunnen per jaargetij een ander drilgedrag tentoonstellen, maar voor mij is het belangrijkste dat ik mij aanpas aan de omstandigheden van de snoek tijdens het drillen. In deel 7 zijn de weersomstandigheden het gesprekstof.


 

ANDEREN LAZEN OOK