De Magische Drie (deel 5)
De dril
Door Berthil Bos
Heb je net het volgens velen mooiste moment, de aanbeet gehad, begint het gevecht pas echt en zal de snoek alles uit de kast halen om dat verrekte stukje hout, kunststof, rubber of ander materiaal uit zijn bek te verwijderen. In de hengelsport noemen we dit drillen en als je dit woord opzoekt in het woordenboek dan staat hier dat drillen staat voor: afknijpen, klaarstomen, dresseren en volgens strenge regels africhten.
Van al deze woorden kan ik mij het beste vinden in het klaarstomen. Afknijpen is veelal fataal voor de snoek, omdat deze snel verzuurt. Dresseren lukt je niet omdat Esox toch precies doet wat hij zelf wil en aan strenge regels heb je niets, omdat iedere dril zijn eigen regels heeft. De snoek klaarstomen voor de landing is de beste omschrijving, omdat bij de dril robuust en subtiel hand in hand gaan.
Nummer twee van de magische drie is van start gegaan.
Natuurlijk zijn er diverse geschreven en ongeschreven regels bij het drillen van een snoek, maar die zijn afhankelijk van de situatie en omstandigheden zoals van de jaargetijden, weersomstandigheden, soort water, welke waterlaag, gebruikte materialen en kunstaas en wat dacht je van de snoek zelf. Ik hou ook hier het vissen uit een boot als leidraad, al kan je veel situaties ook bij het drillen vanaf de kant tegenkomen. Als we de jaargetijden als eerste eens gaan bekijken.
De snoek is uitbundig in de herfst.
Ons snoekjaar kan je onderverdelen in twee extreme en twee optimale periodes. Bij de twee extreme tijden zoals de winter en de zomer moeten we met meer dingen tijdens de dril rekening houden dan in de twee optimale zoals het voorjaar en het najaar.
Omdat het nu het najaar is ga ik proberen uit te leggen wat er nu anders is met het drillen van een snoek. De watertemperatuur gaat weer naar beneden en de vis gaat zich weer happy voelen in een omgeving met veel zuurstof. De snoek wordt hyperactief omdat er nu volop voedsel aanwezig is en hij of zij lekker vet de winter in moet.
De vis zal na een lome zomer snel gaan aansterken en dat merk je bij het gevecht dat je met hem aangaat. Gelukkig kan je hier nu, zonder bang te zijn dat je de gezondheid van de snoek schaadt, lekker van genieten. Door het afsterven van de planten hoef je niet je zwaarste materiaal te gebruiken en kunnen ook de liefhebbers van het lichte materiaal probleemloos een snoek wat langer uitdrillen.
Stingers uit uitschudden te voorkomen.
Natuurlijk moet je wel de baas blijven over het gevecht en dus zijn er ook nu grenzen. De voor de snoek ongezonde verzuring zal nu niet zo snel plaatsvinden als in de zomer, maar het kan natuurlijk wel. De mosrug is nu in topconditie en dat merk je aan het schudden van de kop, het wegsprinten bij de boot vandaan en het uit het waterkomen om het kunstaas te lozen.
Prachtige momenten, waarbij het springen vaak een zwaar teleurgestelde roofvisser achterlaat. Dit springen is vaak wel te voorspellen aan de houding van de snoek. Als tijdens de dril de vis een kleine rustpauze inlast lijkt het erop dat je de strijd hebt gewonnen.
Als bij een rustpauze de beek open gaat is het vaak spring time.
De snoek ligt dan vaak iets op zijn zij, maar dat is schijn. Als je goed kijkt zie je nog de spanning in zijn lijf en als hij ook nog zijn bek iets open doet, dan kan je er gif op innemen dat er een sprong komt. Op een dergelijk moment duw ik vaak de hengeltop naar de wateroppervlakte en dit wil de snoek weleens besluiten om niet te gaan springen.
Lukt het niet dan is het een kwestie van goed de lijn strak houden en hopen dat je materiaal van goede kwaliteit is en goed op het kunstaas is afgestemd. Hierbij zijn de haken natuurlijk ook van groot belang. Bij de aanslag is een scherpe haak een must, maar na het penetreren moet hij ook bij springende en met de kop schuddende snoek goed blijven zitten.
De haak moet 'diep' zijn en het liefst de punten iets naar binnen gebogen. Ook de steel moet niet te lang zijn, waardoor het een hefboomeffect krijgt. Bij een wat zwaarder kunstaas altijd weer een dubbele splitring of in combinatie met een wartel gebruiken en bij de grotere shads en ander rubber altijd stingers om het uitschudden te voorkomen.
Een stinger bij zwaar rubber voorkomt ook het uitschudden.
Onderwater zie je niet wat de vis van plan is en daarom moet het materiaal goed op elkaar afgestemd zijn om alle klappen goed op te vangen. Het voordeel van deze optimale periode is dat de vis vaak 'los' is en je daarom vaak meerdere kansen krijgt.
Het bovenstaande maak je ook mee in het voorjaar als de snoek herstellende is van de paai en de waterplanten nog naar de oppervlakte moeten komen. Ook nu is er weer een vreet sessie, om zo snel als mogelijk weer op gewicht te zijn en in het begin van het roofvisseizoen zijn de dames en heren er helemaal klaar voor om jou als roofvisser te snel af te zijn.