Dé Karperwereld No. 74: Onderwaterobservaties - deel 1

Zo rond 10 september a.s. klinkt bij de vele duizenden abonnees van Dé Karperwereld een luide plof in de brievenbus, alsof de postbezorger een zware baksteen heeft bezorgd. Nummer 74 van het oudste karpermagazine van de Lage Landen is namelijk opnieuw superdik, met maar liefst 124 pagina’s leesplezier, boordenvol aansprekende artikelen van karpervissers die daadwerkelijk wat te vertellen hebben. Zoals onderstaande bijdrage van Martin Post, die wij graag als preview presenteren.

Onderwaterobservaties 

door Martin Post

Karpervissers nemen de werking van rigs en methodes vaak als vanzelfsprekend aan. Voor Martin Post werkt dit anders, zien is voor hem geloven. Zijn observaties met snorkel, kijkemmer en camera, leverden spectaculaire conclusies op.

Donderdagochtend 22 juli, half zes in de ochtend. Met een hupje rol ik van m’n strecher. Ik zie dat de koude nacht het water flink laat dampen. Hoogste tijd om de koffiepercolator aan te slingeren en m’n radiootje aan te zetten om van de verslaggevers van Radio 1 te horen wat er buiten dit domein gebeurt.

Bij het horen van de eerste stemgeluiden word ik direct zenuwachtig. Donderdag 22 juli is immers D-Day voor de wielerfanaten. Vandaag zal het gevecht tussen Alberto Contador en Andy Schleck op de fameuze Tourmalet worden beslecht.

Het belooft een grote dag te worden, een dag waarop we iets bijzonders mogen verwachten en een dag waarin er grote veranderingen in het klassement van de Tour kunnen gaan plaatsvinden. De commentatoren verwachten een slagveld op de Tourmalet waar het volgens hen inmiddels spookt.

Bliksemflitsen en regenbuien houden iedereen in de greep en doen cameramensen tot hun knieën in de modder verdwijnen. Wielrennen op topniveau: voor mij één en al overeenkomsten met mijn passie: karpervissen!


Dat stemt een visser gelukkig!

Zijn karpers slimmer geworden?
Ik werk de koffie zonder veel aandacht naar binnen en gooi al mijn materiaal op de kruiwagen, om van dit spektakel niets te hoeven missen. Half 12 zal de NOS al live uitzenden en dan wil ik er klaar voor zijn, gedoucht en geschoren. Terwijl ik naar huis tuf in m’n jonge maar inmiddels alweer bijna versleten barrel bedenk ik me dat ik Franklin heb beloofd om hem deze week een artikel te mailen voor Dé Karperwereld.

Belofte maakt schuld, maar schulden zijn soms zo moeilijk af te lossen. Gelukkig is daar begrip voor bij de redactie. We verschuiven de deadline met een dag. Net genoeg, want terwijl Alberto Contador rood aanloopt en de aanvallen van Andy Schleck pareert, staan er in huize Post alweer enkele emmers vers gekookte hennep te dampen.

Niet alleen het wielrennen heeft me afgehouden van het schrijven van een artikel. Ik heb me met een aantal zaken beziggehouden, waardoor ik het karpervissen als het ware heb herontdekt. Zo vraag ik me al lange tijd af hoe het in godsnaam mogelijk is dat karpers onze stekken keer op keer leegvreten zonder dat we ze vangen. Wanneer je het gedrag van een karper analyseert dan is dit moeilijk te begrijpen. Karpers zijn immers simpele gewoontedieren die handelen volgens vaste patronen.


Home sweet home…

Deze patronen veranderen alleen naarmate een karper geconditioneerd raakt. Het is een vrij logische en simpele theorie die al tientallen jaren wordt bevestigd op drukke circuitwateren. De karpervisserij is dan misschien geëvolueerd, het gedrag van de karper is dit zeker niet.

Waarom dan toch die vele blanks en kaalgevreten stekken terwijl karpers dikker en dikker worden? Zijn ze dan toch slimmer geworden? Of gebruiken we achterhaalde methodes. Is de boilie- en vastloodvisserij misschien niet zo effectief als we met z’n allen al dertig jaar verkondigen?

Geen aanbeet, wel vis
Vorige zomer besloot ik om weer eens te gaan vissen op mijn vertrouwde thuiswater. Het is een water dat kraakhelder is geworden en waar je met snorkel en duikbril ieder detail van je stek kunt zien. Ik deed er tussen zomerse onweersbuien en muggenzwermen door wat priksessies van enkele nachten. Door de wiergroei besloot ik mijn lijnen uit te zwemmen. Dit gaf me de mogelijkheid om mijn stekken zowel vooraf als na afloop van de sessie te inspecteren.


Blanken alsof het de normaalste zaak van de wereld is…

Op een enkel schubkarpertje na, die ik met een Chodrigje uit het wier wist te peuteren, bleef het de rest van de nachten stil. Dat verbaasde me niet eens, gezien de enorme hengeldruk en vele blanks die de andere vissers er maken. Eigenwijs als ik ben kon ik me niet aan de indruk onttrekken dat de karpers met de hoge watertemperatuur van ongeveer 23 graden en de enorme hoeveelheid zuurstof in het water (veroorzaakt door storm tijdens de onweersbuien), het voer wel degelijk oppeuzelden.

Een paar duikinspecties bevestigden mijn gedachten. Voer, soms kilo’s tegelijk, dat ik er de avond ervoor had neergelegd was keer op keer verdwenen. Springende karpers tijdens de nacht en aaskraters die zichtbaar waren, maakten duidelijk dat niet alleen brasems mijn stekje bezochten. Ondertussen blankten ook de andere vissers: tientallen nachten achter elkaar, alsof het de normaalste zaak van de wereld is.

Snorkelinspecties
Ik kan iedere karpervisser trouwens een snorkelsetje aanraden. Een bril met snorkel koop je bij een sportwinkel voor een paar tientjes. Wil je wat extra snelheid hebben tijdens het zwemmen, dan koop je ook een paar zwemvliezen. Ook die kosten maar enkele tientjes.

Met deze middelen heb je de beste troef in handen die een karpervisser zich kan wensen. Je kunt nu onder water allerlei waarnemingen doen. Voor mij leverde dat feiten op die mijn visserij een nieuwe dimensie hebben gegeven!


Een snorkelsetje koop je al voor enkele tientjes en kan vervolgens enorm veel informatie opleveren.

Toen Bart en ik afgelopen zomer een funsessie deden op een groot, kraakhelder zandgat, deed ik gewapend met mijn snorkelset een lijntest. Aangezien ik een fan ben van het vissen met gevlochten hoofdlijnen, besloot ik eens te gaan kijken of de hoofdlijn daadwerkelijk zo goed zinkt als de fabrikant ons belooft.

Aangezien ik betrokken ben bij de ontwikkeling van onder andere lijnen, had ik op kantoor de technische specificaties al eens goed doorgenomen. In deze documenten staat de samenstelling van een lijn tot in detail beschreven.

De ‘papieren’ specificaties gaven me een torenhoog vertrouwen in deze lijn. Maar aangezien de praktijk de beste leerschool is, besloot ik de proef op de som te nemen en naar beneden te duiken. Ik had ongeveer 120 meter lijn uitstaan op een diepte van vier meter en gebruikte een twintiggrams hanger.

Dat de eerste meters onder de hengeltop niet op de bodem zouden liggen had ik dus wel verwacht. Toch verbaasde het me dat de lijn al zo snel tegen de bodem lag. Ik volgende al snorkelend mijn hoofdlijn.


Het was even flink zoeken voordat ik de hoofdlijn van de bodem kon plukken en dat is een goed teken op een water waar de vis lijnschuw is.

Na zo’n 15 meter kon ik de lijn al niet meer zien. Dat kwam niet omdat het water troebel werd (integendeel), maar doordat de lijn op die afstand al stijf tegen de bodem lag. Toen ik wat dieper dook, zag ik dat de lijn zelfs kleinere stukjes wier tegen de bodem aan drukte. Een zeer positief resultaat, het betekende immers dat minstens tachtig meter van mijn lijn stijf op de bodem lag. Voor deze put met extreem lijnschuwe vis, was dat een ideaal scenario.

Aangezien het een warme dag was met temperaturen ver boven de dertig graden, besloten we die middag lekker te blijven dobberen en al snorkelend nog enkele inspecties te doen. Al snel kwamen we enkele kastelen van snoekbaarzen tegen. Verscholen tussen het wier op nog geen meter water. En dat terwijl de meeste snoekbaarsvissers de wat diepere glooiingen bevissen.

Niet veel later kwam ik behoorlijk dicht in de buurt van een plek waar Age (een andere visser die op dat moment actief was op het water) de avond ervoor enkele kilo’s lekkere boilies in het water had staan meppen. We besloten om op zijn plek een paar keer extra naar beneden te duiken, op zoek naar boilies.


Inzet: Gatorbraid 2-tone zinkt prima en is daarnaast een erg gebruiksvriendelijke Dyneema hoofdlijn.

Na twee keer duiken hadden we al een handvol boilies te pakken. Lachend keken Bart en ik elkaar onder water aan. Hier was duidelijk geen karper geweest. Eenmaal op de kant stuurde ik snel enkele plagende sms’jes naar Age, die daarop natuurlijk direct aan de telefoon hing. De dag erna zou zijn sessie worden beloond met een blank, de mijne ook trouwens! 

Natuurlijk is het leuk om zoiets met een knipoog op de stek van de buurman te ontdekken, maar in feite is het enorm boeiende informatie. Je leert veel over de locatie waar een karper zich die dagen ophoudt. Bart ving die sessie bijvoorbeeld een flinke lading vis.


Lachend duikend we al snel een flink aantal boilies op, met een knipoog naar Age.

Niet snel verstoord
Het is logisch dat een stek tijdens het snorkelen enigszins wordt verstoord. Het omwoelen van de bodem en de menselijke aanwezigheid lijken niet echt goed te zijn voor de gemoedsrust van een karper. Toch verbaast het me dat de karpers na het snorkelen vaak zeer snel op de stek terugkomen.

Ik heb op diep, helder water kunnen zien dat ze soms binnen een minuut alweer aan het vreten zijn, terwijl ik dan aan de oppervlakte nog boven de stek zwem. Een karper associeert zulke acties waarschijnlijk niet met gevaar, of in ieder geval niet met negatieve conditionering.

Onderwaterbeelden bevestigen deze waarneming. Het is opvallend dat nadat er een karper is gehaakt, de andere karpers vaak zeer snel terug zijn en dan ook alweer rustig doorgaan met eten. Soms zie je zelfs dat karpers alweer aan het vreten zijn terwijl de gehaakte karper op een ander deel van het water nog wordt afgedrild!

Voor mij is dit ook de reden dat ik vlak na de dril alweer voer naar mijn stek breng. Als we met zijn tweeën zijn, dan voert de één alweer, terwijl de ander nog staat te drillen. Dit kunstje heb ik overigens afgekeken van witvissers. Die mannen weten als geen ander hoe effectief deze methode werkt.

> Vrijdag a.s. deel 2! <

Bovenstaand artikel is een van de opnieuw weer uiterst informatieve en lezenswaardige bijdragen die zijn opgenomen in de opnieuw maar liefst 124 pagina’s tellende nieuwe uitgave van Dé Karperwereld.

klik om naar de website te gaan

Nummer 74 van dit magazine ligt zo rond 10 september a.s.  in de bus bij de abonnees en is vervolgens ook voor € 8,75 te koop in de boekhandel en kiosk. Kijk voor een interessante abonnementsaanbieding op www.hengelsporthuis.com