Dé Karperwereld 78: Oogkleppen (deel 2)

Eerder verschenen: Oogkleppen deel 1

Dé Karperwereld 78: Oogkleppen (deel 2)

door John Caeyers

Dit sluisstuk staat echter óók bekend als deksels moeilijk. Als ik er langs rijd en een praatje maak met mede- vissers, wordt er door hen vaak steen en been geklaagd over de tegenvallende vangsten. Toch lukte het Joris om in een tijdsbestek van vijf weken een flinke berg vis te vangen. Joris was toen samen met Lily Moonen bezig met het opbouwen van hun nieuwe winkel, de Tackle Shop in Merksplas en had daardoor erg weinig vistijd over.

Omdat Joris heel goed weet dat je tijdens korte nachtjes bovenop de vis moet zitten, reed hij na het werk vaak enkele uren rond, om de hengels vervolgens pas te plaatsen als hij de karpers had gevonden. Deze manier van benadering werkte voortreffelijk: hij ving in 30 korte sessies 32 karpers, waarvan maar liefst 18 vissen boven de 15 kilo! Indrukwekkende cijfers, die alleen maar te realiseren zijn door daar te vissen waar de vis ook daadwerkelijk zwemt…


Ook al had Joris niet veel tijd…


... hij ving wél een hele reeks Kempische karpers!

Er schiet me nu trouwens nog een prachtig voorbeeld te binnen. Tijdens de paaiperiode zat ik te vissen aan het V-kanaal tegenover Mark Pansar. We waren er tegelijkertijd op jacht naar The Big One, een monsterschub van droomformaat. Mark en ik hadden de vis al gezien en zaten dus ‘spot on’. Toch bracht de nacht geen vis in het net. Omdat ik de volgende dag weer aan het werk moest, besloot ik in te pakken en bij Mark een bakje koffie te gaan drinken.

Ook onze vriend Peter was daar ondertussen aangeschoven voor een babbeltje. Daar aangekomen zagen we op hetzelfde moment plots The Big One onder de kant liggen. Mark besloot zijn hengel te voorzien van een kleine fluo pop-up en deze voor de bek van de kanaalreus neer te leggen. Je moet nagaan dat deze vis op dat moment meer dan 35 kilo woog!

Mark en Peter, die inmiddels het tafereel tot op één meter afstand waren genaderd, hadden een hartslag van 200 die snel verhoogde naar 300 op het moment dat The Big One haar logge lichaam in beweging zette om de pop-up op te slurpen. De vis naderde heel behoedzaam, kwam steeds dichterbij en we dachten hier een groot historisch moment mee te gaan maken.


Mark ving die sessie uiteindelijk nog een schub van 11 kilo, een mooie, edoch schrale troostprijs.

Plots schrok de enorme karper, want op het allerlaatste moment wantrouwde ze het aas en verdween met een paar rustige slagen de diepte in. Ons drieën als kleine mannetjes achterlatend. We waren op dat moment nog niet in staat te beseffen wat er zich voor onze ogen had afgespeeld… Wat ik met dit voorbeeld wil aangeven, is dat je met een scherp oog je kansen aanzienlijk vergroot.

Door goed op te letten kun je dus écht bovenop de vis zitten. Ik weet zeker dat er vissers met haarscherpe rigs aan dit water zitten te vissen, maar in vele tientallen nachten nog nooit ook maar in de buurt van The Big One hebben gezeten. Dat terwijl Mark na slechts één dag observeren de vis al bijna in zijn net had!


Het vissen met halve boilies is een belangrijke troef die ik vaak inzet.

Gesoakt aas
Waar het weigeren van de fluo in bovenstaand voorbeeld mee te maken heeft, weet ik niet precies. Maar het is wel een mooi bruggetje naar een ander onderwerp, namelijk het belang van de juiste aasprikkel op het juiste moment. Een ingewikkeld onderwerp, dat wel, maar juist door allerlei observaties in het heldere water wil ik graag enkele praktische ‘tips and trics’ met jullie delen. Zo ben ik jaren geleden dankzij mijn sponsorrelatie met Dynamite begonnen met het gebruik van dips en soaks.

Aanvankelijk alleen maar om deze producten in de praktijk te testen. Ik viste in die tijd overwegend op zachte modderbodem en had bij normale boilies vaak last van het feit dat deze de geur van de bodem opnemen en dus erg gingen ruiken naar modder. Een simpele truc om dit te verhelpen, bleek het vooraf soaken en dippen van de boilies. De boilie zuigt als het ware de vloeistof op en raakt er volledig door verzadigd.


Soaken en dippen voor instant attractie én als hulpmiddel om azende karper waar te nemen.

Wanneer de gesoakte boilies in de modder liggen, zal de modder dus niet meer in de boilies trekken waardoor een karper de boilie wat makkelijker kan detecteren. Later begon ik deze truc toe te passen met halve boilies. Deze zijn allereerst minder zwaar waardoor ze logischerwijs minder diep weg zakken in de modder en daarbij worden halve boilies veel makkelijker geaccepteerd, daar ze minder snel als ‘gevaarlijk’ worden gezien.

Ook bij het vissen op wierbedden zijn halve boilies handig om te gebruiken. Door het lichtere gewicht zullen ze niet zo snel door de bovenste wierlaag zakken. Bovendien dwarrelen de ‘halfjes’ naar beneden en belanden daardoor óp in plaats van in het wier. Het gebruik van halve boilies heeft dus vele voordelen.

Oppervlaktesignalen
Ik dwaal af en dat terwijl ik nog een heel leuk voorbeeld heb met betrekking tot soaks. Deze kunnen namelijk ook van toegevoegde waarde zijn wanneer je pellets gebruikt. Vooral bij hoge temperaturen gebruik ik pellets om karper en brasem naar de stek te lokken. Om er voor te zorgen dat de pellets, vooral bij hoge watertemperaturen, niet al te snel oplossen, probeer ik de oplostijd van de pellet te vertragen door ze flink te soaken met een ‘fooddip’.


In de verte is door de vrijkomende olie goed te zien dat de karpers flink actief zijn.

Deze soaks dringen volledig in de pellet, waardoor je de oplostijd (in de zomer) zelfs kunt vertragen van zo’n 12 tot wel 16 uur. Wanneer deze soaks op basis van olie zijn gemaakt, creëer je een prachtig verticaal voerspoor. Omdat ik ook nogal vaak op diepe zandgaten vis, is zo’n verticaal voerspoor erg handig. De vissen hangen er namelijk vaak op half water en de stimulerende stofjes die door de olie mee naar boven worden genomen, kunnen de karpers heel gemakkelijk naar het haakaas lokken.

Door het extreem soaken kunnen deze stoffen uit de pellet lekken zonder dat deze direct oplost! Het extreem soaken met oliehoudende producten heeft nog een belangrijk pluspunt waar de observerende karpervisser zijn voordeel mee kan doen. Zolang er geen vis op de stek aanwezig is, valt er meestal weinig te zien; zelfs wanneer de vissen er wel zijn maar niet vreten verraden ze zich vaak niet.

Maar als ze eenmaal los gaan op de gesoakte pellets, treedt er een extreme explosie op van oliehoudende deeltjes omdat zowel de soak los komt, alsook de olie uit de pellet zelf. De olie en losse voerdeeltjes stijgen naar het wateroppervlak, waardoor daar ineens een oliespoor is te zien. In de praktijk zal de olie de oppervlaktespanning van het water doorbreken, waardoor er tussen de kabbelende golfjes een gladde vlek ontstaat; als het ware het spiegelgladde oppervlak dat je ook ziet tijdens rustige (windstille) dagen.


Pure olie in ‘pva-bags’ laat zich prima gebruiken, zelfs in wat kouder water. Zwaar gesoakte boilies gebruik ik vooral in de zomer wanneer de karpers grote hoeveelheden aas verorberen.

Nu levert een dergelijk signaal natuurlijk nog geen extra vangsten op. Maar ik gebruik deze oppervlaktesignalen wél om te bepalen of ik tijdens een langere sessie blijf zitten op een stek of dat ik verkas naar een andere stek. Want zodra er enorme vlekken aan het wateroppervlak verschijnen en dit niet resulteert in een aanbeet, dan verander ik van aas, rig of systeem omdat de karper immers wél in de buurt is.

Wanneer die aanbeet echter niet kom, dan gooi ik de stokken in de bus en verkas ik naar een andere stek. Op zo’n moment zijn aas, rigs, of systemen van minder belang dan een goede plek waar de karper wel zwemt. Ik merk nu trouwens dat ik voornamelijk schrijf over dips op oliebasis. Toch kunnen dips op basis van bijvoorbeeld multimino of aminol ook goed werken. Een horizontaal spoor met andere ingrediënten kan karpers immers ook prikkelen om te gaan azen.

Het liefst gebruik ik dus een combinatie van zowel horizontale als verticale dragers. Natuurlijk zijn soaks niet altijd even handig en kleven er letterlijk en figuurlijk ook enkele nadelen aan. Zo ben ik op wateren met veel brasems al enkele malen hopeloos de mist in gegaan. De enorme attractieve werking lokte honderden brasems op de ruim opgezette voerplekken, waardoor deze totaal onbevisbaar werden. Met soaks streef je op zulke momenten je doel voorbij. Al kunnen brasems soms handig zijn als je een stek eventjes volledig clean wilt maken, alvorens je een nieuwe voercampagne start. Een nuance is dus wederom op z’n plaats.


Observeren blijft altijd een belangrijke sleutel tot succes. Start er keer op keer mee voor je begint met een vissessie.

Tot slot
Met het voorjaar voor de deur en daarmee de oplopende watertemperaturen laten de vissen zich inmiddels voorzichtig spotten tegen sluizen en in de ondiepe kanaalzones. Mijn visserij zal zich aankomend voorjaar afspelen op enkele Belgische wateren waar ik samen met mijn maat Peter Kuppens lekker aan de slag ga om één van de opvissen te vangen. Tijdens deze sessies zal ik proberen om nog een aantal praktische tips aan het papier toe te vertrouwen. Ik weet dat ik de inspiratie vooral aan de waterkant vind en kom daarom snel terug om jullie mijn ervaringen te delen.

John Caeyers

Eerder verschenen: Oogkleppen deel 1

Bovenstaand artikel is een van de opnieuw uiterst informatieve en lezenswaardige bijdragen die zijn opgenomen in de maar liefst 132 pagina’s tellende nieuwe uitgave van Dé Karperwereld. Nummer 78 van dit magazine ligt zo rond 20 mei  a.s. in de bus bij de abonnees en is dit keer speciaal ter kennismaking te koop voor slechts  € 6,50 in de boekhandel en kiosk.

Kijk voor een interessante abonnementsaanbieding op www.hengelsporthuis.com